Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Berlage

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas havo | 1325 woorden
  • 3 februari 2003
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
51 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Biografie Berlage Hendrik Petrus Berlage was een architect die geboren is in 1856 in een welgestelde, hervormde familie. Hij stierf in 1934 op 78-jarige leeftijd. Hij wou eigenlijk schilder worden, maar bleek meer aanleg te hebben voor architectuur. Hij studeerde aan de ‘Rijksacademie voor Beeldende Kunsten’ in Amsterdam. Van 1875 tot 1878 studeerde hij in Zürich, omdat er in Nederland geen goede opleidingen waren. Eind 1881 neemt de architect Th. Sanders hem in dienst en ze werden compagnons. In 1889 werd hij een zelfstandig architect en hij maakte zich los van de bestaande opvattingen die streng en niet-verhullend waren. Hij kreeg een nieuwe bouwstijl, de ‘Nieuwe Zakelijkheid’. Daarin stond centraal dat de functie en constructie van een gebouw duidelijk zichtbaar moeten zijn. Hij was één van de eerste architecten die het neorenaissance gebruikte, met vage herinneringen aan de gotische kathedraal. Met Berlage begint de moderne architectuur van de 20e eeuw. Hij was een overtuigd socialist en wilde met zijn werk de mensen verheffen. Hij wou de aandacht trekken door massa, reliëf en silhouet. Hij ontwierp niet alleen het gebouw, maar zorgde vaak ook voor de decoratie, zoals het meubilair, glas en serviesgoed. Baksteen is een materiaal dat hij hier veel voor gebruikte. De materialen die hij gebruikte werden niet weggeschilderd, ze waren dus duidelijk zichtbaar. Naast architect was Berlage ook een stedenbouwkundige. Berlage: inspiratie Berlage studeerde van 1875 tot 1878 aan de technische school te Zurich, daar kreeg hij zijn inspiratie door de architecten Semper en Viollet-le-Duc, zij hadden grote kritiek op de overheersende neostijlen (waarin de decoratieve vormen van bouwstijlen uit het verleden overdadig worden toegepast) van die tijd. Hij voelde zich aangetrokken tot de gemeenschapskunst en werd zo socialist, door middel van de ideeën van van Semper en Viollet-le-Duc ontwikkelde Berlage een eigen stijl, de latere Amsterdamse School is hier een opvolger van. Berlage vond het vooral belangrijk gebruik te maken van bakstenen als bouwmateriaal. Gottfried Semper (1803-1879) Eugène Emmanuel Viollet-le-Duc(1814-1879)
Berlage: gebouwen
Beurs van Berlage
Berlage werd vooral bekend met het ontwerpen van de beurs van Berlage (Koopmansbeurs zoals het toen heette), deze werd in 1898 gebouwd en in1903 afgerond, vervolgens werd het geopend door Koningin Wilhelmina.Voordat er met de bouw werd begonnen had Berlage vele ontwerpen gemaakt, zijn eerste waren in een soort van Hollandse renaissancestijl, deze liet hij vallen en koos voor een asymmetrisch gebouw waarvan de indeling van buitenaf te zien moest zijn. Hij versierde het zo weinig mogelijk, waardoor er een krachtig schaduwbeeld ontstond. De decoratie werd alleen toegepast in samenhang met de constructie. Berlage schakelde ook andere kunstenaars in zoals: Zijl, Derkinderen, Jan Toorop en Mendes da Costa. Zij maakten beeldhouwwerken, gebrandschilderde ramen, muurschilderingen en tegeltableaus. De beurs is een mooi voorbeeld van de samenvoeging van de Neostijlen met de Art Nouveau stijlen. En is een voorbeeld van de Amsterdamse school en de Moderne architectuur. Jachtslot Sint-Hubertus Berlage kreeg de opdracht van het echtpaar Kroller-Muller om het jachtslot St.-Hubertus te bouwen, hij moest dit doen naar aanleiding van de sage van Hubertus (de legende zegt, dat Hubertus, geboren in 665, tijdens één van zijn vele jachtpartijen een hert ontmoette die in het gewei een lichtend kruis droeg. Hubertus bekeerde zich tot het Christendom, bracht het tot bisschop en in de Middeleeuwen zelfs tot heiligheid). De nadruk van deze sage ligt dan ook erg sterk in dit gebouw. De twee vleugels van het gebouw verbeelden het gewei van het hert, waarboven de 31 meter hoge toren zich verheft als het kruis in de legende. Het slot is in baksteen uitgevoerd. Het interieur heeft alle kenmerken van de architectuur van Berlage, zoals: geglazuurde stenen binnenmuren, in elk vertrek een ornament in een andere kleur, cassette plafonds van baksteen in verschillende kleuren. De theekamer en de bibliotheek hebben extra verfraaide cassette plafonds door mozaïek. In de ontvangsthal zie je de cassette plafonds weer terug in de vloer van geperst glasmozaïek uit Leerdam. De kamers zijn rijk gemeubileerd met diverse stukken uit Berlages eigen hand. Eenheid is gebracht door overal het zelfde houtwerk te kiezen voor deuren en meubels en door het snijwerk met de bekleding. Haags gemeentemuseum Voor Berlage was de opdracht voor het Haags Gemeentemuseum de kans om een droom te verwezenlijken die hem al zijn hele carrière in de ban hield: het bouwen van een tempel voor een nieuwe cultuur. Berlages ontwerpen voor kunst- en cultuurtempels zijn monumentale gemeenschapsgebouwen, waarin de architectuur kunst en mensen verenigt. Zelf had Berlage in zijn jeugd in het Romeinse Pantheon in Rome een spirituele werking in de koepelruimte ervaren. Vrijwel al zijn ontwerpen hebben de overkoepelende centraalbouw, die werd toegepast voor ‘mausolea’ en ‘baptisteria’ en symbool stond voor dood en (weder)geboorte. De achthoekige vorm van de centraalbouw was het christelijke symbool van eeuwig leven. Trappen en gaanderijen stonden symbool voor de gang naar het ‘hogere’. Het eerste ontwerp voor het Haags Gemeentemuseum uit 1919-1920 weerspiegelde Berlages ideaal om alle kunsten in een monumentaal gemeenschapsgebouw te verwezenlijken. Voor Berlage was het creëren van kunst in een ‘museumpakhuis’ een noodzakelijk iets en een symptoom van individualisme van een burgerlijke samenleving. Daarom ontwierp de architect in plaats van een gebouw voor kunstbeschouwing, een ‘plaats der bewustwording van gemoedscultuur’. Concreet betekende dit de uitbreiding van het museumprogramma tot een cultuurtempel met ruimtes voor samenkomst en bezinning. De museumzalen lagen niet als gewoonlijk in elkaars verlengde, maar langs doorlopende gaanderijen, die uitzicht boden op een groot binnenhof met een vijver. Kunstbeschouwing en contemplatie (beschouwing) konden elkaar zo afwisselen. Aan de achterzijde voegde Berlage een grote concertzaal ‘annex auditorium’ toe. Gaanderijen en concertzaal bereikten het toppunt in een enorme centrale hal, waar individuele indrukken konden versmelten tot een spirituele ervaring. Dit ontwerp werd overigens niet uitgevoerd vanwege de hoge kosten. Berlage: stijl Berlage is de grondlegger van verschillende stijlen, zoals die van de ‘Amsterdamse school’, ‘Delftse school’, ‘De Stijl’ en ‘de nieuwe zakelijkheid’. Amsterdamse school: Deze stijl ontstond onder andere door de industriële revolutie, dit zorgde ervoor dat er meer huizen gebouwd moesten worden en de woningwet van 1901 zorgde ervoor dat er veel huizen vervangen moesten worden. Dit maakte ruimte vrij om nieuwe stijlen te ontwikkelen voor huizen en de bouw voor nieuwe bruggen. Berlage kreeg de opdracht om de wijk Amsterdam-Zuid te ontwerpen, hij koos hier voor een monumentale eenhorige wijk, waar alle gevels aan elkaar zaten, zodat het allemaal een eenheid zou vormen. Verder maakte hij de ornamenten zo simpel mogelijk (in tegenstelling tot de neostijlen). Delftse school: Deze stijl kenmerkt zich door de stijl die zakelijk is (door de crisis in Nederland, en daardoor het verlangen naar de betere tijden) en de Hollands-klassisitische stijl. De Stijl: Dit is een stijl, waartoe Mondriaan en Rietveld toebehoorden. De stijl kenmerkte zich door de zeer simpele en zeer strakke vormen (abstract), alles werd zo minimaal mogelijk gebruikt, dit is waarom er in deze stijl ook altijd primaire kleuren werden gebruikt. De nieuwe zakelijkheid: Een andere veelgebruikte benaming is ‘het Nieuwe Bouwen’, de leden streefden naar de verbetering van de woning en verhoging van het woongenot. In Nederland bereikte de stroming haar hoogtepunt tijdens en na de Eerste Wereldoorlog, met mensen als Oud, Dudok, Berlage, van Loghem, Brinkman en van der Vlugt. De term is een vertaling van het Duitse ‘Neue Sachlichkeit’ en duidt het streven aan naar een volkomen objectief en statisch realisme. Vooral door het optreden van Rietveld en Berlage ging de beweging al spoedig over in het functionalisme. Bronvermelding Websites (via zoekmachine google) -
http://www.absofacts2.com/cultuurarchief/data/0205naimaquettehaagsmuseum.htm - http://www.bma.amsterdam.nl/adam/nl/bouwm/ber.html /msp/msp1.html - http://www.deburcht-vakbondsmuseum.nl/berlage.html - http://www.kunstbus.nl/verklaringen/hendrik+petrus+berlage.html - http://www.kunstbus.nl/verklaringen/amsterdamse-school.html - http://odin.let.rug.nl/CB/top100/ge/ott_jac.html
Boeken (uit de openbare bibliotheek te Kampen) - ‘Amsterdamse bouwkunst (1815-1940)’, geschreven door H.J.F. de Roy Zuydijk. - ‘Architectuur van de 20e eeuw’, geschreven door Jonathan Glancey, uitgeverij: Thoth.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.