Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zie ik er goed uit? Hoofdstuk 17

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 8506 woorden
  • 31 maart 2010
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting hoofdstuk 17.
Zie ik er goed uit?

De zorg voor het uiterlijk.
17.1 wat verstaan we onder een verzorgd uiterlijk?

Een verzorgd uiterlijk is een betrekkelijk begrip. De omstandigheden bepalen voor een deel hoe je eruit ziet. Wel zijn er een aantal punten waar iedereen altijd op let:
• Is je haar schoon en gekamd
• Zijn je handen en je nagels schoon en bladdert de nagellak niet af
• Is je make-up niet vlekkerig of overdreven
• Zijn je tanden gepoetst en het je een frisse adem?

• Heb je geen hinderlijke lichaamsgeur of ruik je niet te sterk aar deodorant of parfum?
• Is je kleding schoon, heel en gestreken? Ruikt je kleding ook niet naar lichaamsgeur?
• Ben je netjes aangekleed? Zit er niets scheef? Staan er geen rissluitingen of knoopje open?
• Is je uiterlijk aangepast aan de omstandigheden?

17.2 invloeden op het uiterlijk.

De cultuur waarin je leeft, heeft ook invloed op je uiterlijk. Sommige uitingen horen bij een bepaalde cultuur, zoals:
• Hennapatronen op handen en voeten in de Arabische en Aziatische cultuur
• Borstvergroting en face-lifting via plastische chirurgie in de westerse cultuur
• Tatoeages in meerdere culturen
• Oprekken van de hals in Thailand
• Uitrekken van oorlellen in Afrikaanse culturen
• Maken van littekenweefsel in bepaalde Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen
• In puntjes vijlen van tanden in sommige Afrikaanse culturen
• Haar invlechten in Afrikaanse en Afro-culturen
Soms word er een gewoonte uit een andere cultuur overgenomen

Je geloofsovertuiging is een onderdeel van de cultuur. Dit kan ook invloed op je uiterlijk hebben, bijvoorbeeld:

• Islamitische vrouwen dragen een hoofddoek. Het is een teken om aan te geven dat je moslim bent en dient als een bescherming tegen de buitenwereld.
• Sikhs mogen hun haar niet knippen. Zij dragen snorren en baarden en draaien het hoofdhaar in een knot. Daarover dragen ze vaak een tulband.
• Orthodox-joodse mannen dragen een bolhoed en lange pijpenkrullen voor de oren
• Boeddhistische monniken scheren hun hoofd kaal
• In bepaalde christelijke stromingen mag je niet te veel aandacht aan het uiterlijk besteden. Make-up en fel gekleurde kleding zijn niet gewenst

Mensen veranderen hun uiterlijk voortdurend. Dit verschijnsel noem je mode. Mode zegt iets over de smaak op een bepaald moment. Mode is dus tijdelijk. Mensen doen mee aan mode vanwege:
• Behoefte aan verandering: De meest mensen zijn uitgekeken
op kleding, kapsels of make-up.
Ontwerpers van kleding en make-up
maken hier gebruik van. Ze komen
ongeveer 2x per jaar met een
nieuwe modelijn.
• Ergens bij willen horen: Bij een bepaalde groep horen geeft
een veilig, geborgen gevoel.
• Zich juist willen onderscheiden: Door er anders uit te zien, val je op.
Je bent niet als iedereen.



Niet alle mensen volgen de mode op dezelfde manier:
• Je hebt voorlopers: dit zijn mensen die zonder nadenken de voorgeschreven mode volgen
• Je hebt volgers: dit zijn mensen die eerst kijken wat er komt.

• Je hebt ook niet-volgers: dit zijn mensen die niet graag veranderen. Zij dragen kleding naar hun persoonlijke smaak

Reclame heeft invloed op je uiterlijk. In werkelijkheid zijn er dikke, lange en korte mensen. Daar heeft iedereen zijn eigen uiterlijk.

Een verzorgd lichaam

17.3 De huid

De huid is een orgaan, net als het hart, de longen en de lever. De huid bestaat uit twee hoofdlagen. Voor een deel worden deze lagen weer onderverdeeld. Onder deze lagen bevindt zich het bindweefsel.

Doorsnee van de huid.

Hoofdlagen van de huid Onderverdeling Bevat
Opperhuid • Hoornlaag
• Korrellaag
• Stekellaag
• Basaalcellenlaag • Dode huidcellen

• Celvormende huidcellen
Lederhuid • Papillenlaag

• Netlaag • Haren en haarspiertjes
• Talgkliertjes
• Zweetkliertjes
• Zenuwen met tastlichaampjes
• Bloedvaatjes
Onderhuids bindweefsel • Vet

De opperhuid:
• De buitenste laag van de huid heet de opperhuid. In het onderste deel van deze laag worden nieuwe opperhuidcellen aangemaakt. Deze cellen schuiven langzaam op naar buiten. Dit deel van de huid noemen we de hoornlaag. De hoornlaag bestaat uit afgeplatte, dode cellen.
De lederhuid:

• De lederhuid is opgebouwd uit elastisch bindweefsel. Dit bindweefsel is stevig en veerkrachtig.


In de lederhuid bevinden zich bloedvaatjes, haren, talgklieren, zweetklieren en zenuwen met tastlichaampjes.
• Bloedvaatjes zorgen voor de aanvoer van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen
• Haren bedekken de huid en beschermen tegen beschadiging en afkoeling
• Talgklieren scheiden een vettige stof af: talg. Deze stof beschermt de huid en het haar tegen uitdrogen. Talg houdt de huid en het haar soepel en zacht.
• Zweetkliertjes spelen een rol bij het in stand houden van de lichaamstemperatuur
• Zenuwen en tastlichaampjes zorgen ervoor at we kunnen voelen.
Het onderhuids bindweefsel:
• In deze laag zitten de vetcellen. Deze vetlaag geeft vorm aan het lichaam.

De huidskleur:
Je huidskleur heb je geërfd. Speciale cellen zorgen voor de huidskleur. Deze cellen noemen we melanocyten. Zij maken melanine. Bij blanke mensen wordt weinig melanine aangemaakt, bij bruine mensen veel. De melanine beschermt de huid tegen de schadelijke werking van ultraviolette straling. Bij een lichte huid dringt de ultraviolette straling sterker door dan bij een donkere huid. Onder invloed van UV-straling neemt de hoeveelheid melanine toe. De huid word bruiner.

De vochtigheidsgraad van de huid:

• De dode hoornlaag bevat ongeveer 10% water. De andere lagen van de opperhuid bevatten ongeveer 60% tot 70% water. Een natuurlijke laagje van talg en zweet voorkomt dat het vocht uit de dode lagen verdampt. Dit laagje nomen we de huidzuurmantel. De huidzuurmantel beschermt de huid tegen infecties.

De zuurgraad:
• Het vetlaagje op de huid is een beetje zuur. Het tegenovergestelde van zuur (zeep,chloor,maar ook bloed) noemen we basische stoffen of basen. Je kunt de zuurgraad weergeven in pH. Van 0 tot 7 is zuur; precies op punt 7 is de vloeistof niet uur en niet basisch. We zeggen dan dat de stof neutraal is. Boven de 7 tot 14 reageert een stof basisch. De pH van de gezonde huid is gemiddeld 5,5


De werking van een base of een zuur op de huid en haar:
• Zure producten laten de huid en het haar samentrekken. De huid en het haar zijn dan gesloten. Bacteriën kunnen de huid niet binnendringen en het haar glanst. Te sterke zuren vreten het materiaal aan. Je begrijpt dat sterke zuren slecht zijn voor de huid en het haar
• Basische producten laten de huid en het haar zwellen. Dit kan handig zijn wanneer je bijvoorbeeld kleurdeeltjes (bij een verfbehandeling) in het haar wilt brengen, of wanneer je de nagelriemen zachter wilt maken. Het heeft ook nadelen. Basische stoffen lossen vaak de vetachtige stoffen op, waardoor de huid uitdroogt. Haarschubben gaan open staan en je krijgt dof, poreus haar. Sterke basen lossen het haar en de huid als het ware op.

De huidtypen:
• De babyhuid is glad. De huid van de puber is onrustig. Als je ouder wordt, zie je vaak rimpels ontstaan.

We kennen vier huidtypen:
• De normale huid, is een gladde, gave huid met fijne poriën. Weinig mensen hebben dit type huid
• De vette huid glanst overal en is het meest vet in een smalle lijn die loopt van het voorhoofd tot met de kin. In het gezicht zijn grove poriën zichtbaar. Zijn deze poriën verstopt, dan zie je zwarte puntjes, de mee-eters of comedonen. Soms zijn er ook pukkeltjes en kleine littekentjes zichtbaar


• De droge huid is dof. Soms zijn er schilfertjes te zien. Vooral rond de ogen en de wangen is de huid voer het algemeen erg droog. Meestal bedoelen we met een droge huid een vetarme huid. De huid maakt te weinig talg aan. Omdat er op deze manier meer vocht verdampt, is de vetarme huid ook vaak een vochtarme huid.

• De gecombineerde huid is gedeeltelijk vet en gedeeltelijk droog of normaal. Vooral bij de huid van het gezicht komt de gecombineerde huid het meest voor. De huid van het voorhoofd, fond de neus en op de kin is dan vet. De schoonheidsspecialist noemt dit wel de T-vormige zone. De rest van het gezicht is droog of normaal.

17.4 Baden en badcultuur
Religieus baden:

In veel godsdiensten heeft baden of wassen een diepere betekenis. Het baden is dan ook een ceremoniële reiniging van de geest. Om te bidden moet je rein zijn, daarom neem je eerst een bad.
• In rooms katholieke traditie is de doop bedoeld om iemand e reinigen van de erfzonde. De gedoopte wordt opgenomen in de geloofsgemeenschap
• Een joodse bruid neemt kort voor de huwelijksdag een kerkelijk bad. Het is een onderdompeling in een bad dat naar bepaalde voorschriften is ingericht
• Moslims moeten rein zijn voordat ze gaan bidden. Ze wassen eerst 3x het gezicht vanaf het haar tot onder de kin en van oor tot oor. Als 4e komen de armen aan de beurt. De moslim begint met de rechterarm en wast de armen drie keer tot aan de ellebogen. Het hoofd wordt gewassen door er met een natte hand over te strijken. Dan worden de oren gewassen en gaan ze met de rug van de hand langs de nek. Als laatste worden de voeten en de enkels drie keer gewassen, te beginnen met de rechtervoet.
• Hindoes wassen zich ’s morgens als voorbereiding op een plechtigheid bij een altaar

Baden als therapie:
• Kruiden en geuren kunnen een bepaalde werking hebben op de huid, de spieren en de rest van het lichaam. De geurstoffen helpen bijvoorbeeld bij het ontspannen.
• Een Duitse priester (Sebastian Anton Kneipp) ontwikkelde een waterkuur. Dit was een natuurlijke geneeswijze door middel van koud water. Dat is goed voor mensen met hart- en vaatziekten

De sauna:

• De sauna werkt als een soort wisselbad voor je hele lichaam. Je laat je lichaam opwarmen en weer afkoelen. Dit gebeurt in de saunacabine: een houten hok waarin de temperatuur behoorlijk wordt opgestookt. Je gaat flink transpireren. Na 8 tot 15 minuten laat je je lichaam weer afkoelen.
• Het is de bedoeling dat het bloed sneller gaat stromen en alle afvalstoffen uit het lichaam worden verwijderd.

Het stoombad (Turks bad):
• Dit is een bad waarin je een ruimte met vochtige warme lucht afwisselt met een ruimte waarin je koud water besprenkeld wordt. Tegenwoordig gebruiken we die naam vaak voor een stoomcabine waarin je en tijdje moet blijven zitten. Je spoelt je daarna onder de koude douche af. De temperatuur is ongeveer 50 graden Celsius. Een uitgebreide massage hoort bij het Turks bad. Het speelt een belangrijke rol in het sociale leven. Het is een ontmoetingsplaats om tot rust te komen en even bij te praten.

17.5 De verzorging van de huid

Douchen of baden:
• Een douche nemen is beter voor de huid dan een bad nemen. In een bad lig je in het warme water. Het natuurlijke vetlaagje van de huid verdwijnt. Een bad droogt de huid dus sterker uit.
• Er zijn ook voordelen aan het nemen van een bad. Een bad nemen is ontspannend. Je kunt daarna vaak lekker slapen.


• Van een douche fris je juist op. In beide gevallen is het aan te raden niet al te warm water te gebruiken. Warm water ontvet de huid sterker.
• Een douche duurt ongeveer 10 minuten en een bad mag eigenlijk ook niet langer dan 20 minuten duren.

Water en zeep:
• Stoffen die vet en vuil in water oplosbaar maken, noemen we wasactieve stoffen.
• Zeep is een wasactieve stof. Zeep krijg je door vetten/olie en natronloog of kaliloog met elkaar te mengen en te koken. Een loog is eigenlijk niet goed voor de huid. Omdat in zeep vaak nog loogresten zitten, is zeep vrij agressief voor de huid. Zeep droogt de huid uit: je merkt dat je gezicht trekt als je het met zeep wast. Loog =


• Douche- en badschuim werken op dezelfde wijze als zeep. Ze zijn gemaakt van water met synthetische wasactieve stoffen. Synthetische stoffen worden uit andere grondstoffen gemaakt. Ze zijn minder agressief dan zeep.
• Badolie is een mengsel van olie en wasactieve stoffen. In het badwater vormt badolie een emulsie (een combinatie van vet en water). De olie houdt de huid soepel en zacht.

Bodylotion:
• Na het baden is het natuurlijke laagje op de huid verdwenen. Bodymilk of bodylotion vullen het tekort aan.

Deodorant en parfum:
• Pubers gaan meer transpireren. Zweet zelf ruikt niet. Het geurloze zweet wordt door micro-organismen omgezet in lichaamsgeur. Dit ruik je wel. Daarom werken we de geur weg door ons regelmatig te wassen en vervangende geurtjes te gebruiken.

Je hebt verschillende manieren om je zweet lucht weg te werken:
• Deodorant, De geur van de deodorant is sterker dan de lichaamsgeur. Hierdoor ruik je de lichaamsgeur niet meer. In deodorant zitten ook stoffen die de bacteriën op de huid doden. Als er geen bacteriën zijn, blijft het zweet dus reukloos.
• Een anti-transpirant, bevat geurstoffen en stoffen die het transpireren tegengaan. Het vocht komt uit de afvoergangen van de zweetkliertjes. Een anti-transparant bevat stoffen die deze uitvoergangen dichtknijpen of blokkeren. Om die reden moet je voorzichtig zijn met het gebruik van een anti-transpirant.
• Producten die alleen om de geur gekocht worden, noemen we parfumerieën. Dat kan parfum, eau de toilette of eau de cologne zijn. Het verschil is de hoeveelheid geurstof die aan het product is toegevoegd. Hoe meer parfumolie gebruikt is, hoe langer de geur blijft hangen. Een te sterk parfum is vaak niet aangenaam voor anderen. Vooral als je uit eten gaat, moet je niet te veel parfum gebruiken. Het beïnvloedt de geur en de smaak van het eten. Als je allergisch bent voor geurstoffen, kun je beter geen parfum gebruiken.


Zonnebadproducten:
Voordelen:
• De zon zorgt voor de aanmaak van vitamine D in de huid
• De zon bevordert de heling van wondjes
• De zon geeft je kleur
• Puistjes verdwijnen vaak onder invloed van de zon
• Zonnen is voor veel mensen en vorm van ontspanning

Er zijn ook nadelen:
• De huid kan verbranden en uitdrogen
• De huid wordt eerder oud: er ontstaan sneller rimpels
• Wanneer de huid vaak verbrandt, kan dit huidkanker veroorzaken.




De hoornlaag wordt dikker en de huid wordt bruiner. De huid moet eerst aan de zon wennen.

Zonnebadproducten bestaan meestal uit een emulsie of olie en beperken het uitdrogen door de zon. In zonnebadproducten zitten ook stoffen die de huid beschermen tegen UV-straling. De kleurstof zinkoxide bijvoorbeeld kaatst veel zonnestralen terug. Andere stoffen merken de stralen onschadelijk door ze te absorberen (opnemen).

Op zonnebadproducten staat een beschermingsfactor die wordt weergegeven met een getal. Beschermingsfactor 1 is laag, 20 is hoog. In een hoge beschermingsfactor zitten meer stoffen die de UV-stralen uit de zon tegen houden. Met een hoge beschermingsfactor kun je langer zonnen.


Na het zonnen heeft de huid verzorging nodig. Verzorgingsproducten noem je ook wel after-sunproducten. Ze bevatten vaak vochtvasthoudende werkstoffen. Ze voorkomen dat de huid uitdroogt. Andere werkstoffen helpen mee de huid te kalmeren en te herstellen. Kalmeren betekent: het branderige gevoel, de irritatie en de rode kleur verminderen.

17.6 Reinigen en verzorgen

Ons gezicht wordt vuil door stofdeeltjes uit de lucht, vuil, zweet, talg en make-up.
Gezichtreinigingsmiddelen:
Water en zeep of zeepvervangende producten:
• Omdat zeep het natuurlijke vetlaagje aantast, kan overgevoeligheid ontstaan. Er is ook eerder kans op infecties en vroegtijdige rimpelvorming. Minder sterk ontvettende producten zijn wascrèmes. Wascrème is een gel die uit olie en een emulgator bestaat. Dit product vormt met water een licht schuimende massa. Wascrème is soms vermengd met een hydraterende (vochtinbrengende) crème.

Reinigingsmilk. Lotion en tonic:
• Het is verstandig een reinigingsmilk of een reinigingscrème te gebruiken bij het schoonmaken van het gezicht. Een milk is meer geschikt voor normale tot vette huid, een crème is beter voor het droge huidtype.
• Er zijn ook watervrije reinigingsmiddelen. Het zijn mengsels van vetten die voor een groot deel uit aardolie gehaald worden. Ze zijn vooral geschikt voor het verwijderen van vette toneelschmink
• Om eventueel achtergebleven reinigingsemulsie te verwijderen, kun je een gezichtswater gebruiken. Gezichtswater wordt lotion of tonic genoemd. Rozenwater is een voorbeeld van een zeer mild gezichtswater met een lichte geur van rozen. Een tonic is een gezichtswater met een versterkende werking op de huid.

• Je hebt gezichtswaters met en zonder alcohol. Alcohol ontvet beter, maar droogt de huid uit. Over het algemeen is een alcoholvrij gezichtswater aan te raden. Een lotion laat de huid samentrekken. De poriën worden dan kleiner. Een gezichtwater herstelt de zuurgraad van de huid. De lotion geeft ook een aangenaam koel gevoel op de huid.

De volgorde van de gezichtsreiniging:
• Als je make-up gebruikt hebt, maak je eerst je ogen schoon met speciale oogmake-up-remover. Oogmake-up-remover is een mild reinigingsproduct dat is aangepast aan het zoutgehalte van het traanvocht.
• Breng de reinigingsmilk op je gezicht aan met je vingertoppen of met vochtige wattenschijfjes
Masseer de reinigingsmilk lichtjes in:
• Begin midden op je voorhoofd en werk met cirkelvormige bewegingen naar de zijkanten
• Doe daarna je wangen. Begin bij je neus en werk naar de oren en van de neusvleugels naar de kaakhoeken
• Masseer dan de kin en de hals
• Verwijder daarna de reinigingsmilk met wattenschijfjes of tissues.
• Verwijder eventueel resten reinigingsmilk met een reinigingstonic op een wattenbolletje.


Speciale reinigingstechnieken:
Er zijn speciale technieken om de huid dieper te kunnen reinigen of om dode huidcellen te verwijderen:
Stoombaden en kompressen:
• Waterdamp dring dieper in de huid dan water. Een stoombad reinigt de huid niet alleen dieper maar zet de poriën ook verder open. Hierdoor kunnen bepaalde stoffen dieper in de huid dringen. Een eenvoudig stoombad s een kom met kokend water en wat kamille erin. Met een handdoek over je hoofd ga je erboven hangen. Er bestaan ook speciale gezichtstomers. De schoonheidsspecialist heeft een waterdampapparaat.
• Een kompres is een warme, vochtige doek die je op het gezicht legt. Door de warmte openen de poriën zich. Bepaalde stoffen kunnen nu beter in de huid dringen. Als de doek er weer af gaat, geeft dat de huid een koel gevoel. Een kompres wordt ook wel gebruikt om achtergebleven reinigingscrème te verwijderen.


Maskers en pakkingen:
Maskers en pakkingen zijn producten die op de huid worden aangebracht om bepaalde huidproblemen te helpen oplossen:
• Een masker bestaat uit vet, klei of modder. Allemaal stoffen die de huid tijdelijk afsluiten. De huid kan geen warmte meer afgeven. De bloedvaatjes verwijderen zich en de doorbloeding neemt toe. Doordat er meer bloed wordt aangevoerd, worden afvalstoffen sneller afgevoerd.
• Een pakking heeft ongeveer hetzelfde effect als een masker. Bij een pakking wordt het gezicht met een textiellaag (bijv. gaasjes) afgedekt.

Een peeling:
• Het woord peeling betekent niets anders dan schillen (to peel). Het buitenste laagje afgestorven huidcellen wordt verwijderd. In een peeling zitten milde schuurmiddelen, zoals heel fijn zand. Door een draaiende beweging te maken, schuur je het buitenste laagje weg. Een voorbeeld is scrubcream.
• Er zijn ook medische stoffen die het buitenste laagje van de huid oplossen. Als je het te vaak doet houdt je geen huid meer over.

Acne en reinigen:
• Er bestaan veel producten tegen acne. Veel van deze producten zijn vrij agressief en drogen de huid sterk uit. Een acne-huid kun je het best met een schuimende emulsie of een milde zeep (babyzeep) schoon en vetvrij houden. Spoel de huid met veel lauw water na. Gebruik een reinigingslotion zonder alcohol. Dat herstelt de zuurgraad van de huid en je hebt minder kans op ontstekingen.
• Af en toe kun je dode huidcellen voorzichtig verwijderen met een scrubcream. Puistjes kun je beter niet uitknijpen. Er kunnen littekentjes ontstaan. Mee-eters kun je wel voorzichtig uitdrukken. Zorg eerst dat de huid schoon en zacht is, bijvoorbeeld via een stoombadje.


Beschermen:
• De huid moet niet alleen schoon gehouden worden, je moet je huid ook beschermen. Je huid droogt uit door het reinigen, door de weersomstandigheden en in droge ruimtes. Een droge huid mist het beschermende vetlaagje.
• Door de huid in te vetten breng je een beschermend laagje aan. Je kunt daar een dagcrème voor nemen. Deze crème is ook een goede ondergrond voor de make-up Hierdoor kunnen de kleurstoffen niet in de huid dringen. Bovendien kunnen we de make-up later gemakkelijker verwijderen.
• In sommige gevallen vraagt de huid wat extra verzorging. Er bestaan veel verschillende stoffen die in een crème of maskers en pakkingen verwerkt worden.

Soorten cosmetica:
• Toiletartikelen, zoals zeep en tandpasta, voor de algehele lichaamshygiëne
• Verzorgende cosmetica, zoals een dagcrème en een gezichtsmasker, om de huid te beschermen of de conditie van de huid te verbeteren
• Reinigende cosmetica, zoals een reinigingsmilk en lotion, om de huid schoon te houden
• Decoratieve cosmetica, zoals lippenstift en oogschaduw, om je uiterlijk te verfraaien

17.7 cosmeticaproducten

• Werkstoffen (werkzame bestanddelen), dat zijn de stoffen die zorgen dat het cosmeticaproduct de juiste werking heeft
• Hulpstoffen, rode poeder op de lippen blijft slecht zitten. Een mengsel van vet en was zorgt ervoor dat de kleurdeeltjes beter hechten. Zo’n stof noem je een hulpstof
• Conserveermiddelen, is om cosmetica beter houdbaar te maken

• Verkoopbevorderende stoffen, aan producten die je proeft, zoals lippenstift en tandpasta, zijn smaakstoffen toegevoegd

Verschijningsvorm van cosmetica:
• Oplossing, Dit is een waterachtige stof waarin de werkstoffen zijn opgelost. Lotions zijn vaak oplossingen.
• Emulsie, Een emulsie is een mengsel van water en vet- of oliedeeltjes. Voor het begrip emulsie gebruiken we vaak het woord crème of milk. Dagcrème, een anti-zonnebrandmilk of een haarcrème is een emulsie. De ene emulsie is wat vetter dan de andere
• Pasta, Pasta is een mengsel van een vaste stof met een vloeistof. In de cosmeticawereld gebruiken ze de naam suspensie voor zo’n mengsel
• Gel, Gel is een massa met gelvormers. Gelvormers vormen in een vloeistof een structuur die op zeepbellen lijkt. Een zeepbel is gevuld met lucht, een gelballonnnetje met vloeistof. Hierdoor krijgt de vloeistof meer stevigheid. Het voordeel van de wat dikkere massa is, dat je deze plaatselijk aan kunt brengen. Ook glijdt de massa niet door je vingers. Soms gebruikt men gel omdat de emulsie vet is.
• Spuitbus, In een spuitbus wordt een vloeistof gemengd met drijfgas. Het gas in de spuitbus zet uit en drukt op de vloeistof. Wanneer je nu het ventiel open maakt door op het knopje te drukken, spuit het product in heel kleine druppeltjes (een nevel) naar buiten. Deodorant en haarlak moeten, wanneer ze op de huid of het haar komen, eigenlijk al droog zijn. Een vloeistof droogt sneller wanneer je de druppeltjes kleiner maakt.

De verpakking (op de verpakking staat de volgende informatie):
• Naam en adres van de fabrikant of importeur
• De gebruikte stoffen (met een moeilijk woord heet dat een formuledeclaratie) daarin staan stoffen die in het product verwerkt zijn. Dit noem je ook wel ingrediënten
• Waarschuwingsteksten
• Pictogrammen (met een bepaalde betekenis)
• Streepjescode (kan je een bepaalde partij herkennen)

Wat een fabrikant bijvoorbeeld op de verpakking zet:

• Dieptewerking: cosmetica mag alleen op de bovenste huidlagen werken. Dringt het product dieper in de huid, dan is het een geneesmiddel.
• Voedende cosmetica: voeden van huid, haar en nagels gebeurt van binnenuit, door gezond te eten en te drinken, dat vetlaagje op de huid wordt aangevuld met vet en vocht
• Herstellend, crème die de huid hersteld zodat je minder snel rimpels oploopt
• Hypoallergeen, deze cosmetica is geschikt voor mensen die allergisch reageren op bepaalde stoffen. Dit vind je in de winkel onder de naam ‘hypoallergene cosmetica’. Hier zijn geen of weinig kleur, geur en bewaarstoffen aan toegevoegd.
• Natuurlijke grondstoffen, bijvoorbeeld van biologische oorsprong, met kruidenextracten of met multivitaminen.
• Dierproefvrij, mensen proberen erachter te komen of de grondstoffen van cosmetica schadelijke gevolgen kunnen hebben. Dat word op dieren getest
• Dermatologisch getest, is niet beschermd. Het zegt niet veel meer dan dat de grondstoffen van de cosmetica op huid getest zijn. Het kan een dood stuk huid zijn, het kan op proefdieren getest zijn en het kan op levende mensen uitgeprobeerd zijn. Dermatologisch getest zegt ook weinig over het resultaat van de test

Met make- up kun je:
• Accentueren: de mooie onderdelen in je gezicht laten opvallen
• Camoufleren en corrigeren: minder mooie delen wegwerken of verbeteren

17.8 De vorm van het gezicht.

Gezichtsvormen zijn:
• Ronde gezichtsvorm
• Lange en smalle gezichtsvorm
• Vierkante gezichtsvorm
• Hartvormige gezichtsvorm (driehoek met de punt beneden)
• Peervormige gezichtsvorm (driehoek met de punt boven)

17.9 Make-up artikelen

Producten voor de gezichtskleur:

• Camouflagestiften gebruik je om oneffenheden zoals puistjes, littekens en blauwe lekken weg te werken
• Gekleurde dagcrème gebruik je om de huidskleur wat op te frissen
• Vloeibare basismake-up gebruik je bij een mooie gave of jonge huid in een goede conditie. Een vloeibare basismake-up dekt licht. De huid eronder zie je door de make-up heen
• Crème foundation gebruik je bij een huid die een dekkende kleur nodig heeft. Het is wat dikker dan een vloeibare basismake-up. Met een dekkende foundation kun je ook oneffenheden wegwerken
• Vaste foundation is alleen nodig voor het wegwerken van vlekjes, littekens van acne en dergelijke
• Gezichtspoeder gebruik je om te voorkomen dat de foundation snel afgeeft. Dit heef het fixeren van de foundation. Gezichtspoeder gebruik je ook om de huid minder te laten glimmen. We zeggen ook wel: om de huid te matteren. Losse poeder geeft over het algemeen het beste en meest natuurlijke resultaat. Compactpoeder is makkelijker mee te nemen en geeft minder snel rommel
• Rouge/blusher gebruik je om bepaalde onderdelen van het gezicht beter te laten uitkomen. Dit heet accentueren

Oogmake-up:
• Met een wenkbrauwpotlood accentueer of corrigeer je de wenkbrauwen
• De eyeliner gebruik je om de ogen te accentueren en te corrigeren. Je trekt een lijntje tegen de wimperrand
• Oogschaduw geeft kleur. De ogen krijg4en zo meer aandacht
• Mascara gebruik je om de wimpers te kleuren en de ogen groter te laten lijken

Lippenmake-up:
• Lippenstift geeft kleur aan de lippen
• Met een lippenpotlood kun je de vorm van de lippen accentueren of verbeteren
• Lipgloss heet in het Nederlands lipglans. Je kun het zo op de lippen aanbrengen of over de lippenstift heen

• Liplak of lipfix zorgt ervoor dat de lippenstift langer blijft zitten.

Materiaal dat je nodig hebt om make-up aan te brengen:
• Watten
• Wattips
• Tissues
• Spatels
• Make-up-sponsjes
• Penselen voor rouge, blusher, oogmake-up, eyeliner en lippenstift
• Wenkbrauwenborsteltje
• Poederkwast
• Wimperkrullen





17.10 Kleurkeuze

Passende kleuren:
• Een donkere huid kan over het algemeen meer een fellere kleuren verdragen dan een lichte huid
• ’s avonds en met kunstlicht kan de make- up wat feller zijn dan bij daglicht
• Make-up pas je aan de gelegenheid aan: op je werk is deze anders dan op een feest
• De kleuren moeten ook bij de kleding passen. Bij blauwe kleding kies je bij voorkeur koude kleuren zoals blauw, groen, paars. Bij bruine kleding kies je eerder warme kleuren zoals goud, oranje en geel


Kleuren kunnen elkaar versterken (complementaire kleuren):
• Wil je bij iemand met blauwe ogen de oogkleur nog blauwer laten lijken, dan moet je de tegengestelde kleur kiezen: met oranje oogschaduw zullen blauwe ogen extra blauw lijken. Dat noemt men de complementaire kleur. De kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar liggen zijn complementaire kleuren:
• Lichte tegenover donkere kleuren
• Warme kleuren (kleuren die we met warmte in verband brengen) zoals rood, geel en oranje, tegenover koude kleuren (kleuren die beter bij kou passen) zoals blauw, paars en groen.

Het effect op de natuurlijke huidskleur:
• Er zijn mensen met een hele lichte huid, sproeten en rood haar. Vaak hebben deze mensen blauwe ogen, maar ook hazelnootkleurige en zelfs
bruine ogen komen voor. Dit type komt veel in Engeland, Schotland en Ierland voor.
• Een tweede groep vormen de mensen met licht tot donkerblond haar, een lichte huid en blauwe, groene of bruine ogen. Europeanen horen vaak bij deze groep. Rondom de Middellandse Zee vind je mensen met een wat donkerder huidtype. Ook de haarkleur en de ogen zijn vaak wat donkerder.
• De derde groep heeft een donkere huid. Meer Aziatische types hebben een licht tot donkerbruine huid, bruin tot zwart haar en bruine ogen
• Mensen die van oorsprong uit Afrika komen, hebben een donkerbruine tot zwarte huid, zwart haar en donkere, bijna zwarte ogen.


Bij het opmaken moet je rekening houden met de kleur van je huid:
• Ben je een roodharig type, gebruik dan warme maar niet te rode kleuren. Goudkleurige basismake-up en verder aardetinten zoals roodbruin en terracotta, maar ook perzikkleurige tinten zijn een goede keus. Vermijd te donkere kleuren voor de wimpers en de wenkbrauwen. Bruine tinten en voor de wimpers eventueel blauw staan over het algemeen goed.
• In de tweede groep, de blanke tot lichtbruine mensen, moeten vooral de blonde types uitkijken dat ze niet te felle en donkere make-up kiezen. Fel blauwe oogschaduw met rode lippen laten je al snel op een clown lijken. Dit geldt zeker voor de dagmake-up. Ben je wat donkerder, dan kun je over het algemeen wat meer en wat donkerdere kleuren gebruiken.
• Gebruik je op een donkerbruine huid een gewone dagcrème dan is het mogelijk dat je witte stippeltjes gaat zien. Dat komt omdat de dagcrème in de poriën (die bij een donkere huid meestal vrij grof zijn) gaat zitten. Gebruik dus een gekleurde dagcrème. Gebruik je te lichte kleuren, dan is de kans groot dat je gezicht er onnatuurlijk uitziet. Koude kleuren lijken vaak een grijze laag over de huid te leggen. De oogschaduw en de lippen kunnen over het algemeen meer kleur verdragen. Het is aan te raden ook hier weer kleuren met veel rood te gebruiken.






17.11 Het opmaken in de praktijk

Voorbereidingen voor het make-up opbrengen:
• Zorg dat de huid schoon is
• Breng een beschermende crème aan en laat deze tien minuten intrekken
• Eventueel kun je overtollig vocht afdeppen met een tissue
• Breng een bandeau aan (een soort haarband van stof die het haar uit het gezicht houdt).

Camoufleren:
• Camoufleren betekent, het minder zichtbaar maken van oneffenheden en plekjes op de huid.
• De kleur van het gezicht moet overal zoveel mogelijk gelijk zijn. Je krijgt dan een egale gezichtskleur
• Camoufleer zo nodig oneffenheden in het gezicht met een camouflagecrème. Bij donkere plekken, zoals moedervlekken, kies je een lichte kleur.

• Voor rode plekjes kun je het beste een groene camouflagecrème kiezen. Breng het in stippen met de vinger op de gewenste plekken op. Verdeel de crème met je vingers

Foundation opbrengen:
• De foundation of fond de teint is de ondergrond van de make-up.
• Het is niet de bedoeling dat je het gezicht kleurt maar dat je de gezichtskleur egaal maakt.
• Gebruik een gekleurde dagcrème, vloeibare basismake-up of crèmefoundation
Het aanbrengen:
• Breng de foundation of gekleurde dagcreme met de vingers in stippen op het gezicht aan
• Verdeel het daarna over het gezicht met je vingers of een vochtig sponsje. Werk van het midden van het gezicht naar de zijkanten
• Met een in vieren gevouwen tissue kun je eventueel met licht kloppende bewegingen het teveel aan foundation weg halen

Gezichtspoeder aanbrengen:
• Breng de gezichtspoeder aan over de foundation
• Zorg dat je de poeder goed verdeelt, zodat er een mat effect ontstaat
• Dep de poederdons in de poeder

• Breng de poeder met een rolbeweging op het gezicht aan. Zorg dat je ook de delen rond de ogen, neus en lippen bepoedert
• Haal het teveel aan poeder met een poederkwast weg
• Zorg dat het geheel geleidelijk overloopt naar de hals. Voorkom een te sterke grenslijn
• Verwijder de poeder met een wenkbrauwborsteltje uit de wenkbrauwen
• Raak het gezicht na het poederen niet meer met de handen aan. Gebruik hiervoor een tissue

Blusher of rouge aanbrengen:
• Breng de poederrouge met een kwast op de jukbeenderen aan
• Een rouge is vaak oranje, roze of rood
• Een blusher is meestal bruin, beige of goud van kleur
• Neem voor de blusher twee tinten donkerder dan de tint van de make-up (gebruik je een blusher in cremevorm, breng deze dan aan voor het poederen)
• Verdeel de poeder zodat de kleur geleidelijk verloopt. Breng het product niet te dicht bij de neus aan. Het gezicht krijgt dan een vreemde vorm
• Wil je een gezicht wat smaller laten lijken, breng dan de kleur onder het jukbeen aan. Verdeelde poeder naar boven en opzij tot het midden van het oor






Foundation opbrengen:

De foundation is de ondergrond van je make-up. Het is niet dat het je gezicht gaat kleuren. (roder, geler, lichter,donkerder). Maar de bedoeling van foundation is dat het gezicht egaal maakt. Gebruik een gekleurde dagcrème, vloeibare basismake-up of crème foundation.
• Breng de foundation met je vinger in stippen op het gezicht aan.
• Verdeel het daarna met je vingers of met een vochtig sponsje. Werk altijd van het midden naar de zijkanten.
• Met in een zakdoekje kan je eventueel met licht kloppende bewegingen teveel foundation weghalen.

Gezichtspoeder aanbrengen:
Breng de gezichtspoeder aan over de foundation. Zorg dat je poeder goed verdeeld blijft over je gezicht, zo ontstaan er geen rare effecten:
• Dep de poederspons in de poeder.
• Breng de poeder met een rolbeweging op het gezicht aan. Zorg ook dat je delen rond de ogen, neus en lippen worden bepoederd.
• Haal het teveel aangebrachte poeder weg met een kwast.
• Zorg dat het geheel geleidelijk overloopt over in de hals, dat voorkomt een sterke lijngrens.
• Verwijder de poeder met een wenkbrauw kammetje uit de wenkbrauwen.
• Raak het gezicht na het poederen niet meer aan met je handen. Hiervoor moet je een tissue gebruiken.

Blusher of rouge aanbrengen:

• Breng de poederrouge met een kwast op de jukbeenderen aan. Een rouge is vaak oranje, roze of rood. Een blusher is meestal bruin, goud of beige van kleur. Neem voor de blusher 2 tinten donkerder dan je eigen make-up.
• Verdeel de poeder zodat de kleur geleidelijk verloopt. Breng het niet te dicht bij je neus aan, dat voorkomt een vreemde vorm.
• Wil je een gezicht smaller laten lijken, breng dan de kleur onder het jukbeen aan. Verdeel de poeder naar boven en opzij tot het midden van het oor.

De wenkbrauwen bijwerken:
• Bepaal zelf de lengte van je wenkbrauw. Dit is meestal de ideale lengte van de wenkbrauw meet je als volgt: Houd een potlood langs de neusvleugel naar de binnenooghoek. Houd een 2e potlood langs de neusvleugel en de buitenkant van het ook. De ruimte ertussen is de wenkbrauw.
• Borstel de wenkbrauwen en teken ze bij als het nodig is met een wenkbrauwpotlood. Zorg wel altijd dat het bijgetekende goed aansluit op je echte wenkbrauw. Lichte wenkbrauwen kun je iets donkerder maken met een wenkbrauwpotlood.

Oogschaduw opbrengen:
• Gebruik een donkerder of lichtere kleur. Over het algemeen worden bij oogschaduw de lichtere kleur gebruikt als onder grond en de donkere kleuren als accent. Je kunt ook natuurlijk meerdere kleuren gebruiken.
• Begin met een lichte kleur. Breng het eerst op het ooglid bij de wimper aan. Werk naar de wenkbrauw en laat de oogschaduw steeds meer vervagen.
• Breng nu een vormaccent aan met een donkere oogschaduw. Ook onder de onderste wimpers kun je eventueel wat donkere oogschaduw aanbrengen.

Eyeliner aanbrengen:

Een Eyeliner laat de inplant van de wimperhaartjes voller lijken. En ook gaat het oogwit witter lijken.
• Trek een strak lijntje tegen de wimperrand. Het uiteinde van het lijntje moet een beetje omhoog lopen. Laat je elleboog van je hand waarmee je het aanbrengt ergens anders op leunen. Meestal wordt de eyeliner alleen op je ooglid aangebracht.
• Aan de onderkant kun je een kohlpotlood gebruiken. Trek een kort lijntje van de buitenkant richtend de binnenooghoek. Een hele kleine lijn maakt het ook oog kleiner.


Mascara aanbrengen:
Mascara accentueert de wimpers en geeft de ogen een iets minder harde uitdrukking:
• Doe het te behandelen oog half dicht
• Breng de mascara op de bovenste wimper aan, door het borsteltje over je wimper te laten rollen. Herhaal dit enkele keren, maar niet teveel mascara aanbrengen. Borstel je wenkbrauwen daarna goed, want anders krijg je spinnenpoten.
• Breng op de onderste wimpers op de zelfde manier de mascara aan.

Lippenmake-up aanbrengen:
Met een lippenstift breng je meer kleur in je gezicht. De aandacht wordt dan meer naar de lippen getrokken.
• Breng een laagje foundation aan op de lippen als basis.
• Teken de lippencontour met een contourpotlood. De contour is het buitenste randje van de lippen. Kies een kleur die van 1 tot 2 tinten donkerder dan de lippenstift. Volg de vorm van de lippen. Houd je mond daarbij heel ontspannend. Maar trek met je vinger de lip wat strakker.
• Breng wat lippenstift aan op een penceel. Kleur binnen de lijnen de hele lippen in met lippenstift.

• Neem een tissue en hap in de tissue. Hierdoor is de kans dat de lippenstift uitloopt kleiner.
• Breng een 2e laagje lippenstift aan of lipgloss.

17.12 gebitsverzorging

Een gezond gebit heeft voordelen. Dit zijn de 4 functies van het gebit:
• Mooie tanden is erg aantrekkelijk voor de meeste mensen
• Met een goed gebit is alles makkelijker eten
• Een regelmatig gebit is het praten ook makkelijker
• Een goed onderhouden gebit voorkomt een aantal gezondheidsklachten

De bouw van de tanden en kiezen
Van de tanden het de kiezen zie je maar een gedeelte. Dat gedeelte heet de kroon. Een wortel van je tand of kies kan je niet zien. Je gebit wordt beschermt door je tandvlees. De tand of kies van je gebit bestaat uit 3 onderdelen: De harde buitenste laag heet glazuurlaag, op de kroon is de beschermlaag. Daaronder zit je tandbeen. Het tandbeen is botweefsel en vormt het grootste deel van je tand of kies. In je tandbeen zit je tandholte. Die wordt ook wel pulpa genoemd. Hierin zitten je bloedvaatjes en je zenuwen. In dit deel wordt je tand gevoed.

Gebitsproblemen

In je mond leven veel bacteriën. Die bacteriën vormen samen voedselresten, een kleverig laagje op je gebit. Dit laagje noem je tandplaque. Door goed te poetsen verwijder je het. Blijft tandplaque te lang er op dan kunnen er gebitsproblemen ontstaan. Bacteriën in de tandplaque kunnen suiker omzetten in zuur. Dit zuur is zo sterk dat het zelfs het harde tandglazuur kan aantasten. Er ontstaan dan gaatjes in het glazuur en daarna in het tandbeen. Dit noemen we cariës. Je kan ook een tandvlees ontsteking krijgen, en dat noem je gingivitis. Tandplaque dat te lang blijft zitten, kan veranderen in tandsteen. Dit gebeurt onder invloed van het speeksel. Tandsteen kan je zelf niet wegpoetsen. De mondhygiëniste zal het moeten verwijderen. Tandsteen kan gaan vastzitten in de tandpockets, dit zijn ruimtes tussen de tanden en het tandvlees. De tanden kunnen hierdoor na een tijd eruit vallen, dat noem je parodontitis.

Mondhygiëne:
Hoe houd je je gebit gezond.
• Poets je tanden 2 tot 3 keer per dag met een goede tandenborstel
• Poets op de juiste manier, druk niet te hard en maak voldoende bewegingen
• Gebruik tandpasta met fluor
• Gebruik ook hulpmiddelen (flosdraad, tandenstokers)
• Ga regelmatig voor controle naar de tandarts
• Gebruik je tanden en kiezen: eet voldoende fruit en groentes
• Snoep zo min mogelijk, gebruik niet veel suikers en frisdrank

De tandenborstel:
• Een kop van een tandenborstel mag niet groot zijn
• De haartjes moeten goed zijn afgerond, tandvlees mag niet worden beschadigd
• De borstel moet je goed kunnen schoonmaken
• Een goede grip op een tandenborstel is belangrijk

Tandpasta:

Een goede tandpasta verwijderd alle tandplaque en het vuil. De belangrijkste werkstoffen in een tandpasta zijn een polijstmiddel en een wasactieve stof. Polijsten betekent het glad maken van een tand. Het polijst middel mag natuurlijk niet schuren op een tand. Tandpasta mag het tandglazuur niet aantasten. De wasactieve stof helpt bij het verwijderen van vuil. Er kunnen ook andere stoffen in een tandpasta zitten, bijvoorbeeld fluor. Fluor maakt het tandglazuur, zo worden je tanden harder en komen er minder snel gaatjes in je tanden. Ook bevatten veel tandpasta’s enzymen. Enzymen helpen het speeksel van tandbederf tegen te gaan.

Tandenpoetsen:
Tanden poetsen kan je op veel manieren doen. Het belangrijkste is dat je gelijk werkt bij het poetsen, hier volgt een methode:
• Plaats de tandenborstel schuin tegen het tandvlees aan. Maak om elke tand 10 ronde bewegingen. Dit gebeur aan de binnenkant van het gebit.
• Poets op de zelfde manier aan de buitenkant van het gebit.
• Poets daarna met schrobbeweging de kauwvlakken van de kiezen.
• Waar je met de tandenborstel niet kunt bij komen, ga je met flosdraad verder.

Of je goed poetst, kun je controleren met plaqueverklikkers. Dat zijn tabletjes waarop je moet kauwen en waarvan de kleurstof zich door de mond gaat verspreiden. Op de plaats waar nog plaque zit blijft de kleurstof achter.

17.13 Lichaamsbeharing:
Scheren:

Met scheren maak je een huid weer glad. Dit kun op verschillende manieren bereiken.
1. Nat gaan scheren. Dat doe je met een scheermes. Om de haartjes goed rechtop te houden moet je gaan scheren met scheerzeep, scheerschuim, of scheer gel. Deze middelen zorgen ervoor dat de haartjes rechtop gaan staan en glad worden.
2. Droog gaan scheren. Dit doe je met een elektrisch scheer apparaat. Je moet pre-shave gebruiken om de haartjes rechtop te krijgen. Dit zorgt dat de huid wordt samen getrokken.


Tijdens het scheren moet je de huid zo strak mogelijk houden. Dit voorkomt beschadigingen. Na het scheren is de huid vaak geïrriteerd. Daarvoor is er een aftershave. Daar zit een ontsmettingsmiddel in. Het zuur zorgt ervoor dat de huid weer samentrekt, zo kan de huid weer snel sluiten.

Ontharen:
1. Epileren:
Hiervoor moet je een pincet of een epileertang gebruiken. Je trek de ongewenste haartjes 1 voor 1 uit de huid. Dit wordt vooral veel toegepast bij de wenkbrauwen.
2. Elektrisch epileren:
Bij elektrisch epileren wordt een dunne naald langs de haar in het hartzakje gebracht. Her wordt dan stroom door de naald gestuurd. De cellen van de haarpapil kan dan af sterven.
3. Harsen
Een mengsel van onder andere bijenwas wordt tot ongeveer 40 graden verwarmd. De gesmolten was wordt op het te ontharen gedeelte gesmeerd. De bijenwas koelt af en gaat stollen. De haartjes zijn dan opgesloten. Door met een plakstrip op de was te plakken, krijg je met veel pijn de haartjes uit de huid.
4. Ontharen met ontharingscrème
Deze crème bevat stoffen die haren oplossen. Er zit een bepaalde werkingstijd in het product. Als de tijd om is spoel je de crème weer van de huid af. Dit middel is natuurlijk niet goed voor je huid.
5. Lasertechniek

Dit is een erg dure manier om je haren te laten verwijderen. Maar het is wel een goede. De techniek werkt op Melanie, de stof die kleur aan de haar geeft. Het haarzakje wordt dan beschadigt door de warmte van het laserlicht. Zo kunnen er geen nieuwe haartjes ontstaan. Er zijn ongeveer 5 behandelingen nodig om alles te laten verwijderen.

17.4 Hand en voet verzorging

De handen en nagels:
Handen zijn altijd bloot, door weer en wind. Ook komt het veel in contact met schoonmaak middelen en water. Dit zijn stoffen die je huid kunnen aantasten. Daarom vragen handen meer zorg. Op je tenen en handen zitten nagels. De nagels beschermen de topjes. Nagels zijne en deel van de opperhuid. Nagels bestaan, net als haren uit een hoornstof. Hoornstof is een hard eiwit. De nagels groet vanuit de nagelwortel. Dit deel ligt in de huidplooi. Het zichtbare deel van de nagel heet de nagelplaat. De nagelplaat groeit vanuit de nagelwortel en wordt steeds verder naar voren geschoven. Het deel van de nagels dat niet vast zit heet: Vrije nagelrand. De nagelriem is bevestigd aan het oppervlak van de nagel. Het is een deel van de buitenste laat van de opperhuid die boven de nagel uitsteekt.

Handverzorgingsproducten:
Ook voor handen kun je cosmetische producten gebruiken:
• Nagellakremover:
Met een nagellakremover verwijder je de nagellak van je nagels.
• Nagelriem olie:
Nagelriemolie houdt de nagelriemen soepel.
• Handcrème:
De basis van de handcrème is vaak vaseline, dat zorgt voor een laagje bescherminning op je handen. Dit beschermt tegen uitdrogen.
• Basislak:
Het is een kleurloze nagellak, die onder de gekleurde nagellak wordt gebracht. Hij maakt de nagelplaat weer glad, en verkomt dat de nagel gaat verkleuren.
• Nagellak:

Het vormt een gekleurd kleurtje op je nagels. Of je krijgt een glimmend laagje op je nagels.
• Toplak:
Toplak is een beschermende lak die je over de nagels heen brengt.
• Nagelolie:
Nagelolie voorkomt dat de nagelplaat uitdroogt. Met de nagelolie zullen de nagels mindersnel af brokkelen of splijten.

Verdere materialen:
1. Wattenschijfjes
2. Bokkenpootjes
3. Diamantvijl
4. Kartonnen vijl
5. Polijstvijl
6. Manicure kommetje
7. Nagelschaar

Manicuren
Een goede handverzorging kan uit een aantel onderdelen bestaan:
• Voorbehandelen en vijlen
• Masseren
• Lakken van de nagels
1
Voorbehandelen
- Haal de oude nagellak weg met nagellakremover. Werk altijd van de nagelriem naar de nagelrand.
- Vijl de nagels in de gewenste vorm.
- Vijl de hoeken ook van de nagels in een goede vorm.
- Masseer de nagels en de nagelriemen met nagel olie. 2

- Week de nagels in een lauw badje, met zeep
- Droog de handen goed af.
- Breng cuticle-remover aan op de nagelriemen.
- Maak de nagelriemen los met een bokkenpootje.
- Verwijder eventuele velletjes.
- Maak de nagelranden schoon met de achterkant van het bokkenpootje.
- Vijl de nagels na met een kartonnen vijl.
1 = vijl
2 = bokkenpootje
Pedicuren
Het is goed om de voeten af en toe wat uitgebreider te verzorgen. Ga als volgt te werk.
• Verwijder eventuele nagellak
• Neem een voetenbad
• Spoel ongeveer je voeten 10 min. af met koud water
• Droog je voeten goed af
• Masseer de nagelriem olie in
• Knip alle nagels met de nagelschaar. Knip altijd de nagels van je tenen recht af.
• Maak het deel onder de nageluitende schoon met een bokkenpootje
• Duw met de stompe kant van het bokkenpootje de nagelriemen voorzichtig terug

• Met de eelt vijl kun je het teveel aan hard grof eelt wegvijlen
• Loss velletjes kun je met een vellentangetje wegknippen
• Door scherpe randjes aan de nagel kunnen er wondjes ontstaan. Met een vijl kun je dit voorkomen
• Wil je de teennagels lakken, ontvet dan eerst je teennagels

Een handmassage:
• Breng de olie of de crème aan.
• Masseer de handrug:
- Maak een strijkende beweging met je volle hand. Gebruik om en om je rechter en je linkerhand. Werk van de vingernagels naar de pols.
- Masseer de handrug vervolgens met ronddraaiende bewegingen. Voer deze ronddraaiende bewegingen om en om met de muis van je rechter- en van je linkerhand uit.
- Strijk de ruimte tussen de middenhandsbeentjes uit. Gebruik de zijkant van je duimen: strijk van de vingers naar de pols. Gebruik om en om je rechter- en je linkerduim
• Masseer de vingers:

- Neem nu iedere vinger van de cliënt tussen wijsvinger en duim en maak rustige ronddraaiende bewegingen.
- Neem nu nagels voor nagels tussen duim en wijsvinger en voer druk uit op de nagels
• Masseer de handpalm:
- Houd de hand van de cliënt zo vlak mogelijk. Leg je hand op de handpalm van de cliënt. Beweeg je vingers in de richting van de pols. Bij de muis van de duim van de cliënt aangekomen, strijk je met de platte hand over de handpalm van de pols naar vingers.
- Masseer de muis van de duim en de muis van de pink met draaiende bewegingen. Voer de draaiende bewegingen om en om uit met de muis van je linker- en van je rechterhand.
- Druk met je duimen op de duimmuis en de pinkmuis van de cliënt. Eerst zachtjes drukken, daarna de druk opvoeren. Niet zo ver gaan dat het bij de cliënt pijn doet.
- Masseer de duimmuis met je duimen. Strijk om en om met je rechter- en linkerduim in de richting van de pols over de duimmuis
• Verwijder de massage olie:
- Verwijder de overtollige massageolie met een tissue
met lotion.
- Ontvet de nagel met remover als je de nagels laat lakken.



Lakken van nagels:
• De nagelplaat moet goed worden ontvet
• Breng de basislak aan
• Kies een nagellak kleur en breng de kleurlak in 2 dunne lagen aan
• Breng de toplaag aan om de nagellak te beschermen en laat het goed drogen

17.15 voetverzorging
De voeten:

De voeten hebben een goede verzorging nodig. Hun werken de hele dag en moeten het lichaamsgewicht dragen. De bovenkant van de voet heet de voetrug. De onderkant van de voet heet de voetzool. Als je de voet van de zijkant bekijkt dan zie je dat een voet hol is, dat noem je voetgewelf.

Wat heb je nodig bij een voet verzorging
• Voetbadzout
Er zijn speciale bruistabletten voor een voetbadje. Ze geven de voeten een ontspannen gevoel. Er zit een wasactieve stof in die zorgt ervoor dat het vuil van de voet kan oplossen in het water.
• Verwekende middelen voor likdoorns
Deze bevatten hoornstof oplossende middelen. Eelt bestaat uit hoornstof en wordt door inwerking van deze stoffen zacht. Je kunt het eelt rond de likdoorn dan makkelijk wegsnijden.
• Anti-transpirant
Deze bevat stoffen die voorkomen dat je zweetvoeten krijgt. Zij blokkeren de uitvoergangen van de zweetkliertjes. Ook bevatten ze bacterie dodende stoffen.
• Talkpoeder
Dit neemt het vocht op. Daardoor blijven de voeten droger. Het nadeel van talkpoeder is dat het gaat klonteren.
• Bodymilk of babyolie
Gaat het uitdrogen tegen.

Verdere materialen
• Nagelschaar
• Nagelheffer (Apparaat om je teennagels schoon te maken)
• Vijl

• Vellentang
• Tenenkam

Hand en voet problemen
Winterhanden en wintervoeten zijn aandoeningen aan de bloedvaatjes van de hand of voethuid. Het kan jeuken en branderig aanvoelen. De vingers zijn dan wit en gevoelloos en er zijn blauwe plekken zichtbaar. Dit zijn je verwijde bloedvaatjes in je huid. Om dit te voorkomen moet je grote temperatuursverschillen ontwijken. In de winter goede warme sokken dragen en handschoenen. Stimuleer ook je bloedsomloop.

Eelt en likdoorns
Wanneer de huid zich blootstelt aan grote druk of wrijving wordt de hoornlaag dikker. Dit noemen we eelt. De eelt plekken voelen hart aan, en is erg ongevoelig. Een eeltknobbel met een harde kern noemen we een likdoorn. De doorn vormige kern drukt vaak op een zenuw, vandaar de pijn. Er zijn nu goede drukpleisters om de pijn te verminderen. Ook zijn er speciale zalven voor. Als eelt warm wordt dan kun je het goed wegsnijden.

Schimmelinfectie
Sommige schimmels leven op de huid en tussen de tenen of in de nagels. We spreken dan over voetschimmel, of over een schimmelnagel. Voetschimmel noem je ook wel zwemmerseczeem. Je kunt het herkennen aan een witgrijze uitslag. En er zitten schilvers tussen de tenen. Het kan erg gaan jeuken, dat is erg lastig. Loop je er met blote voeten over losse schilvers dan kan jou voet ook besmet worden.
Een schimmelnagel noemen we ook wel een kalknagel. Deze nagels zijn veel dikker, met een geelwitte kleur. Je moet dan naar een dokter gaan en daar bacterie dodende poeder halen.

Wratten

Wratten worden veroorzaakt door een virusinfectie. Dit virus zorgt ervoor een woekering van de opperhuidcellen. De cellen groeien door en vormen een bloemkool vormig bultje. Na een paar jaar verdwijnt de wrat vanzelf weer. Een wrat kun je door de dokter laten weg snijden, of weg laten branden of aan te laten stippen.

Ontstekingen
Rondom je voeten en handen kunnen overal ontstekingen ontstaan. Deze worden door een bacterie of een schimmel veroorzaakt. De huid wordt dan snel rood, en er kan pus vrijkomen. Ontstekingen kunnen vaak ontstaan door op je nagels te gaan bijten. De ontsteking kan verder en dieper gaan en dan heb je kans op een botontsteking. Dit noemen we fijt. Daarmee is het aan te raden om er mee naar een dokter te gaan.

Blaren
Blaren kunnen door een wrijving ontstaan. Door bijvoorbeeld te gaan lang lopen, of te gaan roeien. De huid is niet dan tegen de druk bestendigd. Onder de opperhuid ontstaan dan vochtgevulde ruimtes. Je kunt een blaar, als het op een lastig plek zit doorprikken. Maar heb je er geen last van is ’t het beste om het even tijd te geven. Dan is de infectie kans minder groot.

Nagelafwijkingen:
• Nagelgroeven
Op de nagels van de handen en van de voeten kunnen groeven ontstaan. Je nagels kunnen op een latere leeftijd gaan splijten. Houd je nagels kort om dit te voorkomen.
• Hoornnagels
Hoornnagel komt vooral voor op de tenen. De nagelplaat is dan verdikt. Een hoornnagel moet eerst verdunt worden en dan geknipt.
• Witte puntjes op strepen op de nagel
Dit wordt veroorzaakt door afwijkende cellen in de nagelplaat. Het word onder andere veroorzaakt door een te kort aan mineralen of een bepaalde ziekte.
• Ingegroeide nagels

Dit komt vooral bij de tenen voor. De nagel dringt de huid van de teen binnen. Daardoor ontstaat een pijnlijke ontsteking. Het kan veroorzaakt worden door te nauwe schoenen., of teennagels die te rond zijn afgeknipt.

REACTIES

M.

M.

hey super bedankt heb morgen een se en ik kan door alles door te lezen altijd een 8 halen als ik dat niet doe haal ik een 4 dus ik moet dat altijd wel even doen. maar ik had het verkeerde boek meegenomen. super bedankt!!!!!
xx marleen

11 jaar geleden

B.

B.

Hoi M.IInke, super bedankt. Anno 2017 nog geen digitale toegang tot boeken school bezuigt hierop en helaas me boek ligt in me kluisje. Nu kan ik toch nog leren, thanks!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.