Parkinson en Dementie

Dementie Dementie is een verzamelnaam voor de verschijnselen die zich voordoen bij een aantal hersenaandoeningen. Hiervan is de ziekte van Alzheimer de belangrijkste. Dementie komt voornamelijk voor op oudere leeftijd, maar kan ook op jongere leeftijd voorkomen. Wat zijn de belangrijkste symptomen/verschijnselen? Het gaat om verschijnselen als geheugenverlies, gedragsveranderingen en orinteringsproblemen. De verschijnselen verschillen per persoon. Door de problemen met het geheugen wordt het dagelijkse functioneren steeds moeilijker. De volgende verschijnselen komen voor: Geheugenverlies
Een van de eerste symptomen van dementie is het moeilijk kunnen herinneren wat kort geleden is gebeurd. Bijvoorbeeld het laatste nieuws, of waar men iets heeft neergelegd. ( het kortetermijngeheugen). Verder gaat het vermogen om nieuwe informatie op te nemen achteruit. Herinneringen van langer gelezen, blijven langer aanwezig. Een persoon met dementie kan zich niet meer herinneren wat hij net heeft gedaan, maar nog wel veel vertellen over gebeurtenissen in zijn jeugd. Na verloop van tijd verdwijnt soms ook het geheugen van langer geleden. ( stoornis langertermijngeheugen) Geheugenverlies verbloemen

Iemand met dementie kan zijn ziekte soms nog lange tijd verborgen houden voor buitenstaanders. Hij merkt dat zijn geheugen achteruit gaat, maar wil niet laten zien dat er iets aan de hand is. Hij probeert zijn geheugen op te vullen door er dingen bij te verzinnen. Hij camoufleert zijn achteruitgang bijvoorbeeld door opmerkingen als ‘natuurlijk weet ik dat’. Doelgericht handelen
Iemand met dementie heeft problemen met complexe situaties. Het beoordelen en inschatten van situaties gaat steeds moeilijker. Overzien wat er gebeurt is steeds moeilijker. Auto rijden kan bijvoorbeeld niet meer. Tijdsbesef verdwijnt
Het besef van de tijd verdwijnt. Iemand met dementie weet vaak niet meer hoe laat het is, en welke dag het is. Hij gaat het dag en nacht ritme door elkaar halen. Hij weet dan niet meer of het dag of nacht is. De plaats waar hij woont wordt niet meer herkend, hij herkent mensen niet meer die hij vroeger wel kende. Na verloop van tijd kent hij zelfs zijn eigen familieleden niet meer. Taalproblemen
Mensen met dementie merken vaak dat hun vermogen tot communicatie achteruit gaat. In het begin is het moeilijk om op bepaalde woorden te komen. Geleidelijk aan wordt de woordenschat steeds kleiner. Het wordt voor anderen ook steeds moeilijker om mensen met dementie te begrijpen. Ook voor de persoon zelf kan het moeilijk zijn, als hij zelf zijn gevoelens of behoeften niet meer duidelijk kan maken. Problemen met handelingen in het dagelijks leven
Mensen met dementie hebben vaak moeite met herkennen van dagelijkse dingen. Dagelijkse dingen worden niet meer uitgevoerd of verkeerd gedaan. Zo kan iemand de onderbroek over de broek aantrekken, of niet meer weten hoe ze moeten eten. Gedragsveranderingen
De manier waarop iemand met dementie praat of zich gedraagt, kan veranderen of ongebruikelijk overkomen. Personen kunnen gaan dwalen en ze kunnen last krijgen van verzamelwoede. Hij loopt dan steeds met spullen te sjouwen. Alles wat los en vast zit wordt verzameld. De persoon kan last krijgen van plotselinge agressie, woede, of angst. Persoonlijkheidsveranderingen
Er verandert veel als iemand dementie krijgt. Hij of zij is niet meer dezelfde persoon als voorheen. Het kan zijn dat de karaktereigenschappen die al aanwezig waren, sterker tot uiting komen. Maar het kan ook zijn dat iemand die voorheen rustig was, ineens erg agressief wordt. Lichamelijke veranderingen
Ook het lichamelijk functioneren gaat op een gegeven moment achteruit. Het lopen wordt onhandig en houterig. Men valt en stoot zich vaker. De spieren en gewrichten kunnen stijf worden. Na verloop van tijd komt iemand met dementie dan ook meestal in een rolstoel of wordt bedlegerig. Er kan sprake zijn van onder andere incontinentie, vermagering, slikproblemen, speekselovervloed, en trekkingen in de ledematen. Er is geen behandeling voor dementie. Dementie is niet te genezen. Er zijn wel medicijnen om de ziekte een tijdje stabiel te houden,en de ziekte vertragen. en rustgevende middelen wanneer een persoon agressief wordt, kunnen ook gebruikt worden. Inleven in de persoon met dementie, veel geduld, inleven in de wereld van de zorgvrager. En in je hoofd houden dat mensen met dementie ziek zijn, ook al zien ze er niet ziek uit. Parkinson Parkinson is een ernstige neurologische aandoening. Een bepaald deel van de hersenen is aangetast, en daardoor gaat de motoriek in het lichaam achteruit. De patiënt verliest de controle over een aantal bewegingen.
Wat zijn de belangrijkste symptomen/ verschijnselen? De belangrijkste symptomen van de aandoening zijn: moeite met lopen, neiging tot gebogen lopen en schuifelen, onwillekeurige hoofdbewegingen, stijve gezichtsspieren en een stijve gezichtsuitdrukking, een stijve tong, met als gevolg kwijlen, en een verminderd spraakvermogen. Ze ziekte zet zich voort en veroorzaakt een onomkeerbare beschadiging. Het beven wordt vaak erger, waardoor handelingen als schrijven en uit een kopje drinken onmogelijk worden. De patiënt kan uiteindelijk dement worden. De oorzaak van Parkinson is nog onbekend. Wel komt de ziekte vaak voor op oudere leeftijd, en meer bij mannen dan vrouwen. De ziekte tast de centrale hersenen aan. Hierdoor ontstaat een gebrek aan de neurotransmitter dopamine. Een neurotransmitter is een stof die zorgt voor de overdracht van signalen in de hersenen. Deze signaaloverdracht raakt bij Parkinson verstoord. Er is geen behandeling voor de ziekte van Parkinson. Als je de ziekte hebt, kom je er ook niet vanaf. Er zijn wel medicijnen om de ziekte van Parkinson te onderdrukken. Het oudste en bekendste medicijn is de ‘dopa’. (levodopa). Door de ziekte kunnen de hersenen geen dopamine meer aanmaken. Maar de hersenen kunnen de (levo)dopa wel omzetten in dopamine, en zo helpt dit het tekort voor een deel aan te voeden.