Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Ontwikkelingen van baby t/m jong volwassene

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1544 woorden
  • 13 mei 2008
  • 278 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
278 keer beoordeeld

De verschillende soorten ontwikkelingen
- cognitieve ontwikkeling
- lichamelijke ontwikkeling
- emotionele ontwikkeling
- sociale ontwikkeling
- seksuele ontwikkeling

Baby 0 – 1,5 jaar

Cognitieve ontwikkeling
- De cognitieve ontwikkeling begint al voor de geboorte; de baby reageert op geluiden van buitenaf.
- De zintuigen zijn erg belangrijk bij deze ontwikkeling; ruiken, proeven, tasten, horen en zien.
- Een baby leert begrijpen door te naar dingen te grijpen.

- Bij een baby is er geen ik-besef en ook geen lichaams-besef.

Een baby leert door middel van 3 manieren:
- Ervaren
- Herhalen
- Imiteren (nadoen)

Taalontwikkeling valt ook onder cognitieve ontwikkeling.
Als een baby nog niet kan praten, communiceert het door:
- oogcontact
- gezichtuitdrukking, gelaatsmimiek
- lichaamstaal

Lichamelijke ontwikkeling
Een baby heeft vanaf de geboorte reflexen. Bijvoorbeeld: als je je vinger in het handje van een jonge baby legt grijpt het kindje je vinger vast. Na een paar weken worden deze reflexen minder. Reflexen zijn onbewuste bewegingen, dus na een paar weken komen daar bewuste bewegingen voor in de plaats.

Sociale/emotionele ontwikkeling
Het is belangrijk dat er een hechtingsrelatie ontstaat tussen de baby en de verzorger. Die ‘hechting’ zal ontstaan als de verzorger betrouwbaar is, continuïteit biedt en responsief is. Door deze dingen te doen biedt de verzorger veiligheid. De hechting moet dus van 2 kanten komen.


Seksuele ontwikkeling
Seksualiteit bestaat nog niet bij een baby. Maar een baby heeft wel behoefte aan intimiteit; het beleven van lust. Dat baby’s lust beleven is sterk gekoppeld aan de mond; zuigen, sabbelen & bijten. Dit noemen ze daarom ook wel de orale fase.

Peuter 1,5 – 4 jaar

Cognitieve ontwikkeling
Een peuter gaat steeds meer praten. Door veel te praten met een peuter verloopt de uitbreiding van de woordenschat sneller. Een peuter leert het meest als iemand actief reageert op wat ze zeggen, bijvoorbeeld door een vraag, bevestiging of een compliment.
Peuters weten nog niet goed wat nou fantasie is en wat de werkelijkheid, het loopt nog door elkaar heen. De magische wereld van een kind.
Een peuter denkt animistisch; levenloze dingen krijgen menselijke eigenschappen.
Een peuter weet nog niet wat het gevolg is als je iets doet, of wat een oorzaak ergens van kan zijn.

Een geweten is er nog niet bij een peuter. Zijn zelfbeheersing hangt af van de goedkeuring of afkeuring van zijn ouders. Een peuter denkt: als de ouders er even niet zijn dan gelden ook niet hun normen.

Lichamelijke ontwikkeling
Een peuter kan al zitten, staan & lopen. De grove motoriek is erg toegenomen. De fijne motoriek gaat ook beter, maar moet nog wel verder ontwikkeld worden. Het samenspel tussen de spieren en zintuigen is ook nog niet helemaal ontwikkeld; een voorbeeld daarvan is dat een peuter vaak mis grijpt.

Sociale/emotionele ontwikkeling
Een peuter ontdekt dat hij macht heeft over de wereld, hij zegt vaak ‘nee’ en wil veel dingen niet. Hier begint het zelfbewustzijn door te breken.


Deze fase wordt ook wel de fase van het egocentrisme genoemd, omdat het kind alleen nog maar kan redeneren vanuit zijn net ontdekte ‘ik’.

Een peuter vindt het leuk om alleen te spelen. En als er een ander kind bij is, spelen ze niet met elkaar, maar naast elkaar. Ze moeten nog leren om samen te spelen.

Op emotioneel gebied is een peuter soms wel bang. Bang dat de ouders niet meer van hem houden als hij zo koppig is. Maar ook is een peuter trots op zijn eigen prestaties.

Seksuele ontwikkeling
Op het gebied van de seksuele ontwikkeling gaat het nu over: zindelijk worden.
Een peuter moet leren om op tijd naar de wc te gaan. Deze fase word wel de anale fase genoemd, omdat de peuter zijn ontlasting kan laten gaan.

Kleuter 4 – 6 jaar.

Cognitieve ontwikkeling
Een kleuter denkt prelogisch, dat is een ontwikkelingsfase vóór het logische denken. Een kleuter denkt er niet over na dat als hij iets doet, wat dan het gevolg is.
Ook denkt een kleuter animistisch, dat is dat kindreen van iets doods iets levends maken. Een voorbeeld: een paar stoeltjes achter elkaar: dat is een trein.

Bij een kleuter begint de vorming van het geweten. De kleuters kennen het verschil tussen goed en kwaad.

Lichamelijke ontwikkeling
Bij een kleuter zijn de grove en fijne motoriek goed ontwikkeld. Ze kunnen hun lichaam goed beheersen. Ze leren een koprol maken, maar ook tekenen en veters strikken.

Ook het lichaam zelf veranderd, het mollige dat het kind in de peutertijd had verdwijnt.

Sociale/emotionele ontwikkeling
Peuters spelen vaak naast elkaar, als het kleuters worden gaan ze meer mét elkaar spelen. De kleuter betrekt anderen in zijn spel, daardoor kunnen ze ‘rollenspel’ spelen. Ze verdelen de taken en ze vertellen elkaar wat ze moeten zeggen.

Een kleuter wil graag anderen helpen, dingen met anderen delen en met anderen mee leven. Maar als er dan een meningsverschil is komt er vaak ruzie of willen de kinderen niet meer mee doen met het spel.

Een kleuter is bezig om groot te worden, het kind wil niet huilen als iets tegenzit of als hij zich pijn heeft gedaan. Het kind wil zelfstandig worden, maar als het kind dan heel verdrietig is, dan vinden ze het toch wel fijn om even bij iemand op schoot te kruipen.

Seksuele ontwikkeling
Kleuters weten dat ze een jongetje of een meisje zijn, want een jongetje heeft een piemeltje en een meisje niet. Ook zien ze (door ouders/verzorgers) wat echt ‘mannengedrag’ en wat ‘vrouwengedrag’ is.
Deze fase wordt ook wel ‘genitale fase’ genoemd.

Schoolkind 6 – 12 jaar

Cognitieve ontwikkeling
Een schoolkind gaat steeds realistischer denken, ze weten steeds beter wat wel waar is en wat niet waar is.
Een schoolkind kan steeds beter logische verbanden leggen(logisch denken). Schoolkinderen denken over dingen die niet direct waarneembaar zijn en die je ook niet echt ervaart(abstract denken). Ook gaat een kind meer over de toekomst nadenken.

Sociale/emotionele ontwikkeling
Op emotioneel gebied zie je een toenemende zelfstandigheid. Maar toch is het schoolkind nog wel erg kwetsbaar. Als een kind net even anders is dan de meeste kinderen word het kind vaak gepest. Bijvoorbeeld als een kind een vreemde naam heeft, wat dikker is of rare kleren aan heeft. Als kinderen vaak gepest worden kunnen ze zich vaak ook niet goed weren.


Veerkracht is: het vermogen om flexibel en volhardend te reageren met name in probleemsituaties. Een kind dat veel veerkracht heeft kan moeilijke situaties beter aan dan een kind met weinig veerkracht.
Zelfvertrouwen: de kinderen denken dat ze de situatie zelf wel kunnen oplossen.
Vertrouwen in anderen: de kinderen verwachten hulp van anderen om een situatie op te lossen.

Schoolkinderen vinden het fijn om samen te spelen, ze kunnen ook goed samenwerken. Ook zijn de kinderen vaak gericht op hetzelfde geslacht. Meisjes hebben behoefte aan vriendinnetjes van hun eigen leeftijdsgroep. En dat is bij jongetjes net zo, ze willen graag spelen met jongetjes van hun leeftijdsgroep.

Lichamelijk ontwikkeling
In deze fase heeft en kind een goed gebouwd lichaam, de verhoudingen & de coördinatie zijn ook goed. Bij de sportieve kant is het uithoudingsvermogen ook erg goed.
Er is wel veel verschil tussen jongens & meisjes. Jongens worden sterker en hebben een groter uithoudingsvermogen. Vanaf een jaar of 10,11 worden de meisjes groter dan de jongens, want dan hebben zitten in ze in een groeispurt. De jongens hebben pas later een groeispurt.

Seksuele ontwikkeling
Seksualiteit is niet zo belangrijk in deze fase. De schoolkinderen richten zich meer op relaties met andere kinderen. Ook zijn ze erg leergierig dus is erg geen tijd voor de lust van het lichaam.
Seksuele gevoelens zijn er nog niet bij schoolkinderen. Als de kinderen bijna naar de middelbare school gaan en de puberteit er aan komt, komen de seksuele gevoelens meer naar boven.

Puber 12 -16 jaar

Cognitieve ontwikkeling
Een puber gaat:

- abstract denken
- systematisch denken
- kritisch denken
- over zichzelf nadenken, zelfreflectie

Lichamelijke ontwikkeling
In de puberteit groeit een kind ongeveer 10 cm per jaar.
In de puberteit veranderen ook veel dingen aan je lichaam;
- meisjes:
Ze maken een groeispurt door, krijgen borsten, schaamhaar en okselhaar, ze worden voor het eerst ongesteld en ze worden geslachtsrijp.
- jongens:
Ze maken een groeispurt door, de penis gaat groeien, krijgen schaamhaar, okselhaar en een andere stem. Ook begint de snor- en baargroei.

Sociale/emotionele ontwikkeling
Kenmerken van de sociale ontwikkeling bij een puber:
- willen zelfstandig zijn
- willen bij ‘de groep’ horen
- zoeken naar een eigen identiteit

- zijn minder vaak thuis
- het losmakingproces begint
- dragen verantwoordelijkheid

Ook veranderen pubers op emotioneel gebied:
- ze zijn onevenwichtig
- ze zijn erg onzeker
- ze schamen zich voor bepaalde dingen
- ze experimenteren
- ze hebben meer behoefte aan goed/speciale vrienden&vriendinnen

Seksuele ontwikkeling
In de puberteit worden pubers geslachtsrijp, meisjes vaak eerder dan jongens.
Ook ontwikkelen pubers interesse in seks.
Jongens fantaseren vaak over seksuele dingen, meisjes meer over romantische dingen.

Jongvolwassene 16 – 21 jaar
Een jongvolwassene wordt ook wel ‘jongere’ of ‘adolescent’ genoemd.

Cognitieve ontwikkeling
Kenmerken van de cognitieve ontwikkeling bij een jongere:

- abstract denken: filosoferen
- genuanceerder denken
- minder verzet tegen hun ouders

Lichamelijk ontwikkeling
Een adolescent is in lichamelijk opzicht volwassen. Daarom worden ze ook wel jongvolwassenen genoemd.

Sociale/emotionele ontwikkeling
Een jongere:
- kan de ander beter inschatten
- kan zich beter inleven/invoelen in de ander
- wil niet opgaan in de groep
- krijgt stabielere relaties

Op emotioneel gebied zijn de kenmerken van een jongere:
- zoekt een eigen identiteit
- is minder onzeker
- kiest eigen normen & waarden
- is evenwichtiger

Seksuele ontwikkeling
De relaties die de jongere heeft worden duurzamer, ze zijn belangrijker voor de jongere. Op seksueel gebied heeft de jongere minder behoefte om te experimenteren.

REACTIES

J.

J.

Hallo jildou,

ik ben 43 jaar en ben met de opleiding saw bezig voor mijn werk.
ik moet weer opnieuw leren, leren.
ik vind ou werkstuk geweldig ik was zelf al bezig maar te lang van stof.
dus probeer ik jou werkstuk in mijn eigen woorden over te nemen.
iedeer geval hier voor al heel erg bedankt.
mvg janneke

14 jaar geleden

L.

L.

Hallo Jildou,
Ik vond je werkstuk opzich wel goed, alleen je hebt niet alles op de goede plek gezet.
Zelf moet ik nu een werkstuk maken over de peuter. Bij de peuter hoort de zindelijkheid bijvoorbeeld bij de lichamelijke ontwikkeling, en bij de seksuele ontwikkeling hoort te staan dat ze in deze leeftijdsfase ontdekken dat er verschil is tussen jongens en meisjes. En bij de angst gaat het er niet om dat ze bang zijn dat hun ouders niet meer terug komen door hun koppigheid. Ze voelen zich namelijk thuis en veilig bij hun ouders, waardoor ze weten dat ze koppig kunnen doen tegen hun ouders. Bij de angst gaat het er meer om dat ze bang zijn door hun eigen fantasie. Er zit bijvoorbeeld een monster in de kast of onder het bed. En als de juf er niet is als hij de vorige dag ruzie heeft gehad met haar, denkt de peuter dat het zijn schuld is.
Dat soort dingen horen er bij angst te staan... ;)

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.