Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1-5

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • havo/vwo | 467 woorden
  • 8 januari 2015
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

H. 1 Zorg nou zelf

Verzorging: zorgen en verzorgen

Zorgactiviteiten: dingen die je doet (afwassen, stofzuigen, huiswerk maken)

Zorggebieden: voeding, lichaamsverzorging, kleding, hygiëne, gezondheid

Basisbehoeften: wat ieder mens nodig heeft (eten, drinken, huis)

Zorgafhankelijk: je bent afhankelijk van anderen voor zorg (bv je groeit op bij je ouders)

Zorgzelfstandig: hoe ouder je wordt hoe meer dingen je zelf kunt doen (puber)

Volwassen: je bent zelfstandig en je draagt eigen verantwoordelijkheid

 

H. 2 Wij mensen

Afhankelijk: je hebt elkaar nodig

Relatie: je heb een relatie met ander mensen

Hulp en zorg: kun je een ander geven

Vooroordeel: oordelen op 1 gegeven van iemand, je hebt iemand heel even gezien

Naaste: familieleden en vrienden

Respect: rekening houden met elkaar

Parenteel: stamboom

Biologisch kind: dat je een echt kind bent van je ouders, niet geadopteerd

Wettig: door adoptie wordt je wel een officieel kind van je adoptieouders

Vernoemen: een kind krijgt dezelfde voornaam als een familielid

Voorzieningen: vaatwasser, wasmachine, magnetron, allemaal dingen die je gebruikt in huis

 

Verzorging, we leven samen

Regels: afspraken die je met elkaar maakt

Gewoonte: dagelijkse dingen (ontbijten, fietsen naar school, huiswerk maken)

Norm = gedragsregel: regel die vertelt hoe je je moet gedragen (achter elke norm zit een waarde)

Waarden: wat mensen belangrijk vinden in hun leven (respect, gezondheid, milieu)

Levensovertuiging: doel in je leven

Cultuur: elke groep mensen heeft zijn eigen regels (Indianen, zigeuners, nomaden, woonwagenbewoners)

Accepteren: iets aannemen (bv dat iemand anders is)

Respect=beleefd: eerbied hebben voor een ander

Uniek: elk mens is anders

Sociaal wezen: mens is sociaal wezen omdat je ander mensen nodig hebt om te leven

 

H. 4 zorgen voor jezelf en anderen

Zelfzorg: zorgen voor jezelf

Mantelzorg: zorgen voor iemand anders die hulp nodig heeft (zieke oma, zieke buurvrouw)

Vrijwilligerswerk: vorm van mantelzorg, je krijgt er geen geld voor

Professionele zorg: zorg gegeven door mensen die ervoor geleerd hebben (op school door leraren, auto door monteur, bakker bakt het brood, fietsenmaker plakt je band, dokter maakt je beter

Brusjes: broers of zussen met een ziekte of handicap

Verantwoordelijkheid: bepaalde taken of plichten hebben

WMO: wet maatschappelijke ondersteuning (bv dat je toch geld krijgt van de gemeente voor het verzorgen van je zieke moeder of buurvrouw)

Hulp in natura: je krijgt hulp in de vorm van een rolstoel of een aangepast bed

Financiële hulp: je krijgt geld waardoor je hulp kunt inkopen

 

H. 5 Samen aan het werk

Bij verzorging werken we volgens een vast patroon:

  • Voorbereiden
  • Uitvoeren
  • Nazorg
  • Evalueren

Samenwerken: samen met iemand anders dingen doen

Efficiënt: slim omgaan met wat je moet doen

Afspraken: je maakt afspraken voor je iets samen gaat doen (taakverdeling)

Werkplan: opsomming van zorgstappen

Communiceren: praten en naar elkaar luisteren

Lichaamstaal: door naar iemands gezicht en gebaren te kijken, kan je zien wat iemand bedoelt, ook door houding

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.