scheidingsmethodes |
Gebaseerd op |
oplossing |
suspensie |
emulsie |
Decanteren(afschenken) |
Verschil in dichtheid |
- |
+ |
+ |
Filteren/zeven |
Verschil in deeltjesgrote |
- |
+ |
- |
Indampen (S in L) |
Verschil in kookpunt |
+ |
+ |
|
Extraheren (thee) (deel oplossen) |
Verschil in oplosbaarheid |
+ |
||
adsorberen |
Verschil in aanhechtingsvermogen |
+ |
+ |
+ |
absorberen |
||||
chromotografie |
Verschil in oplosbaarheid in de loopvloeistof en verschil in aanhechting aan de stationaire fase |
+ |
+ |
|
centrifugeren |
Verschil in dichtheid |
- |
+ |
+ |
bezinken |
Verschil in dichtheid |
- |
+ |
+ |
Destilleren (L in L) |
Verschil in kookpunt |
+ |
- |
|
Bezinken en afgieten
- Vaste stof zakt naar de bodem omdat het een grotere dichtheid heeft
Centrifugeren
- een snellere manier van bezinken
- nadeel: vaste stof blijf aan de bodem vastzitten, dus kan je alleen de vloeistof gebruiken
Zeven
- hoe groter de zeefgaatjes, hoe groter de deeltjes
Filteren
- filtreerpapier met poriën
- wat achterblijf heet residu
- de vloeistof die door het filter gaat heet filtraat
het verschil tussen zeven en filteren is de materialen die je gebruikt
Adsorberen
- 5 gram actieve kool heeft de oppervlakte van een voetbalveld
- Adsorberen = vasthouden
- Bepaalde stoffen hechten aan het oppervlak van het adsorptiemiddel
- Stoffen verwijderen uit een oplossing of een gasmengel
- Kleurstoffen uit en oplossing verwijderen
- Gasmakers zijn een voorbeeld, er zit actieve kool in dat het giftige gas adsorbeert
Indampen
- Gebruik je als je één stof(met het hoogste kookpunt) over wil houden
- Stof met het laagste kookpunt verdampt
Destilleren
- Gebruik je als je twee stoffen over wil houden
- Een vloeisof verdampt en door koeling weer condenseert
- Kan alleen als de kookpunt ver genoeg uit elkaar liggen
- De opgevangen vloeistof dat gecondenseerd is heet het destillaat
- wat achter blijft in de destilleerkolf achterblijft heet het residu
Extraheren
- vaste stof uit een vaste stof halen
- één van de twee vaste stoffen uitlossen in een oplosmiddel en dan scheiden met een scheitrechter en de oplossing indampen
Chromografie
- op de stationaire fase (meestal papier) staat een kleine stip van een stof, dit zet je het in een (loop)vloeistof (meestal water). De vloeistof wordt de mobiele fase genoemd.
- Het kan mislukken als:
- De stof te goed aan de stationaire fase hecht (het lost dan niet op)
- je kan onderzoeken welke kleurstof iets is door een monster van iets en een bepaalde kleurstof op een stationaire fase te doen en het te chromograferen
- je kan de referentiewaarde (RF) uitrekenen door de afstand die de kleurstof heeft afgelegt
te delen door de afstand van het vloeistoffront. Dit heet referentie
- de referentiewaarde van een stof is kemerkend en kan je aantonen dat een stof aanwezig is in een monster
RF= afstand die de kleurstof aflegt: afstand die het vloeistoffront aflegt
REACTIES
1 seconde geleden