scheidingsmethoden Chemie

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 605 woorden
  • 10 december 2015
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
20 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

scheidingsmethodes

Gebaseerd op

oplossing

suspensie

emulsie

Decanteren(afschenken)

Verschil in dichtheid

         -

        +

     +

Filteren/zeven

Verschil in deeltjesgrote

         -

        +

      -

Indampen (S in L)

Verschil in kookpunt

        +

        +

Extraheren  (thee) (deel oplossen)

Verschil in oplosbaarheid

        +

adsorberen

Verschil in aanhechtingsvermogen

         +

        +

      +

absorberen

chromotografie

Verschil in oplosbaarheid in de loopvloeistof en verschil in aanhechting aan de stationaire fase

        +

         +

centrifugeren

Verschil in dichtheid

        -

        +

      +

bezinken

Verschil in dichtheid

        -

        +

      +

Destilleren (L in L)

Verschil in kookpunt

        +

        -

Bezinken en afgieten

  • Vaste stof zakt naar de bodem omdat het een grotere dichtheid heeft

Centrifugeren

  • een snellere manier van bezinken
  • nadeel: vaste stof blijf aan de bodem vastzitten, dus kan je alleen de vloeistof gebruiken

Zeven

  • hoe groter de zeefgaatjes, hoe groter de deeltjes

Filteren

  • filtreerpapier met poriën
  • wat achterblijf heet residu
  • de vloeistof die door het filter gaat heet filtraat

het verschil tussen zeven en filteren is de materialen die je gebruikt

Adsorberen

  • 5 gram actieve kool heeft de oppervlakte van een voetbalveld
  • Adsorberen = vasthouden
  • Bepaalde stoffen hechten aan het oppervlak van het adsorptiemiddel
  • Stoffen verwijderen uit een oplossing of een gasmengel
  • Kleurstoffen uit en oplossing verwijderen
  • Gasmakers zijn een voorbeeld, er zit actieve kool in dat het giftige gas adsorbeert

Indampen

  • Gebruik je als je één stof(met het hoogste kookpunt) over wil houden
  • Stof met het laagste kookpunt verdampt

Destilleren

  • Gebruik je als je twee stoffen over wil houden
  • Een vloeisof verdampt en door koeling weer condenseert
  • Kan alleen als de kookpunt ver genoeg uit elkaar liggen
  • De opgevangen vloeistof dat gecondenseerd is heet het destillaat
  • wat achter blijft in de destilleerkolf achterblijft heet het residu

Extraheren

  • vaste stof uit een vaste stof halen
  • één van de twee vaste stoffen uitlossen in een oplosmiddel en dan scheiden met een scheitrechter en de oplossing indampen

Chromografie

  • op de stationaire fase (meestal papier) staat een kleine stip van een stof, dit zet je het in een (loop)vloeistof (meestal water). De vloeistof wordt de mobiele fase genoemd.
  • Het kan mislukken als:
  • De stof te goed aan de stationaire fase hecht (het lost dan niet op)
  • je kan onderzoeken welke kleurstof iets is door een monster van iets en een bepaalde kleurstof op een stationaire fase te doen en het te chromograferen
  • je kan de referentiewaarde (RF) uitrekenen door de afstand die de kleurstof heeft afgelegt

te delen door de afstand van het vloeistoffront. Dit heet referentie

  • de referentiewaarde van een stof is kemerkend en kan je aantonen dat een stof aanwezig is in een monster

RF=  afstand die de kleurstof aflegt:  afstand die het vloeistoffront aflegt

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.