Scheidingsmethoden

Samenvatting Scheidingsmethoden Hoofdstuk 2, Scheikunde 3VWO 2.1 Afval Afval kan je weer gebruiken (recyclen). Maar je moet het dan eerst sorteren dat kan op twee manieren. Aan de bron (als het afval ontstaat) of aan het eind (vuilniszak à naar verwerkingsbedrijf). Het rioolwater komt in de rioolwaterzuiveringsinstallatie(goed galgje woord 31 letters). De grote vaste bestanddelen worden met een metalen zeef uit het water gezeefd. Een suspensie kun je scheiden door filtratie. Bij filtreren laten we een suspensie door een filter lopen. De vaste deeltjes kunnen niet door het filter heen en blijven op het filter achter: het residu. De vloeistof loopt wel door het filter: het filtraat. Bij centrifugeren wordt een suspensie of emulsie heel snel rondgedraaid. Hierdoor zakken de zware deeltjes naar de bodem. Bij afval sorteren probeer je stoffen apart te krijgen: Sorteren. Om dat te kunnen doen kan je scheidingsmethoden gebruiken zoals filteren en centrifugeren. 2.2 Bereiding drinkwater Bij destilleren verwarm je een mengsel van (vloei)stoffen. De stof met het laagste kookpunt verdampt en deze vang je op. Dit is het destillaat. Om te destilleren moeten de kookpunten voldoende verschillen. Oplossingen van een vaste stof hebben het hoogste kookpunt en water het laagste kookpunt.
2.3 Koffie zetten AANT. Bij proef 36 ga je extraheren Hierbij gebruik je een vloeistof om geur, kleur en smaakstoffen te halen uit een mengsel van vaste stoffen. Een voorbeeld hiervan is theezetten. De vloeistof die je gebruikt is het extractiemiddel. Wat je overhoud is het extract. Bij proef 47 ga je adsorberen. Hierbij gebruik je een vaste stof om een kleurstof te halen uit een oplossing. De vaste stof die je gebruikt is het adsorptiemiddel. Scheidingsmethoden Soort mengsel Van welk verschil in de eigenschap maak je gebruik? Filtreren Suspensie De fase of deeltjes grote
Bezinken Suspensie Dichtheid
Centrifugeren Suspensie Dichtheid
Extraheren Mengsel van vaste stoffen Oplosbaarheid
Adsorberen Oplossing Kleefkracht
Indampten Oplossing Kookpunt
Destilleren Oplossing Kookpunt
Chromatografie Oplossing Oplosbaarheid en adsorptie Extraheren: mengsels van vaste stoffen scheiden door gebruik te maken van de oplosbaarheid, het betekend letterlik Uittrekken. Het oplossing die je hierbij gebruikt heet een extractiemiddel. Als extractiemiddel gebruik je een oplosmiddel, waarin sommige stoffen van het mengsel wel oplossen en andere niet. Veel gebruikte extractiemiddelen zijn water, wasbenzine of alcohol. 2.4 Ontkleuren Bij adsorberen hecht een kleurstof zich aan het adsorptiemiddel. Voorbeelden van adsorptiemiddelen zijn silicagel, norit en bleekaarde. Het oppervlak moet zo groot mogelijk zijn bij het adsorptiemiddel. Je moet de adsorptiemiddelen voor gebruik dan ook verpoederen.
2.5 Viltstiften Het papiertje dat je na het drogen overhoud is het chromatogram. Zo kan je zien welke kleuren de viltstift bevatte. Bij het chomatograferen maak je gebruik van de oplosbaarheid en de adsorptie. De kleurstoffen verschillen in oplosbaarheid in de loopvloeistof en de aanhechtingsvermogen aan het papier daarom sullen ze op verschillende plaatsen op het papier terecht komen. En anders andere loopvloeistof of ander papier.