Samenvatting Scheikunde H2

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 2

Model zeepdeeltje

Hydrofiel : deel dat WEL in water oplost en NIET in vet
Hydrofoob: deel dat NIET in water oplost en WEL in vet
De staart moet niets van water hebben (hydrofoob), wel van olie, vet of lucht. De kop van een zeepdeeltje zit graag in water (hydrofiel).

Hoe werkt zeep ?

De werking van zeep berust op het feit dat de hydrofobe staart van een zeepdeeltje in het hydrofobe vet gaat zitten en dat de hydrofiele kop in het water blijft. Het hydrofobe deel + het vetdeel worden zo met het water wegspoelt. Je kunt ook zeggen dat zeep het mogelijk maakt om water en vet met elkaar te mengen. 

detergens = synthetische zeep 
conserveermiddelen = middelen die ervoor zorgen dat de groei van bacteriën en/of schimmels wordt tegengehouden daardoor zijn producten langer houdbaar.

    Mengsel van vloeistof en …    Helder/troebel    Mengt het?    Na lange tijd staan zie je?
oplossing    of vaste stof
of vloeistof
of gas    helder
helder
helder     ja
ja
ja    
suspensie    een fijn verdeelde vaste stof    troebel    nee    Vloeistof met op de bodem vaste stof
emulsie    Een fijn verdeelde vloeistof    troebel    nee    Twee vloeistof lagen

destileren    chromagraferen    filteren    zeven    centrifugeren
Geschikt voor mengsels van vloeistoffen    Geschikt voor kleine hoeveelheden (kleur)stoffen    Geschikt voor suspensies    Geschikt voor mengsel met verschillende korrelgrootte    Geschikt voor suspensies
Scheiding van minstens 2 vloeistoffen die minstens 25 *C in kookpunt van elkaar verschillen    De (kleur)stoffen moeten verschillen in oplosbaarheid (loopvloeistof) en in hechtingsvermogen(aan het papier)     Filteren is gebaseerd op een verschil in deeltjesgrootte    Kleine korreltjes kunnen door de gaatjes van de zeef vallen, de rest blijft op de zeef hangen.     Centrifugeren is gebaseerd op een verschil in dichtheid.
Vb. scheiden benzine en diesel        Vb. troebel water zuiveren    Vb. sorteren grind/zand    Vb. was in de wasmachine

Suspensie = een fijn verdeelde vaste stof in een vloeistof, het is troebel. vb. van een suspensie zijn zand in water en krijt in water. Je kunt een suspensie scheiden in zijn bestandsdelen door filteren en centrifugeren.

pH= een getal dat aangeeft hoe zuur iets is.

Zure vloeistoffen hebben een getal kleiner dan 7
Basische vloeistoffen hebben een getal groter dan 7
Een vloeistof met een pH van 7 is neutraal, zo’n vloeistof is niet zuur of basisch.

neutraliseren: bij een zure vloeistof genoeg basisch gooien om een pH van 7 te krijgen.
                      bij een basische vloeistof genoeg zuur gooien om een pH van 7 te krijgen.