Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 6: zuren en base

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 650 woorden
  • 8 mei 2015
  • 54 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
54 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!

Hoofdstuk 6 zuren en basen

Paragraaf 1. Eigenschappen van zuren

  • Kleurt blauw lakmoespapier rood
  • Kleurt rode koolsap rood
  • Zuurgraad (pH) is lager dan 7
  • Verwijderd kalkaanslag

Zure oplossing geleid stroom. Aan de negatieve elektrode ontstaat waterstofgas.

Zure oplossing bevat H+ -ionen en negatieve ionen zijn zuurrest-ionen.

Geconcentreerde zoutzuur = een hoge concentratie zoutzuur

Verdund zoutzuur= lage concentratie. Is vaak verdund met water.

Hoe hoger H+-concentratie, hoe zuurder, hoe lager de pH

Paragraaf 2 zuren en zure oplossingen

Een zuur is een stof die een H+ kan afstaan

Naam oplossing

Notatie

Naam zuurrest-ion

Azijnzuur

H+ (aq) + Ac- (aq)

Acetaat-ion

Zoutzuur

H+ (aq) + Cl- (aq)

Chloride-ion

Salpeterzuuroplossing

H+ (aq) + NO3- (aq)

Nitraat-ion

Zwavelzuuroplossing

2 H+ (aq) + SO42- (aq)

Sulfaat-ion

Koolzuurhoudend water

2 H+ (aq) + CO32- (aq)

Carbonaat-ion

Fosforzuuroplossing

3 H+ (aq) + PO43- (aq)

Fosfaat-ion

Reacties:

Azijnzuur: HAl (l) > H+ (aq) + Ac- (aq)

Waterstofchloride: HCl (g) > H+ (aq) + Cl- (aq)

Salpeterzuur: HNO3 (l) > H+ (aq) + NO3- (aq)

Zwavelzuur: H2SO4 (l)  > 2 H+ (aq) + SO42- (aq)

Koolzuurhoudend water: koolzuur = H2CO3

CO2 (g) + H2O (l) > H2CO3 (aq)

Koolzuur splits dan in H2CO3 (aq) > H+ (aq) + CO32- (aq)

Fosforzuur: H3PO4 (s)  > 3 H+ (aq) + PO43- (aq)

Paragraaf 3 basen en basische oplossingen

  • Kleurt rood lakmoespapier blauw          
  • Kleurt rodekoolsap groengeel
  • Zuurgraad (pH) is hoger dan 7
  • Lossen vetachtig vuil op

Een base is een deeltje dan een H+ kan opnemen

Naam base

Formule

Ammoniak

NH3 (g)

Zouten met hydroxide

OH-

Zouten met oxide-ion

O2-

Zouten met carbonaat-ion

CO32-

Een natronloog is natriumhydroxide-oplossing: NaOH (s) > Na+ (aq) + OH- (aq)

Kalkwater is calciumhydroxide-oplossing: Ca(OH)2 (s) > Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)

Hoe hoger de OHconcentratie hoe hoger de pH

Paragraaf 4 zuur-basereacties

De zuur staat de H+-ionen af aan een base

Bv. Ontzuren van zoutzuur met behulp van natronloog

De zuur: zoutzuur   De base: natronloog

De H+ moet reageren met een negatief-ion dus in dit geval OH-

Voor de reactie

Zuur-base reactie

Na de reactie

H+ (aq)

Cl- (aq)

Na+ (aq)

OH- (aq)

H+ (aq) + OH- (aq) > H2O (l)

H2O (l)

Na+ (aq) en Cl- (aq)

= tribune-ionen (doen niet mee aan de reactie)

Neutraliseren van ammoniak:

Ammoniak is een base, om die wat minder base te maken kies je een zuur die vervolgens niet meedoet met de reactie. Hierbij moet de ammoniak minder sterk worden.

Voor de reactie

Zuur-base reactie

Na de reactie

H+ (aq)

SO42- (aq)

NH3 (aq)

H+ (aq) + NH3 (aq) > NH4+ (aq)

H2O

NH4+ (aq)

SO42- (aq) tribune-ion

Zuur-basereacties die kunnen ontstaan:

OH- als base: H+ (aq) + OH- (aq) > H2O (l)

O2- als base: 2 H+ (aq) + O2- (aq) > H2O (l)

CO32- als base: 2 H+ (aq) + CO32- (aq) > CO2 (g) + H2O (l)

NH3 als base: H+ (aq) + NH3 (aq) > NH4+ (aq)

Paragraaf 5 zuren en basen in het milieu

SO2 (g) NOx (g) en NH3 (g) veroorzaakt zure regen.

Zwaveldioxide en stikstofoxide worden in de lucht omgezet in zwavelzuur (SO42-) en salpeterzuur (NO3-)

Ammoniak word in de grond d.m.v. bacteriën omgezet in salpeterzuur

Paragraaf 6 Titraties

Titreren is een manier om te bepalen hoeveel er van een bepaalde stof (zuur of base) aanwezig is.

Het omslag punt van zuur naar base of andersom is het eindpunt van de titratie. Kun je zien met indicatoren.

Vb. er moet minimaal in keukenazijn 4g azijnzuur in 100 mL zitten

Er word 25 Ml keukenazijn afgemeten en 19.4 mL natronloog is het omslagpunt

Gegeven is dat 1 mL natronloog overeen komt met 55 mg azijnzuur

Natronloog

Azijnzuur

Gegeven

1 mL

55 mg

Gevraagd

19,4 mL

?

1mL x ? = 19,4 mL x 55 mg = 1067mg per 25Ml

1067 x 4 = 4268 mg = 4,3g per 100 Ml          DUS DAT KAN, HET IS MEER DAN 4G

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.