Scheikunde
Hoofdstuk 6 Verbrandingen
§6.1 en 6.3
§6.1 Wat is verbranden?
Lucht bestaat voor ± 20 volumeprocent uit zuurstof en 80 volumeprocent uit stikstof. Andere gassen die in lucht voorkomen zijn waterdamp, koolstofdioxide en enkele edelgassen.
Voor een verbranding is nodig:
- brandstof
- zuurstof
- ontbrandingstemperatuur
Verbrandingsproducten: reactieproducten die ontstaan bij een verbrandingsreactie van een brandbare stof met zuurstof.
§6.2 Het verbranden van enkele niet-ontleedbare stoffen
Oxidatiereactie: een reactie met zuurstof
Verbrandingsreactie: als bij de oxidatie ook vuur is waar te nemen
§6.3 Reagentia
Reagens: wit kopersulfaat noemen we een reagens op water.
Selectiviteit reagens: wit kopersulfaat toont alleen water aan.
Gevoeligheid reagens: met zeer weinig water of waterdamp treedt blauwkleuring op.
Scheikunde
Hoofdstuk 7 Moleculen en atomen
§7.1 Moleculen
Iedere stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. Er zijn dus net zoveel soorten moleculen als er stoffen zijn: zo’n 12 miljoen.
De molekulen van één stof zijn volkomen gelijk. Zij zijn heel klein en hebben een zeer kleine massa.
Moleculen trekken elkaar aan. Deze zwakke krachten heten vanderwaalskrachten.
Moleculen bewegen in gas- en vloeibare fase langs elkaar heen. De snelheid van de moleculen wordt groter naarmate de temperatuur stijgt.
§7.2 Fase-overgangen verklaard
De drie fasen kunnen we met moleculen beschrijven:
- In een gas bewegen de molekulen op onderling grote afstand door elkaar heen.
- In een vloeistof bewegen de moleculen langs elkaar, waarbij ze elkaar raken
- In een vaste stof trillen de molekulen op een vaste plaats dicht op elkaar.
Fase-overgangen kunnen we ook met moleculen beschrijven.
§7.3 Het atoommodel van Dalton
Om reacties te kunnen beschrijven, moten we aannemen dat moleculen uit nog kleinere deeltjes bestaan: atomen. Een molecuul is een bij elkaar horende groep atomen.
Volgens Dalton zijn atomen onveranderlijke, onsplitsbare bolletjes. Bij chemische reacties hergroeperen atomen van de beginstoffen zich tot nieuwe moleculen van de reactieproducten. Er gaan geen atomen verloren. Er bestaan ongeveer 100 atoomsoorten.
§7.4 Molecuulformules
Elke stof geven we weer door een molecuulformule. De molecuulformule geeft aan hoeveel atomen van welke soort het molecuul van een bepaalde stof bevat. Het aantal atomen in een molecuul geven we aan met een index.
Het aantal moleculen wordt met een coëfficiënt aangegeven. Met een molecuultekening geven we aan hoe de atomen zijn gerangschikt.
De ruimtelijke bouw van een molecuul beelden we af door molecuulmodellen te maken met behulp van atoommodellen.
Aantal Telwoord
1 Mono
2 Di
3 Tri
4 Tetra
5 Penta
6 Hexa
7 Hepta
8 Octa
§7.5 Molekuultekeningen
§7.6 Reactievergelijkingen
Voor en na de reactie is een gelijk aantal atomen van elke soort aanwezig.
De reacties noteren we met een reactievergelijking:
a. Schrijf het reactieschema in woorden op.
b. Schrijf het reactieschema op in molekuulformules moet toestandsaanduidingen.
c. Maak de vergelijking kloppend door coëfficiënten voor de molekulen te schrijven zodat links en rechts van de reactiepijl een gelijk aantal atomen van dezelfde soort staat.
REACTIES
1 seconde geleden