Hoofdstuk 3 zouten en water

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 177 woorden
  • 16 mei 2011
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 5
11 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

De lading die een atoom in een zout kan hebben heet de elektrovalentie.

sommige ionen hebben romeinse cijfers in hun naam dat geeft hun lading weer als een atoomsoort meerdere ladingen kan hebben, bijvoorbeelt ijzer kan Fe2+ en Fe3+ zijn daarom heten ze ijzer(II)ion en ijzer(III)ion.

Symbool Elektrovalentie Naam

Ag 1+ zilverion

Ni 2+ Nikkelion

Zn 2+ Zinkion

Cr 3+ Chroom

Cu 1+

2+ Koper(I)ion

Koper(II)ion

Hg 1+

2+ Kwik(I)ion

Kwik(II)ion

Fe 2+

3+ IJzer(II)ion

IJzer(III)ion

Sn 2+

4+ Tin(II)ion

Tin(IV)ion

Pb 2+

4+ Lood(II)ion

Lood(IV)ion

Mn 2+

4+ Mangaan(II)ion

Mangaan(IV)ion

H- Hydride-ion

F- Fluoride-ion

Cl- Chloride-ion

Br- Bromide-ion

I- Jodide-ion

O2- Oxide-ion

S2- Sulfide-ion

Se2- Selenide-ion

N3- Nitride-ion

P3- Fosfide-ion

In een zout zitten positieve en negatieve ionen in een zodanige verhouding dat ze bij elkaar neutraal zijn. Bijvoorbeeld Na+ en Cl- word samen NaCl.

Natroloognatriumhydroxide

kaliloogkaliumhydroxide

kalkwatercalciumhydroxide

barietwaterbariumhydroxide

Neerslagreacties

als een stof slecht oplost met een ander. Deze info kan in binas tabel 45A gevonden worden.

Kristalwater

als koper(II)sulfaat water bind dan is er sprake van kristalwater.

Cu 2+ (aq) + SO4 2- (aq)  CuSO4 5 H2O

Hard water

hard water is water met calcium of natrium ionen.

onthardingsmethode

-ionenwisselaars

-Kaliloog

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.