3.2 : Grootheden en Eenheden.
- Grootheden zijn gegevens of verschijnselen in de natuur die meetbaar zijn, als er een getalwaarde bij wordt gegeven moet achter dat getal de eenheid staan waarin het getal is uitgedrukt.
- De SI-eenheden zijn de eenheden die in de natuurwetenschappen worden toegepast.
Dit zijn de basiseenheden met bijbehorende grootheden (tabel 3.2 uit je boek en tabel 3 en 4 uit je binas.) Er bestaan ook nog afgeleide eenheden, een voorbeeld daarvan is m3 (afgeleid van m)
- Significante cijfers zijn cijfers die betrouwbaar zijn.
Bij het vermenigvuldigen en delen van meetwaarden wordt het antwoord in evenveel significante cijfers gegeven als het betrokken meetresultaat met het kleinste aantal significante cijfers. Bij het optellen en aftrekken wordt het antwoord in evenveel decimalen gegeven als het betrokken meetresultaat met het kleinste aantal decimalen.
3.4 : De mol.
- Een mol (constante van Avogadro) is een hoeveelheid stof uitgedrukt in aantal deeltjes, één mol is 6,02 x 10-3
De mol is eigenlijk de omrekeningsfactor van gram naar u.
- Aantal gram stof- / M (molmassa)-aantal mol stof- x 6,02 x 10-3- aantal deeltjes
- Aantal deeltjes- / 6,02 x 10-3- aantal mol stof- x M (molmassa)- aantal gram stof
3.5 : Molariteit.
- De molariteit van een stof is de concentratie van een stof in een oplossing, uitgedrukt in mol stof per liter oplossing.
- Molariteit = aantal mol stof / aantal liter oplossing
- Verdunningsfactor: nieuwe volume / oude volume = molariteit. (M = … mol L-1)
3.6 : Percentage, promillage en ppm.
- Percentage = hoeveelheid stof / hoeveelheid mengsel x 100%
- Promillage = hoeveelheid stof / hoeveelheid mengsel x 1000%
- PPM = hoeveelheid stof / hoeveelheid mengsel x 106 ppm.
3.7 : De dichtheid van stoffen.
- De dichtheid is de hoeveelheid massa die in één kubieke dm zit.
- Dichtheid = massa / volume.
3.8 : Het volume van een mol gas.
- De wet van Avogadro: Bij constante temperatuur en druk bevatten gelijke volumes van verschillende gassen evenveel moleculen en dus een gelijk aantal mol.
- Bij gelijke temperatuur en druk is het volume van één mol van elk gas steeds hetzelfde. Het volume van één mol gas noem je het “molair volume”, dat wordt weergegeven met het symbool Vm.
- 1,0 mol gas = (1,0 x Vm) L gas.
- 1,0 L gas = 1,0 / Vm mol gas.
- Aantal liter stof - x dichtheid - aantal gram stof - / molmassa - aantal mol stof - x Vm - aantal liter gas.
- Aantal liter gas - / Vm - aantal mol stof - x molmassa - aantal gram stof - / dichtheid - aantal liter gas.
Andere begrippen:
Volumetrisch glaswerk
Toevallige fout
Systematische fout
Meetgetallen
Exacte getallen
Atomaire massa-eenheid
Ionmassa
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
dankjewel. ik snap t nu beter dan eerst hihi. heel fijn deze samenvatting. nog even een keer goed doorlezen en ik ben readyyy. kussssssssje x'
14 jaar geleden
Antwoorden