Hoofdstuk 2

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 342 woorden
  • 29 januari 2014
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
28 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

3.1:

Een product maken kun je op 2 manieren doen:

  1. Bestaande stoffen mengen
  2. Nieuwe stoffen maken door een chemische reactie

Je kunt alleen een nieuwe stof maken door een chemische reactie te laten verlopen.

Bij een chemische reactie verdwijnen de stoffen waarmee je begint. Deze stoffen heten beginstoffen.

Na een chemische reactie ontstaan één of meerdere stoffen.

 Reactieproducten: stoffen die ontstaan na een chemische reactie.

Het verschil tussen mengen en reageren:

  • Bij het mengen worden stoffen alleen maar door elkaar geroerd. De stoffen veranderen daarbij niet en hun eigenschappen blijven bestaan.
  • Bij reageren verdwijnen de oorspronkelijke stoffen en er ontstaan andere stoffen met andere eigenschappen.

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is.

  • Vast (s) [solid]
  • vloeibaar (l) [liquid]
  • gas (g) [gas]

wanneer een stof met water is gemengd zet je achter de stof (aq)!

3.2:

Chemische reactie is hetzelfde als reactie!

Wet van behoud van massa: massa’s van stoffen blijven hetzelfde na een reactie.

Overmaat: als een deel van één van de beginstoffen overblijft na een reactie noemen we het overgebleven deel “overmaat”. (voorbeeld op blz. 57)

Opbrengst: de werkelijk verkregen hoeveelheid product.

Als je de opbrengst deelt door de maximaal haalbare hoeveelheid krijg je het rendement.

Rendement = opbrengst : maximale hoeveelheid x 100%

3.3:

Opschalen: De stap om van laboratoriumomstandigheden naar fabrieksomstandigheden te  gaan.

Blokschema (van salmiak):

  • In een blok vindt een proces plaats: mengen, scheiden of reageren.
  • In een lijn vindt transport van stoffen plaats.

3.4:

Reagens: toont een stof aan (voorbeeld: Fehling I toont gelatine, jodium toont zetmeel aan).

Een selectief reagens toont slechts weinig verschillende stoffen aan.

Een gevoelig reagens reageert al met heel weinig van de aan te tonen stof.

De kwaliteit van een reagens wordt bepaald door de gevoeligheid en de selectiviteit.

Vochtvreters: toont aan of een stof watervrij is. Als er geen water in stof of de omringende lucht aanwezig is blijft de vochtvreter droog.

Een reagens voor water is custardpoeder!

Een reagens voor koolstofdioxide is kalkwater. Er ontstaat dan een witte troebele vloeistof (suspensie).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.