Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 Samenvatting

Beoordeling 7.4
Foto van levensmoe
  • Samenvatting door levensmoe
  • 3e klas vwo | 593 woorden
  • 11 oktober 2015
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Scheikunde Nova Vwo 3 Hoofdstuk 1 

1.1       

 

  • Natuurlijke materialen: hout, steen, leem.
  • Grondstoffen: (natuurlijke) stoffen die je nodig hebt om materialen of andere stoffen te maken.
  • Nieuwe materialen: ijzer (staal), plastics, aluminium, lood, zink, cement, verf en gewapend beton.
  • Kunststoffen: langs chemische weg verkregen grondstof.

 

  • Stofeigenschappen: kookpunt, smeltpunt, kleur, geur, smaak en dichtheid.
  • Chemische reactie: verandering van stof, en dus ook stofeigenschappen.
  • Beginstoffen: stoffen voordat de chemische reactie is plaats gevonden
  • Reactieproducten: de stoffen die ontstaan na een chemische reactie.

 

1.2

  • Gevarensymbolen: pictogram dat weergeeft of een stof gevaarlijk is (brandbaar, explosief, vluchtig, giftig).
  • Chemiekaart: staat uitgebreide informatie over de eigenschappen van een stof.

 

  • Zuivere stof: het gaat om één stof.
  • Mengsels: twee of meerdere stoffen.
  • Heterogene mengsels: mengsels waarin je de verschillende stoffen kunt zien (zand).
  • Homogene mengsels: mengsels waarbij je de verschillende bestanddelen niet kunt onderscheiden (lucht).
  • MAC-waarden: Maximaal Aanvaarde Concentratie. Wordt uitgedrukt in mg/m3. Als je langere tijd in een bepaalde ruimte bent waarin de MAC-waarde overschreden wordt, kan dit gevolgen hebben voor je gezondheid.

 

1.3

  • Oplossing: heldere vloeistof waarin stoffen zijn opgelost (homogeen mengsel).
  • Oplosmiddel: stof die ervoor zorgt dat een andere bepaalde stof oplost.

 

  • Suspensie: troebele vloeistof waarin kleine stukje van een vaste stof zweven.
  • Bezinken: als de vaste deeltjes naar de bodem zakken.
  • Emulsie: een ondoorzichtige, troebele vloeistof waarin druppels van een andere vloeistof zweven.
  • Emulgator: door dit toe te voegen, voorkom je dat de dijn verdeelde vloeistofdruppels ‘aaneengroeien’ en dus ontmengen.

 

  • Rook: als in een gas vaste deeltjes zweven.
  • Nevel: als kleine vloeistofdruppels in gas zweven.
  • Nevel betekent aerosol.
  • Schuim: kleine gasbellen die opgesloten zitten in een vloeistof of vaste stof (schuimrubber, piepschuim, slagroom).

 

  • Kooktraject: geen precies kookpunt.
  • Smelttraject: geen precies smeltpunt.

 

  • Massapercentage = massa (opgeloste) stof / massa mengsel x 100%
  • Volumepercentage: volume (opgeloste) stof / volume vloeistofmengsel x 100%

 

1.4

  • Centrifugeren: in een centrifuge rond draaien (denk aan een wasmachine).

 

  • Zeven: verschil in deeltjesgrootte.
  • Filtreren: is in wezen hetzelfde als zeven. Alleen filtreerpapier bevat heel fijne kanaaltjes waar alleen heel kleine vaste deeltjes, vloeistof of gas doorheen kunnen.
  • Residu: de grote vaste deeltjes die op het filter achterblijven.
  • Filtraat: de vloeistof die door het filter gaat.

 

  • Vluchtige stoffen: stoffen die makkelijk verdampen.
  • Indampen: verschil in vluchtigheid.
  • Destilleren: als stoffen minder verschillen in vluchtigheid. Verschil in kookpunt.
  • Destillaat: de opgevangen vloeistof bij destilleren.
  • Residu: wat achterblijft (in de kolf).

 

  • Spijkeropzet: een opzet met inkepingen erin in de vorm van spijkers, wat gebruikt wordt voor een betere scheiding van een alcohol-watermengsel.
  • Waarom beter? Tijdens de destillatie blijft deze buis aan de bovenkant kouder dan aan de onderkant. De hete damp stijgt door deze buis, maar tijdens het opstijgen koelt de damp af. Omdat water minder vluchtig is, zal waterdamp eerder condenseren dan alcoholwaterdamp. Het water ‘loopt’ terug in de kolf. De opstijgende damp raakt zo steeds meer water kwijt.

 

  • Extraheren: verschil in oplosbaarheid.
  • Bij koffie zetten: de smaak- en geurstoffen in de theebladeren lossen op in heet water, de stoffen die niet oplossen, blijven in de theebladeren achter.
  • Cafeïnevrije koffie: door gemalen koffie te extraheren met een andere oplosmiddel dan water, wordt vooral cafeïne uit de koffie gehaald. De smaakstoffen lossen niet op en blijven in de koffie achter.

 

  • Adsorptie: als een stof zich hecht aan een oppervlak van een andere stof. Verschil in hechting.
  • Actieve kool: fijn gemalen koolstof.
  • Actieve kool voorbeelden: geurvreters, gasmaskers, tabletten tegen maagklachten en aquariumfilters.
  • Chromatografie: verschil in oplosbaarheid & hechting (denk aan inkt op papier race test).

 

 

 

REACTIES

N.

N.

Heb je pf van Jungkook van BTS?

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door levensmoe