Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1, Atoombouw

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 550 woorden
  • 30 augustus 2006
  • 165 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
165 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Scheikunde
§ 1 (isotopenlijst tabel 25 in de binas)

Een molecuul bestaat uit bouwstenen.
Bouwstenen zijn:

• atomen: Een atoom bestaat uit 3 verschillende deeltjes, tussen die deeltjes zit niks.

• Ionen: ontstaan uit atomen. Het verschil tussen een ion en een atoom is niet groot. Het verschil is:
o atomen zijn ongeladen deeltjes.
o ionen hebben een een positieve of negatieve lading

De massa van ionen en atomen wordt uitgedrukt in u (atomaire massa-eenheid).

§ 2

De bouw van een atoom


Atomen zijn niet de kleinste deeltjes van een molecuul. Atomen bestaan ook weer uit deeltjes:
• protonen p
• neutronen n
• elektronen e

soort Massa (u) lading Plaats
Protonen 1 +1 In de kern
Neutronen 1 0 In de kern
Elektronen 0 -1 Om de kern heen

Tussen de kern en wolk is een lege ruimte. Die lege ruimte is in vergelijking de ruimte die de kern inneemt heel groot.

De aantallen van.. in een atoom:

Een atoom is ongeladen als er evenveel negatieve als positieve lading is (protonen en elektronen).

Atoomnummer:
Er zijn honderden atoomsoorten. Iedere atoomsoort heeft een vast aantal protonen en elektronen. Dit wordt aangegeven door het atoomnummer. Alle atomen van dezelfde soort hebben dus hetzelfde atoomnummer.

atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen


Massagetal:
In de atoomkern zitten ook nog neutronen. De som van het aantal protonen en neutronen is het massagetal. Elk atoom van een bepaalde soort heeft een vast aantal protonen, maar het aantal neutronen kan verschillen. --> Atomen van dezelfde soort hebben verschillende massagetallen

massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

§ 3

Het smeltpunt hangt af van hoe sterk de deeltjes aan elkaar hechten. Hoe sterker ze aan elkaar hechten. Des te hoger het smeltpunt.

Ionen: zijn deeltjes met een positieve lading of een negatieve lading. Ze trekken elkaar veel sterker aan dan ongeladen moleculen. -->Stoffen die uit ionen bestaan hebben een veel hoger smeltpunt dan stoffen die uit moleculen bestaan.

Hoe ontstaan ionen?
Ionen bestaan uit atomen. Het verschil tussen atomen en ionen is:
• In een ion is het aantal elektronen niet gelijk aan het aantal protonen

enkelvoudig positief ion: Een atoom met een positief ion
enkelvoudig negatief ion: Een atoom met een negatief ion

In een atoom is het aantal negatief geladen elektronen even groot als het aantal positief geladen protonen -->een atoom is neutraal
|
Als een neutraal atoom een elektron verliest, is de positieve lading in de kern groter dan de negatieve lading van de elektronenwolk. -->het atoom is dan in zijn geheel positief geworden
--> enkelvoudig positief geladen ion.


neutraal atoom
|
kan 1 of meer elektronen opnemen. De negatieve lading in de elektronen wolk is dan groter dan de positieve lading in de kern. Het atoom als geheel is dan negatief geworden.
--> enkelvoudig negatief ion

enkelvoudige ionen: ionen die slechts uit 1 atoomsoort bestaan

samengestelde ionen: ionen die uit een groepje atomen bestaan. Die atomen
hebben dan 1 of meer elektronen afgestaan of
opgenomen.

§4

Alle stoffen bestaan uit atomen of ionen. Alle stoffen hebben een massa. Atomen en ionen hebben dus ook een massa.

Atomaire massa-eenheid= u
Massa in u van een atoom:

o Proton= 1,0u
o Neutron= 1,0u
o Elektron= 0,00055u (0u)

De gemiddelde atoommassa (A) van alle atoomsoorten staan in tabel 99 in de binas.

De massa van een ion is dezelfde massa als het atoom, waar het ion vanaf komt of heen gaat.

Molecuulmassa (M) kun je uitreken met behulp van de gemiddelde atoommassa’s.

Vb.
NO3-
N= 14,01u
O= 16,00u
1x14,01+3x16,00 = 62,01u

REACTIES

Y.

Y.

geweldig! MOOI COMPLEET, geen spelfouten kunnen vinden...
hierdoor kreeg ik geen straf... BEDANKT

13 jaar geleden

R.

R.

Mooie samenvatting, um.


Chilllingsss..bro

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.