Hoofdstuk 1

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 630 woorden
  • 12 november 2012
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
14 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Hoofdstuk 1 Scheikunde Proefwerkweek

Scheikunde en chemie speelt in veel dingen een belangrijke rol.

Aardgas, aardolie en steenkool zijn ook wel fossiele brandstoffen. Ze leveren veel energie, bij het verbranden komt de gevaarlijke stof Koolstofdioxide vrij.

Aardolie is ontstaan uit plantenresten diep in de aarde. Het is een mengsel van veel verschillende stoffen.  Je kunt heel veel met aardolie doen, het wordt dan ook wel zwart goud genoemd.

Hulpmiddelen bij scheikunde:

  • - spuitfles, gevuld met gedestilleerd water of demiwater
  • - reageerbuisborstel, om de reageerbuisjes schoon te maken van binnen
  • - reageerbuishouder, om het buisje klem te houden tijdens het verwarmen
  • - reageerbuisje, om stoffen in te mengen
  • - gasbrander, om stoffen te verhitten, smelten, etc.
  • - gaasje, om bakje op te zetten boven de brander
  • - reageerbuisrek, om de buisjes in op te stellen
  • - driepoot, om het gaasje op te leggen

Een stof is iets wat een massa heeft, alles om je heen bestaat uit stoffen.

Een stofeigenschap is een eigenschap die bij een stof hoort. Bijvoorbeeld kleur, smaak, oplosbaarheid, brandbaarheid en fase bij kamertemperatuur. Aan stofeigenschappen kun je zien welke stof het is.

De temperaturen waarbij een stof van face verandert zijn het kookpunt en het smeltpunt. Het zijn twee bijzondere stofeigenschappen. Het zijn ook wel de stofconstanten. Je kunt de stofconstante in een getal aangeven.

Een andere stofconstante is de dichtheid. De dichtheid = massa/volume (breuk)

Als eenheid voor de dichtheid kun je kg/m3 of g/cm3 gebruiken.

Stoffen kunnen gevaarlijk zijn, je kunt op het etiket van een stof lezen hoe gevaarlijk een stof zou kunnen zijn.

Een zuivere stof is een stof waar niks anders aan toe is gevoegd, dus met niks anders erbij. Een mengsel is een mengel van meerdere stoffen samen, onzuiver dus.

Moleculen zijn de kleine deeltjes waar een stof uit bestaat.

 Begrippen h. 1 en 2 (chemie overal)

Emulsie Mengsel van 2 vloeistoffen die niet in elkaar oplossen

Fase Toestand van een stof bij kamertemperatuur, bijvoorbeeld gas, vloeibaar of vast.

Indampen Droogkoken van een oplossing, zodat alleen de vaste stof overblijft

Kookpunt Temperatuur waarbij een zuivere stof kookt

Kooktraject Temperatuur waarbij een mengsel kookt

Mengsel Bestaat uit 2 of meer stoffen

Onverzadigde oplossing

Oplossing die nog meer stof kan oplossen

Oplosmiddel Vloeistof waarin je een andere stof kan oplossing

Oplossing Helder mengsel van 2 of meer stoffen

Smeltpunt Temperatuur waarbij een zuivere stof smelt

Smelttraject Temperatuur waarbij een mengsel smelt

Stofeigenschap Kenmerkende eigenschap van een stof, hieraan kan je een stof herkennen

Suspensie Mengsel van een vaste stof en een vloeistof die niet in elkaar oplossen

Verzadigde oplossing Oplossing waar geen stof meer in opgelost kan worden

Zuivere stof Stof die uit één atoomsoort bestaat

Zuur Stoffen met een pH lager dan 7

Absorptie Scheidingsmethode om opgeloste stoffen uit het oplosmiddel te halen, door middel van verschil in aan hechtingsvermogen aan het absorptiemiddel

Absorptiemiddel Stof waaraan een opgeloste stof zich hecht

Bezinken Je laat vaste deeltje naar beneden zinken om een heldere vloeistof te krijgen

Centrifugeren Scheidingsmethode om een suspensie of emulsie te scheiden, door snel ronddraaien van het mengsel, het berust op verschil in dichtheid

Chromatografie Scheidingsmethode om mengsel te scheiden door verschil in oplosbaarheid in de loopvloeistof

Destillaat Zuivere stof die na het destilleren verkregen is

Destilleren Scheidingsmethode om twee of meer stoffen te scheiden door middel van verschil in kookpunt

Extractiemiddel Oplosmiddel dat je gebruikt voor extraheren

Extraheren Scheidingsmethode om een opgeloste stof uit een oplossing te halen door van verschil in oplosbaarheid in het extractiemiddel

Filtreren Scheidingsmethode om een niet opgeloste vaste stof uit een vloeistof te halen

Filtraat Heldere vloeistof die na het filtreren overblijft

Loopvloeistof Vloeistof die je gebruikt bij chromatografie

Moleculen Kleine deeltjes waaruit een stof bestaat

Recyclen Hergebruiken

Residu Restant wat achterblijft na scheiding, bijv. in de filter of in destillatieopstelling

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.