Hoofdstuk 1
- Scheikunde houdt zich bezig met stoffen en met veranderingen van stoffen.
- Een experiment is een poging om na te gaan of een bepaalde veronderstelling juist is.
- Als je experimenten uitvoert doe je een practicum.
- Een proces waarbij een stof verandert in een andere stof wordt meestal een chemische reactie genoemd.
- Een chemische reactie is een proces waarbij één of meer stoffen verdwijnen. Daarvoor in de plaats komen één of meer andere stoffen.
- Een zeer vel voorkomende reactie is die waarbij een stof reageert met zuurstof. Vaak gaat het hierbij om verbranding.
- Een verbranding is de reactie van een stof met zuurstof, waarbij vuurverschijnselen waarneembaar zijn.
- Een verbrandingsreactie kan pas plaats vinden als er tegelijkertijd voldaan is aan drie voorwaarden:
* er moet een brandbare stof aanwezig zijn
* er moet zuurstof aanwezig zijn
* de brandbare stof moet minimaal een bepaalde temperatuur hebben, de zogenaamde ontbrandingstemperatuur.
- vuurverschijnselen: vlammen, gloeiende vaste stoffen en vonken
- Bij verbrandingsreacties ontstaan: rook en as
- Wanneer de luchtschijf helemaal dichtgedraaid is en de gasregelknop een beetje open krijg je een kleine gele vlam. (ook wel pauzevlam)
- Wanneer de luchtschijf een klein beetje open staat krijg je een kleurloze vlam.
- Wanneer de luchtschijf en de gasknop beiden ver open staan krijg je de ruisende vlam.
- De MAC-waarde geeft aan hoeveel milligram van een stof in dampvorm maximaal in een ruimte van 1m³ aanwezig mag zijn.
- Giftige stoffen kunnen worden ingedeeld in twee hoofdgroepen: stoffen die acute vergiftigingsverschijnselen en stoffen die chronische vergiftigingsverschijnselen veroorzaken.
- zenuwgiffen zijn stoffen die het centrale zenuwstelsel kunnen lamleggen.
- Een signaal van de ene zenuwcel wordt op de andere overgebracht door een stof die acetylochine wordt genoemd.
- Zware metalen: lood, kwik, cadmium en thallium
Hoofdstuk 2
- Een stof is niets anders dan een verzameling gelijksoortige deeltjes, die moleculen worden genoemd.
- Moleculen bestaan op hun beurt weer uit nog kleinere deeltjes die atomen worden genoemd.
- eigenschappen van stoffen worden meestal kortweg aangeduid als stofeigenschappen.
- bekende stofeigenschappen zijn: kleur,geur,smaak en brandbaarheid
- elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen
- elke stof kan voorkomen in drie fasen: de vaste, vloeibare en gasvormige fase.
- Een stofconstante is een stofeigenschap die wordt uitgedrukt in een getal, gevolgd door een eenheid.
- Temperatuur in K= temperatuur in graden C + 273!
- Een stof is vast bij een temperatuur die lager is dan het smeltpunt.
- Een stof is vloeibaar bij een temperatuur die tussen het smeltpunt en het kookpunt in ligt.
- Een stof is gasvormig bij een temperatuur die hoger is dan het kookpunt.
- (s) = vast (l) = vloeibaar (g) = gasvormig
- Als een stof overgaat van de vloeibare fase naar de gasvormige fase verspreiden de moleculen zich over een zeer groot volume. Dit noemen we verdamping.
- Moleculen trillen rond een vast punt. Als de temperatuur stijgt wordt deze trilling steeds heviger tot e moleculen van hun vaste plaats losslaan. De stof begint te smelten.
- Bij een fase-overgang veranderen alleen de bewegingsmogelijkheden van de moleculen, niet de moleculen zelf. De odemtiteit van de stof blijft dus behouden: er treedt geen chemische reactie op.
- Wanneer je een stof sloopt door er een elektrische stroom doorheen te laten leiden noem je deze reactie een ontledingsreactie.
- Sommige stoffen kunnen niet worden gesloopt. Deze stoffen heten niet-ontleedbare stoffen (ook wel element).
- Alle andere stoffen kunnen wel ontleed worden. Dit zijn ontleedbare stoffen (ook wel verbinding).
-Een element is een niet-ontleedbare stof.
- Een molecuul van een element bestaat uit atomen van dezelfde soort.
- Een verbinding is een ontleedbare stof.
- Een molecuul van een verbinding bestaat uit ten minste twee atomen van verschillende soort.
- De natuur kent ruim 100 verschillende elementen; evenzo bestaan er ruim 100 verschillende atoomsoorten.
- Er zijn miljoenen verschillende verbindingen bekend; er bestaan dus ook miljoenen verschillende molecuulsoorten.
- De massa’s van atomen en moleculen worden uitgedrukt in een speciale eenheid, de atomaire massa-eenheid (u). Eén u komt overeen met 1,66×10 -²7 kg.
- molecuulformules: voor zuurstof luidt deze formule O². Het symbool O geeft aan dat het molecuul bestaat uit zuurstofatomen, het getal 2 rechtsonder (index) geeft aan dat er in dat molecuul 2 atomen van die soort voorkomen.
- De volgende 6 elementen worden edelgassen genoemd: helium, argon, xenon, krypton en radon.
Hoofdstuk 3
- een zuivere stof bestaat uit één enkele molecuulsoort.
- een mengsel bestaan uit verschillende molecuulsoorten.
- De stoffen die samen een mengsel vormen, noemen we componenten.
- Een mengsel dat voor het overgrote deel bestaat uit één enkele component en slechts voor een gering deel uit andere componenten, wordt meestal geen mengsel genoemd maar een verontreinigde stof.
- Bij een mengsel of verontreinigde stof blijkt de temperatuur op te lopen tijdens het smeltpunt of het verdampen. We spreken van een smelttraject, respectievelijk een kooktraject.
- Mengsels kunnen vast, vloeibaar en gasvormig zijn.
- Heldere stoffen zijn lichtdoorlatend (ook wel doorzichtig).
- een oplossing is een mengsel waarin de opgeloste stof is opgedeeld in losse moleculen, die gelijkmatig verdeeld zijn. Een oplossing is altijd helder.
- Onder de oplosbaarheid van een stof verstaan we het maximaal aantal grammen van die stof, dat kan worden opgelost in één kilogram van een bepaald oplosmiddel. Een oplossing die deze maximale hoeveelheid opgeloste stof per kilogram bevat, noemen we verzadigd.
- Wanneer je krijtpoeder probeert op te lossen in water, ontstaat er een ondoorzichtig wit mengsel . We noemen deze troebele vloeistof geen oplossing maar een suspensie.
- Een suspensie bestaat uit een fijn verdeelde vaste stof, die weeft in een vloeistof.
- Meestal zakt de zwevende stof na enige tijd naar beneden, dit noemt men uitzakken van een suspensie.
- Als je wasbenzine probeert te mengen met water ontstaat er een ondoorzichtige vloeistof. Het is een mengsel waarin druppeltjes van de ene vloeistof zweven in de andere. Dit heet emulsie.
- Een emulsie is een ondoorzichtig mengsel van vloeistoffen, waarbij druppeltjes van de ene vloeistof zweven in de andere.
- Het ontmengen van een emulsie kan worden verhinderd door er een emulgator aan toe te voegen (bijvoorbeeld bij halvarine en mayonaise).
- Een mengsel van een vaste stof en een vloeistof kan men scheiden door het laten bezinken, door het te centrifugeren of door het te filtreren.
- Extraheren is een scheidingsmethode die berust op een verschil in oplosbaarheid van de componenten in een bepaald oplosmiddel.
- Extraheren is een geschrikte methode voor onder andere het scheiden van mengsels van vaste stoffen.
- Indampen is een scheidingsmethode die berust op een verschil in vluchtigheid
- Indampen is een geschikte methode om een opgeloste vaste stof te scheiden van het oplosmiddel.
- Een mengsel van vloeistoffen kun je scheiden door het te destilleren.
- Veel stoffen kunnen uit een oplossing verwijderd worden door middel van adsorptie.
- Een mengsel van opgeloste stoffen kan worden gescheiden door middel van papierchromatografie. Een stof die goed oplost in de loopvloeistof en zich slecht hecht aan het papier, komt hoog op het chromatogram.
- gaschromatografie wordt in laboratoria toegepast om de aanwezigheid van een stof aan te tonen.
- Een reagens is een stof die wordt gebruikt om een andere stof mee aan te tonen. Een reagens verandert zichtbaar van kleur als het contact komt met die andere stof.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
chille samenvatting
15 jaar geleden
Antwoorden