Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H2; Zouten (Chemie)

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 569 woorden
  • 28 november 2003
  • 98 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
98 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Chemie – Hoofdstuk 2, ZOUTEN 1.1 Zoutformules Ionlading = elektrovalentie, valentie
Metaalionen zijn altijd + Niet - metaalionen zijn altijd – Metaalionen: niet – metaalionen: 1+K+ Kalium 1- F- Fluoride
Na+ Natrium Cl- Chloride
Ag+ Zilver Br- Bromide
NH4+ ammonium I- Jodide
2+ de meeste rest OH- hydroxide
Ba2+ barium NO2- nitriet
Ca2+ calcium NO3- nitraat
Cu2+ Koper Fe2+ ijzer (II) HCO3- waterstofcarbonaat
Mg2+ magnesium CH3COO- ethanoaat

Pb2+ lood 2- O2- Oxide
Hg2+ kwik S2- Sulfide
Sn2+ tin CO32- Carbonaat
Zn2+ zink SO32- sulfiet
3+ Al3+ Aluminium SO42- sulfaat
Fe3+ ijzer (III) SiO32- silicaat 3- PO43- fosfaat Een zout is altijd neutraal. Door middel van een verhoudingsformule wordt de verhouding tussen de verschillende zouten aangegeven. Hele getallen zo klein mogelijk houden. 2.2 Samengestelde Ionen Een samengesteld ion bestaat uit meerdere atomen, waarbij de elektrische lading niet neutraal is. Hierbij de haakjes notatie niet vergeten. Vb: Calciumhydroxide bestaat uit Ca2+ en OH- noteren: Ca2+(OH-)2. Zonder de haakjes slaat de laatste index 2 alleen op de H. 2.3 Zouten in Water Tussen de ionen bestaat een sterke ionbinding. Bij oplossing in water wordt het ionrooster afgebroken. De ionen komen los in de vloeistof en geleiden de stroom zo beter. Niet ieder zout is goed in water oplosbaar. Bij oplossen komen ionen vrij tussen de watermoleculen. Dit geef je weer in een reactie vergelijking: CaCl2 (s)  Ca2+ (aq) + 2 Cl- (aq) Niet vergeten: in losse ionen noteren! Indampen: omgekeerde van oplossen: Ca2+ (aq) + 2 Cl- (aq)  Ca2+Cl-2(s) De volgende 4 opgeloste zouten hebben een andere naam: Oplossing van: heeft als naam: noteer je als: Natriumhydroxide natronloog Na+(aq) + OH-(aq) Kaliumhydroxide kaliloog K+(aq) + OH- (aq) Calciumhydroxide kalkwater Ca2+(aq) + OH-(aq) Bariumhydroxide barietwater Ba2+ (aq) + OH-(aq) 2.5 Neerslagreacties Sommige zouten lossen slecht op, soms als je 2 zouten bij elkaar voegt ontstaat er een troebele oplossing. Dit is neerslag, een slecht oplosbaar zout. Neerslagvergelijking: Cu2+(aq) en SO42-(aq) Na+(aq) en OH-(aq) Hieruit volgt dat koperhydroxide niet goed oplosbaar is en dus een neerslag vormt. Schrijf dit als: Cu2 +(aq) + 2 OH-(aq)  Cu2+(OH-)2(s) SO42-(aq) Na+(aq) Na+(aq) SO42-(aq)
2.6 Zuiveren van Water Neerslagreacties kan je gebruiken om ongewenste stoffen te verwijderen, door een stof aan de oplossing toe te voegen die met het ongewenste zout een neerslag vormt. Bijvoorbeeld water met lood. Voeg hierbij natriumcarbonaat (dit zout moet goed oplosbaar zijn in water), de carbonaationen vormen een neerslag met lood, en het natrium blijft opgelost in het water. 2.7 Zouten maken Neerslagreacties gebruiken om een nieuw zout te maken. Vb: je wilt loodjodide, neem een zout met lood, en eentje met jodide. Om te zorgen dat alleen loodjodide neerslaat moet het andere deel van het loodzout een ion zijn dat goed oplost in water. Hetzelfde bij jodide. De 2 zouten voeg je bij elkaar en nu ontstaat er een loodjodide neerslag. De andere zouten blijven opgelost. Vb 2: Als je een zout moet hebben dat zelf goed oplosbaar is! Neem nu weer 2 zouten, maar waarvan het zout dat je niet moet hebben neerslaat! Hierna indampen en zo heb je het gewenste zout. 2.8 Ionsoorten aantonen Sommige ionen kan je aan hun kleur herkennen. De meesten echter niet, daarom moet je gebruik maken van neerslagreacties. Gebruik een zoutoplossing die met de ene ionsoort wel een neerslag vormt en met de andere niet. 2.9 Zorgvuldig omgaan met afval Gebruik smalle buizen, gebruik minder chemicaliën, gebruik lichtere inplaats van zwaardere metalen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.