Scheikunde samenvatting H2

6 soorten mengsels:

Oplossing: l + s,l,g -> helder

Suspensie: l + s -> troebel

Emulsie: l + l -> troebel

Rook: g + s-> troebel

Schuim: l + g -> troebel

Nevel: g + l -> troebel

6 scheidingsmethodes die berusten op het verschil in:

Filtreren: deeltjes grootte

Bezinken: dichtheid

Extraheren: oplosbaarheid

Indampen: kookpunt

Destilleren: kookpunt

Adsorberen: aanhechtingsvermogen

Rendement = het aantal procent van hoeveel stof er uit is gehaald na een van de scheidingsmethodes

Rendement = praktische opbrengst ÷ theoretische opbrengst x 100%

Scheiden gaat nooit volledig.

Indampen = is een manier om een stof uit een andere stof te halen, bijvoorbeeld zout water 
Het water verdampt door de hitte en het zout blijft over. Dit word ook wel droogdampen genoemd.

Verzadigde oplossing = een oplossing waarin de maximale hoeveelheid van een stof is opgelost

Als je een verzadigde oplossing gaat indampen krijg je een vaste stof.

Onverzadigde oplossing = wanneer niet de maximale hoeveelheid van een stof is opgelost.

Als je een onverzadigde oplossing gaat indampen zal het gehalte van de opgeloste stof steeds groter worden.

Destilleren = een scheidingsmethode waarmee je de oplossing of het mengsel van vloeistoffen kookt.

De vloeistof met het laagste kookpunt is het destillaat en het mengsel dat achterblijft is het residu.

Kruisproducten = een manier om massa of volume te berekenen.

Massa (g)             7,9     x

Volume (cm3)      1.0    3,0

X = 7,9g x 3,0cm3 ÷ 1,0 cm3 = 23,7g           

Oplosbaarheid = het aantal gram dat maximaal  in 1Liter kan zitten.

Dit word aangegeven in g/L of g/kg

Volumepercentage = aantal milliliter stof per 100 ml mengsel

Massapercentage = het aantal gram stof per 100 g mengsel