Hoofdstuk 8 + §7.4 en §7.5

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 643 woorden
  • 4 juli 2020
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Evenwichtsreactie

  • en chemische reactie waarbij zowel een heengaande als een teruggaande reactie met een gelijke snelheid verlopen
  • chemische evenwicht: de concentratie van de stoffen blijven constant
  • insteltijd: de tijd die het kost voordat de reacties even snel verlopen

Homogeen evenwicht

  • alle stoffen bevinden zich in dezelfde fase

Heterogeen evenwicht

  • de stoffen bevinden zich in verschillende fasen

Concentratiebreuk

  • is voor elk evenwicht af te leiden
  • zie BINAS 37B
  • evenwichtsconstante: de constante waarde van de concentratiebreuk
  • K = [c][d]:[a][b] ➝ evenwichtsvoorwaarde
  • in een evenwichtsvoorwaarde komen alleen stoffen in dezelfde fase

Verdelingsevenwicht

  • geen chemisch evenwicht omdat er geen chemische reactie verloopt ➝ dynamisch
  • Kv

Oplosevenwicht

  • Ks

Welke factoren hebben invloed op een evenwicht?

  • concentratieverandering
  • de samenstelling van een mengsel van regerende stoffen in een evenwicht verandert als de concentratie van 1 van de stoffen verandert. Het evenwicht verschuift naar rechts als ik A of B toevoeg en naar links als ik C toevoeg
  • volumeverandering
  • het vergroten van het volume leidt tot een lagere concentratie, het evenwicht wordt dus verstoord
  • volumevergroting ➝ evenwicht verschuift naar kant met de meeste deeltjes
  • volumeverkleining ➝ evenwicht verschuift naar kant met de minste deeltjes
  • katalysator
  • Een katalysator heeft slechts invloed op de insteltijd, niet op de samenstelling van het evenwichtsmengsel en dus niet op het evenwicht.
  • temperatuur
  • de waarde van K (de constante) hangt af van de temperatuur. Dat betekent: als de temperatuur verandert, verandert K ook
  • verhoging temperatuur ➝ verschuiving evenwicht naar de endotherme kant
  • verlaging temperatuur ➝ verschuiving evenwicht naar de exotherme kant

Aflopend evenwicht

  • Je kunt een chemisch evenwicht laten aflopen door continu 1 van de stoffen van het reactiemengsel af te voeren. Het evenwicht loopt dan af naar de kant waar die stof staat

Zuurgraad/pH

  • een getal die aangeeft of een stof zuur, basisch of neutraal is

Indicatoren

  • een stof waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is
  • Lakmoes ➝ geeft alleen aan of een oplossing zuur of basisch is
  • Universeel indicatorpapier ➝ hiermee kan je de pH-waarde van een oplossing vaststellen
  • Oplossingen van indicatoren ➝ geven een pH gebied aan

H30+ ➝ oxoniumion

Zuur

  • Een zuur is een deeltje dat één of meer H+-ionen kan afstaan. De H+-ionen ontstaan als het zuur in contact komt met water. Alle zure oplossingen bevatten dus H+-ionen.

Sterke zuren

  • is opgelost in water volledig geïoniseerd
  • aflopende reactie
  • BINAS bovenste zeven / >>1

Zwakke zuren

  • is opgelost in water slechts gedeeltelijk geïoniseerd
  • evenwichtsreactie
  • hoe lager het zuur staat in BINAS tabel 49, hoe zwakker het zuur is

Organische zuren

  • stoffen waarvan de moleculen een koolstofskelet hebben
  • naast het H30+-ion ontstaat er ook een negatief geladen ion ➝ zuurrestion
  • meerwaardige zuren ➝ zuren die in staat zijn om meer dan één H+-ion af te staan
  • een meerwaardig zwak zuur verliest in water maar één H+-ion

Anorganische zuren

  • zuren zonder koolstofskelet
  • instabiele zuren ➝ koolzuur en zwaveligzuur

Ionen als zuur

  • vrije ionen die ontstaan bij het oplossen van een zout in water en zich als een zuur gedragen

pH berekeningen

  • pH = -log[H30+]
  • [H30+] = 10^-pH
  • aantal significante cijfers van de [H30+] moet gelijk zijn aan het aantal decimalen in de pH

pH van een sterk zuur

  • HCl (g) + H20 (l) ➔ H30+ (aq) + Cl- (aq)

het aantal mol H30+-ionen dat ontstaat, is gelijk aan de molariteit van HCl

  • eerst de [H30+] uitrekenen, invullen in formule van de pH

pH van een zwak zuur

  • een zwak zuur is niet volledig gesplitst in ionen, dus kun je niet rechtstreeks de [H30+] berekenen uit de molariteit van de oplossing
  • evenwichtsvoorwaarde opstellen ➝ Kz (zie BINAS tabel 49)
  • met de Kz en de molariteit van de oplossing kun je de [H30+] uitrekenen
  • gebruik maken van het BOE-schema, en eventueel ABC-formule

Wat als je de Kz van een onbekend zuur moet berekenen?

  • pH en molariteit nodig

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.