Chemie hf 3

Scheikunde PW hf 3 Reacties

• Je kunt een chemische reactie herkennen aan het veranderen
van stofeigenschappen. Tijdens een chemische reactie veranderen de beginstoffen in reactieproducten. Soms komt er energie vrij en soms is er energie nodig. (Licht, warmte, elektriciteit)

• Atomen vormen de bouwstenen van een molecuul, moleculen vormen de bouwstenen voor een stof.

• Je gebruikt symbolen om de atoomsoorten te herkennen.

• Elke atoomsoort heeft een eigen naam en een eigen symbool.

• elke atoomsoort kun je onderverdelen in metalen en niet-metalen.

• molecuultekening: tekening van een molecuul met bolletjes.

• Index: H²O. Coëfficiënt: 2 H²O

• Een element is een stof waarvan de moleculen altijd maar uit 1 atoomsoort bestaan.

• Er zijn 1-atomige-moleculen en 2-atomige-moleculen(index 2)

• (g) = gas (l) = vloeibaar (s) = vast (aq) = opgelost in water

• Een verbinding is een stof waarvan de moleculen altijd uit twee of meer atoomsoorten bestaan.

• Ca(OH)² betekent: 1 Ca-atoom en 2 H-atomen en 2 O-atomen.

• Periodiek systeem: groepen; van boven naar onder(eigenschappen lijken op elkaar), perioden; van links naar rechts.

• Edelgassen zijn stoffen met 1-atomige moleculen.

• Reactietemperatuur: temperatuur die nodig is voor de chemische reactie.

• Molecuulformule geeft informatie over:
- Welke atoomsoorten er in een molecuul zitten.
- Hoeveel er van elke atoomsoort inzit.

• Ezelsbruggetje: HONFBrICl of Brenda Organiseerd Naakt Feesten In Het Clubhuis.

• Elk chemisch proces heeft 1 van de volgende energie effecten:
- Endotherm: Continu energie nodig
- Exotherm: 1 keer energie erin  daarna komt er telkens energie vrij.

• Koken van water: endotherm, stollen van water exotherm

• De wet van Lavoisir: De massa voor de reactie = de massa na de reactie

• C-atomen  na verbranding ALTIJD CO²
H-atomen  na verbranding ALTIJD H²O
S-atomen  na verbranding ALTIJD SO²

• Verbranding  reactie van een stof met zuurstof.
‘-> ‘Oxiden/producten’: stoffen die vrijkomen bij verbranding.

• Verbranding van elementen (1 atoomsoort)  er ontstaat 1 oxide
bv: Na (s) + o² (g)  Na²O (s)

• Verbranding van een verbinding (2 of meer atoomsoorten) er ontstaan 2 of meer oxiden.
CH4 + O²  CO² + H²O

• CO² aantonen  kalkwater (wordt wit)
H²O aantonen  wit kopersulfaat ( wordt blauw)
SO² aantonen  broomwater ( wordt kleurloos)

• Een chemische reactie stopt als 1 van de beginstoffen op is.

• het overblijvende deel van de beginstof noem je overmaat.

• Een chemische reactie kun je weergeven d.m.v.
een reactieschema.(snamen)

• reactievergelijking: kloppende molecuulformules.

• alleen de coëfficiënt mag je veranderen!