Hoofdstuk 1 tm 3

H1       Natuurwetenschappen en onderzoek

• Verschil Biologie, Natuurkunde en Scheikunde
  • Biologie = levende natuur
  • Natuurkunde = tijdelijke verandering
  • Scheikunde = permanente verandering
• Stofeigenschappen
  • Geur, kleur, smaak, giftigheid, brandbaarheid, glanzend of niet, magnetisch of niet, fase, smeltpunt, kookpunt, dichtheid en oplosbaarheid.
• De fasedriehoek
  • Vast naar vloeibaar → smelten
  • Vloeibaar naar gas → verdampen
  • Gas naar vast → rijpen
  • Vloeibaar naar vast → stollen
  • Gas naar vloeibaar → condenseren
  • Vast naar gas → sublimeren
• PH-balk
• |________________|________________|
  • 0                                7                                14
  • Base                Neutraal                       Zuur

• K → ºC
  • Verschil is altijd 273 & K is altijd het grootst.
• Maatglaswerk
• Gasbranding (werking en onderdelen)
• Roodomrande gevaartekens
• Hydrofiel → stoffen die goed oplossen in water
• Hydrofoob → stoffen die niet goed oplossen in water
• Oplossing = heldere vloeistof met daarin een opgeloste stof
• Suspensie = troebele vloeistof met daarin zwevende vaste deeltjes
• Emulsie = troebele vloeistof met daarin zwevende vloeistof druppels
• Onverzadigd → gewenst / het kan er nog bij
• Verzadigd → ongewenst / het is vol
• Micel

H2       Stoffen op microniveau

• Stoffen

    ↓

Moleculen

    ↓

Atomen

• Element = zoals je het in het dagelijks leven tegenkomt
• Molecuul = 2 of meer atomen aan elkaar
• Verbinding = 2 of meer soorten atomen aan elkaar
• H2O → molecuul formule

  Index = het aantal atomen in het molecuul

• 3H2O

     Coëfficiënt = het aantal moleculen

1. Triviale naam = makkelijke naam
2. Systematische naam = wetenschappelijke naam
3. Zuurstof → oxide
4. Zwavel → sulfide
5. Chloor → chloride
6. Fluor → fluoride
7. Broom → bromide

Jood → jodide

H3       Moleculaire stoffen en Zouten

• Covalentie

• CH4
  •                     H
  •                     ↓
  •             H → C ← H         Structuur formule
  •                     ↑
  •                     H 

• Atoombouw
  • Protonen → p+ positief geladen
  • Neutronen → no neutraal

• Elektron → e- negatief geladen
• Bijlage is beter :) Maar dit is ook prima!