Het boek is niet geschreven voor botteriken, zij moeten het niet lezen volgens ‘Willem die Madocke maakte’
In het bos houdt Koning Nobel een hofdag. Alle dieren komen daar naartoe, behalve één. Reinaert de vos komt niet naar de hofdag, maar blijft met zijn vrouw en kinderen in zijn burcht; Maupertuus.
Alle dieren die wel zijn gekomen beklagen zich bij de koning over wat Reinaert hen allemaal aangedaan heeft. Izengrijn beklaagt als eerste dat Reinaert zijn vrouw heeft verkracht en zijn kinderen heeft mishandeld. Hij plaste ook over zijn kinderen heen, die zijn nu allebei blind. De hond Cortois vertelde dat hij zijn worstje heeft gepikt, het was zijn enige stukje vlees van de winter. Het worstje bleek gestolen te zijn van Tibeert de kater. De klacht van Cortois sloeg dus nergens op. Ook heeft hij Cuwaert de Haas mishandelt, hij laat zijn verse wonden zien. Izengrijn antwoordt op alles en wil Reinaert dood hebben. Grimbeert de Das, zoon van de broer van Reinaert, vertelt dat zijn oom niet zo gruwelijk is als dat er beschreven wordt. Hij heeft een verhaal klaar liggen over Izengrijn, wat hij gedaan heeft. Izengrijn schijnt Reinaert vaak bedrogen te hebben en bedreigd. Reinaert is zelf erg mager en bleek. Op dat moment komt Cantecleer de Haan van de heuvel afgelopen. Hij vertelt dat Reinaart 11 van zijn 15 kinderen (kippen) heeft opgegeten. Hij beloofde hem met rust te laten door geen vlees te eten, maar toch verslond hij alle kippen. Er wordt vaak het ‘Credo’ gezongen.
Bruun de Beer wordt als eerste gestuurd door koning Nobel. Hij moet Reinaert te pakken zien te krijgen. Bruun is niet bang dat Reinaert hem zou pakken, dat lukt hem toch niet! Bruun komt uiteindelijk bij Reinaert aan en Reinaert ligt in de zon. Hij vertelt Bruun dat hij graag zichzelf zou willen aangeven, maar hij een te volle buik heeft om te lopen. Hij vertelt Bruun dat hij iets nieuws (voor hem) en iets vies heeft gegeten; Honing. Hij is arm en had wat te eten nodig. Bruun schrikt daar van, Bruun is zelf dol op honing. Reinaert zegt dat hij heel veel honing heeft, wel genoeg voor 7 jaar. Bruun kan zijn oren niet geloven en gaat er op in. Hij vraagt of Reinaert hem naar de plaats wil brengen. De vele honing is te vinden bij Lamfroit. Ze gaan daar samen heen, Reinaert heeft andere plannen dan honing halen.
Eenmaal bij de omheining van Lamfroit’s huis aangekomen, vertelt Reinaert dat de honing in de eik zit die in tweeën is gesplitst. Bruun steekt zijn hoofd en zijn 2 voorpoten in de boom. Hij zit klem, hij komt er niet meer uit. Bruun begon te brullen en op dat moment komt Lamfroit aan met een scherpe bijl. Reinaert is al vertrokken. Lamfroit ziet dat er een beer vast zit. Hij gaat naar het dorp en vertelt het aan iedereen. Lamfroit neemt de mensen mee die mee kunnen. Ze gaan terug naar Bruun. De mensen hebben allerlei wapens mee. Bruun wil niet nog meer ellende meemaken en zet alles op alles om los te komen, dat lukt. Hij raakt zijn wangen en één van zijn oren kwijt. Hij heeft veel pijn. Bruun kon niet vluchten en werd zwaar mishandeld door de mensen. Het speelde bij een rivier af. Uiteindelijk kreeg hij zo’n harde klap van de bijl dat hij in de rivier sprong en zich mee liet voeren. Eenmaal bij de oever aangekomen, gaat hij liggen. Hij is droevig en ligt te schokken. Hij is erg boos op Reinaert.
Reinaert heeft ondertussen een kip gestolen bij Lamfroit en opgegeten. Hij rekent erop dat Lamfroit de beer heeft doodgeslagen en het heeft meegenomen naar huis. Hij liep naar de rivier om zich te koelen en zag daar Bruun liggen. Hij is kwaad, omdat hij dacht dat Bruun het loodje zou leggen. Hij loopt richting Bruun en bespot hem. Bruun werd verdrietig en boos, omdat hij er niets tegen kon doen, hij is zwaargewond. Bruun sprong verder in de rivier en ging ergens anders liggen, weg van Reinaert.
Met veel pijn en moeite gaat Bruun weer naar het hof om te vertellen wat er gebeurt is. De koning schrikt hier erg van en gaat met zijn mannen rond de tafel zitten. Ze besluiten om Tibeert de Kater op pad te sturen om Reinaert naar het hof te brengen.
Tibeert is niet de sterkste, maar wel een wijze. Hij heeft veel levenservaring. Hij ziet een Sint-Maartensvogel en vraagt het om hem te steunen aan zijn rechterhand. De vogel rust even in een struik en vliegt daarna langs Tibeert’s linkerzijde weg. Het is een slecht voorteken volgens Tibeert.
Tibeert komt in de avond bij Reinaert aan en vraagt hem om mee te gaan naar het hof. Volgens Reinaert gaat dat niet, maar hij wil morgen gaan. Hij nodigt Tibeert aan om bij hem te eten en te logeren. Tibeert vraagt wat er te eten is. Reinaert antwoordt dat het eten schaars is, maar nog wel wat honing heeft. Tibeert vindt dat niets en vraagt of Reinaert geen ‘vette’ muis voor hem heeft. Reinaert ziet hier zijn kans en overtuigt Tibeert dat in de schuur van de pastoor heel veel vette muizen zitten. Tibeert wordt heel blij als hij dat hoort, niets gaat boven een vette muis volgens hem! Hij heeft er alles voor over.
Ze lopen nu samen richting de schuur van de pastoor. Reinaert had de vorige dag een gat in een muur gemaakt bij het huis van de pastoor. Hij heeft daar een haan van de pastoor gestolen. Martinet, de zoon van de pastoor, was hier heel erg boos om geworden en had een valstrik gezet om de vos de vangen. Martinet wilde wraak nemen voor de haan.
Eenmaal aangekomen bij de schuur, gaat Tibeert aarzelend naar binnen. Hij schrok van de strik om zijn keel en sprong, hierdoor zat hij met zijn nek vast aan het touw. Martinet hoorde het en gaat uit bed, roept zijn familie bijeen en ze rennen gezamenlijk naar buiten. De pastoor komt poedelnaakt naar de schuur. Ze geven Tibeert flinke klappen. Ook gooit Martinet één oog uit Tibeert zijn gezicht met een steen. Wanneer de pastoor de finale klap wil uitdelen, grijpt Tibeert de pastoor in zijn klokkenspel. De pastoor valt neer, vrouw is boos en Reinaert moet keihard lachen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
hoi
5 jaar geleden
Antwoorden