Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 t/m 7

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1907 woorden
  • 9 februari 2004
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Nederlands Literatuur Samenvatting Eldorado Werkboek Hoofdstuk 1: Voorgeschiedenis (tot circa 1100) - Latijnse taal was de standaard van kerk en wetenschap - Er was nog geen ABN, allemaal dialecten. - Literatuur in volkstaal niet bewaard door slecht houdbaar papier en branden. - Germaanse literatuur: Nibelungensagen over Siegfried. - Eerste Nederlandse zin: hebban olla uogala nestas bigunnan hinase hic enda thu Hoofdstuk 2: De late Middeleeuwen (circa 1100 – 1500) - Literatuur uit deze tijd is Middelnederlandse literatuur. West-Europese cultuur was een eenheid. - Geschriften vanaf 1150 in de volkstaal zijn bewaard gebleven. Middelnederlands (Diets) is een verzameling van Zuid-Nederlandse dialecten. Oudste tekst in het Diets: Sint-Servaeslegende door Henk van Veldeke uit 1170. - De hofkringen van Brabant en Holland stimuleerden de Nederlandse literaire cultuur. - MN-schrijvers: Willem van Hildegaersberch, Jacob v Maerlant, Dirc v Delft. - Karelromans: Roelandslied, Renout van Montalbaen, De vier Heemskinderen, Karel ende Elegast. - Arthurromans: Walewijn, Lancelot en het hert met de witte voet. - Hoofse poezie werd geschreven door oa Hertog Jan I. In de rederijkerskamers werd poezie geschreven en voorgedragen. Beroemdste boek: Vanden vos Reynaerde. - Reis van Sinte Brandaan: reisverslag, 1200, Ierse monnik die lange zeereis moet maken omdat hij niet in wonderen gelooft. Wonderen tijdens reis. - Roelandslied: 1200, voorhoofs, Roeland moest in 778 oorlog voeren tegen de Saracenen en ging ten onder aan zijn démesure (overmoed). - Karel ende Elegast: voorhoofse ridderroman, 1250, Karel de Gr krijgt van een engel het bevel om ‘s nachts te gaan stelen. Hij vecht met de Elegast in het woud. Gaan samen inbreken in kasteel van Eggeric. - Walewein: 1200, hoofs, ridder Walewein is opzoek naar zwevend schaakbord en beleeft avonturen. - Vanden vos Reynaerde: 1250, dierenepos, spot met adel maar ook gewoon volk, dieren zijn hoofdrolspelers. - Jacob van Maerlant: 1275, pop.wetenschappelijk werk, maatschappijkritiek. - Pastoor van kalenberg: verzameling van exempels (illustratief verhaaltje om preek duidelijk te maken) in vorm van biografie. - Hoofse poezie: door Hendrik van Veldeke en Hertog Jan I van Brabant. - Abele spelen: toneelstukken over liefde, 1375, Esmoreit, Gloriant, Vanden Winter ende vanden Somer en Lanseloet van Denemerken. - Rederijkerskamer: letterkundige gilden. Toneel en gedichten. Rond 1400.
Hoofdstuk 3: Renaissance en Barok (circa 1500 – 1700) - Renaissance begint met Jan van der Noot (1567 Het Bosken). - Schrijvers, geleerden, musici vormden gezelschappen als Muiderkring op Muiderslot olv Pieter Cornelisz Hooft. - Grootste letterkundigen: Bredero, Cornelisz. Hooft en van den Vondel. - Bekende avonturenverhalen: overwintering op Nova Zembla, Schipbreuk van de Batavia, De gedenckwaerdige Reisen van Willem Ysbrantz. Bontekoe (1646). - De invloed van de schelmenroman bleef gering in onze streken. - Veelgelezen geschiedkundig werk: De Nederlandse Historiën van PC Hooft. - Statenbijbel is geschreven tussen 1636 – 1637. - Bekendste dichters van petrarkische poezie: J van der Noot, Bredero, PC Hooft en Luyken. Antipetrarkische poezie: Willem van Focquenbroch. - Jan van der Noot: 1539-1595, edelman uit Vlaanderen, Het Bosken eerste renaissanceliteratuur. Nieuwe dichtvormen, oa sonnetten en ode. Putte uit klassieke mythologie. - Het Wilhelmus: sinds 1932 volkslied. Geschreven door Marnix van Sint Aldegonde, 1539-1598, calvinistische edelman. Voor beeldenstorm. Komt uit het geuzenliedboek (1974) ? tegen RK. - Gerbrand Adriaensz. Bredero: 1585-1618, Amsterdammer, geen klassieke opvoeding, ‘eenvoudig persoon’, ‘’t kan verkeren’. Klucht vd koe, Den Spaenschen Brabander. - Pieter Cornelisz. Hooft: 1581-1647, edelman, leefde op Muiderslot, literatuur voor hem belangrijk, liefdespoëzie, sonnetten. Nederlandse Historiën is een boekenreeks over 1555-1587, lang aan gewerkt, prachtige stijl, wel ingewikkeld. - Joost van den Vondel: 1587-1679. Streed tegen onrecht in poezie, bv Roskam en Geuse Vesper, vooral beroemd om toneelstukken. Volgde regels nauwgezet, bekendst: Gijsbrecht van Aemstel (1637), verder Lucifer, Adam in ballingschap. Gijsbrecht gaat over belegering A’dam. Burgemeester Gijsbrecht in de problemen. - Jakob Cats: (1577-1660), kunst met moraal. Behoorde zelf tot hoge kringen maar werk door iedereen gelezen. Spaens Heydinnetje; Constance groeit op in zigeunerstam, edelman wordt verliefd op haar. Cats had veel adviezen over huwelijk en seksualiteit ? vader Cats. Hoofdstuk 4: De achttiende eeuw - Elite schreef en las in Frans - Dichtgenootschappen ontstonden in 1669 maar kwamen pas in 18e eeuw tot leven. Oudste: Nil volentibus arduum (A’dam) - Einde deze eeuw ontstonden ook leesgezelschappen. - Veel vormvoorschriften in proza, poëzie en toneel. - Hubert Kornelisz. Poot: (1689-1733), dichter met eigen stijl. - Justus van Effen: (1684 – 1734), richtte De Hollandsche Spectator op, over vanalles. Hij was moralist en rationalist. Eenvoudige stijl. Spiegel van cultuur. - Hieronymus van Alphen: (1746-1803), eerste jeugdboekenschrijver/dichter, Gedigten voor kinderen. Over opvoeding en deugd, natuurlijke stijl. - Betje Wolff + Aagje Deken: (1740 – 1804), 2 vriendinnen die samen de Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart (1782) schreven. Briefroman, moraliserend. Losse stijl. Over het leven van Saartje, opgevoed door tante en ontvlucht. Weet niet welke man ze moet kiezen, uiteindelijk brave Hendrik. - Rhijnvis Feith: (1753-1824), sentimentalisme! Bekendst:roman Julia. Over gevoelens. Hoofdstuk 5: De negentiende eeuw - Poëzie bleef lang burgerlijk. Rond 1880 ontstond de Beweging van Tachtig ? jonge dichters die de strijd aanbonden tegen burgerlijk realisme (Perk, van Eeden, Kloos!). Schoonheid centraal. Romantiek brak door. - Tachtigers leken op impressionisten. Kenmerken imp. taalgebruik: 1. Veel herhalingen om de impressie trefzeker uit te drukken; 2. Veel bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden; 3. Nieuwe woorden (neologismen) - Beroemdste roman: Multatuli’s Max Havelaar. - Dichtwerk voor ’80 erg overdreven en nationalistisch. - Ook toneel kreeg meer vrijheid. Romantisch drama bijv. - Anthonie Staring: (1767-1840), tegen alledaagsheid en goedkope pop. Streefde naar Renaissance-kwaliteit. Jaromir-cyclus over vermakelijke avonturen student Jaromir. Over de duivel. - Hendrik Conscience: (1812-1883), populairste Vlaamse schrijver. Erg productief. ‘De leeuw van Vlaanderen’ erg bekend, over Guldensporenslag 1302. Zelfrespect Vlamingen teruggeven. - Hildebrand / Nicolaas Beets: (1814-1903), realisme, burgerlijk romanticus, onvrede en kritiek verwerken in humor. Camera Obscura 1839, karikaturen. Verder Een oude kennis, De fam. Kegge, De fam. Stastok. - Guido Gezelle: (1830-1899), Vlaamse priester, belangrijkste romantische dichter. Persoonlijke gevoelens en religieuze ervaringen omzetten in schoonheid van de natuur. Kerkhofblommen, Tijdkrans. - Multatuli / Eduard Douwes Dekker: (1820-1887), rebel, had afkeer van dogma’s en doctrines. Heraut van vrije gedachte, daardoor veel bewonderaars én vijanden. Als Multatuli schreef hij uit onvrede met kortzichtige burgerlijkheid en uitbuiting van bevolking van Lebak, Java de autobiografische tendensroman Max Havelaar, 1960. Aanklacht tegen koloniale politiek van NL. Politieke rel koelde snel af. Nuchtere burgerman in persoon van Batavus Droogstoppel, regeringsambtenaar Multatuli. Multatuli is ook de schrijver Sjaalman. Verder bevat het de geschiedenis van Saidjah en Adinda, geliefden die een einde vinden door optreden van inlandse hoofden en NL overheid. - Piet Paaltjens / Francois Haverschmidt: (1835-1894), Leidse studentenverzen in Snikken en Grimlachjes. Paaltjens uiterst romantisch en zwaarmoedig mens. Met humor en zelfspot. Haverschm. Hekelt overdreven gevoeligheid, maar beschrijft ook eigen depressiviteit (worgengel). - Jacques Perk: (1859-1881), heraut van Tachtigers, sonnetvorm, impressionistisch, schoonheid uitdrukken met zintuiglijke indrukken. Mathilde, een sonnettenkrans. - Frederik van Eeden: (1860-1932), Tachtiger, afkeer domineedichters ? Grassprietjes. Pseud. Cornelis Paradijs. Parodie, erg ironisch. Naturalisme begon met De kleine Johannes; realistische beschrijving van geestelijke ontwikkeling. Fantasiewereld. - Louis Couperus: (1863-1923), belangrijkste naturalist. Over decadente weelde van hoge milieus, sierlijkheid van schrijfstijl. Eline Vere 1889 geschiedenis zwaarmoedig meisje, eerst in de krant erg populair. - Marcellus Emants: (1848-1923), naturalist, ‘waarheid is wezen der kunst’. Een nagelaten bekentenis 1894 over mislukt huwelijk van Willem Termeer, kan niet aan zijn lot ontsnappen (erfelijke zenuwzieke). Hoofdstuk 6: 1900 – 1940 - Begin 20e eeuw literatuur oiv symbolisme: JC Bloem, PC Boutens, Holst. Generatie van het verlangen (1910). Hermetische teksten. - Reactie op realisme en naturalisme: neoromantiek. Wonderen, fantasie weer overhand. Augusta de Wit, Arthur van Schendel. - Expressionisten: Paul van Ostaijen, Hendrik Marsman. - Dadaïsme: alleen Paul van Ostaijen, later bij de Vijftigers. - In het surrealisme speelt het onderbewustzijn een belangrijke rol. Van Ostaijen, Belcampo. - Reactie op emotionele expressionisme: nieuwe zakelijkheid. Strakke stijl. Bordewijk. - WO II rampzalig voor literatuur. Dood: ter Braak, du Perron, Marsman. Levend: Nijhoff, Holst, Vestdijk. - Herman Heijermans: (1864-1924), realist, belangrijkste toneelschrijver, Op hoop van zegen 1900, over uitbuiting vissersvolk. - Arthur van Schendel: (1874-1946), neoromantiek, onbestemde verlangens. Een zwerver verliefd over monnik Tamalone die naar andere oorden verlangt, maar ook van Mevena houdt. Rond 1930 maakt hij ineens realistische romans: Het fregatschip Johanna Maria. Jacob Brouwer wil de Johanna Maria bezitten. Somber. - Nescio / JHF Gronloh: (1882-1961), neoromanticus, werken: Dichtertje/De uitvreter/Titaantjes, Mene Tekel, Boven het dal. Zette zich af tegen ernst des levens. Sterk autobiografisch. Uitvreter over Japi; profiteur, rebel tegen burgerlijkheid. - Willem Elsschot / Alfons de Ridder: (1882-1960), nieuwe zakelijkheid, maar romantische ondertoon. Heldere stijl, ironie. Kaas. - Paul van Ostaijen: (1896-1928), expressionisme, Music-Hall over leven in grote stad, indrukken. Nihilistisch werk. In Bezette stad ook visuele poëzie. - Ferdinand Bordewijk: (1884-1965), nieuwe zakelijkheid, Fantastische vertellingen, Bint, Karakter. Merkwaardige harde karakters. Sinistere, humoristische sfeer. Karikaturen. Bint gaat over een school met strak regime, Bint = directeur. Karakter over generatieconflict. Hoofdstuk 7: 1940 – 1960 - Vanaf 1940 veel censuur in kranten, anti-Duits verboden. De bezige bij verzetslit. - WOII was grote inspiratiebron voor schrijvers, zoals Boon, WF Hermans en Mulisch. - Bekentenisromans: GK van het Reve, Hermans, Mulisch, Wolkers. - Beweging van 50 kwam op. Cobra beweging pleit voor spontaniteit, intuïtie, primitieve kunst. Vijftigers sloten zich aan en baseerden zich op expressionisme, dadaïsme en surrealisme. Ze noemden zich experimentelen en wilden NL wakker schudden. Andreus, Elburg, Hanlo, Kouwenaar, Lucebert, Rodenko, Vinkenoog. Tijdschriften: Blurb, Braak. Kenmerken experimentele poëzie: 1. vrijheid van woordkeuze; 2. vrijheid van vorm; 3. vrijheid van zinsbouw; 4. geen logica en intellect, maar spontane creativiteit. - Er was een kloof tussen de critici en het grote publiek. Schrijvers uit deze tijd: - Godfried Bomans; sprookjesachtig, ook kinderverhalen. - Gerard Reve; bekentenisromans, existentialisme, De Avonden 1947. Schokkend. - Hella Hasse; modernisme - Willem Frederik Hermans; existentialisme, ook schokkend, deprimerend. - Hugo Claus; veelzijdig - Lucebert; =Bert Swaanswijk, keizer der Vijftigers, tegen schoonheid kunst, experimenteel. - Harry Mulisch; naoorlogse en bekentenisromans. - Louis Paul Boon; sociaal
Hoofdstuk 8: 1960 – 1980 - In de jaren 60 werden er veel geruchtmakende boeken geschreven ? Wolkers en Cremer. - In de jaren 70 waren er drie stromingen in proza: 1. Experimentelen: Polet, Bernlef, Vogelaar, Schierbeek. Fascinatie voor taal, experimenten met klanken, ritme en verdeling van woorden. Zelfbedachte woorden, delen van woorden. Vermengen van tekstsoorten ? ingewikkeld werk! 2. Academisten: Kooiman, Matsier, Meijsing, de Jong, de Winter, Van der Heijden. Aandacht voor verteltechiek. Structuur is belangrijk. Sprongen in tijd, veranderingen in verteltechniek en andere trucs. Gelaagdheid. 3. Nieuw-realisten: ’t Hart, van Keulen, Hotz, Biesheuvel, Heeresma. Maatstaf werd opgericht tegen de ‘nieuwe wartaal’(=experimentelen). Vleesbare tekst en marktwaarde van boek belangrijk. Reactie op jaren 60. Weergave van realistische en herkenbare details. Nauwelijks ideologische bijbedoelingen, gaat om vertellen. - Symbolisch: De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt. Feministisch, dus ideologisch. - Detective ging zich in 70 ontwikkelen. - Ook in de poëzie leidt de afkeer van experimentele Vijftigers tot nieuw-realisme. - 3 stromingen binnen poëzie van jaren 70: 1. Experimenteren met de vorm. Voortzetting 50-ers. 2. Emotionele werking. Herzberg, Kopland. Mens in centrum. 3. Traditionele versvorm. Kuijper, Rawie. - J. Bernlef / Marsman: schrijver/dichter/essayist. Neorealistische poëzie. Gaat vaak over ouder worden. Hersenschimmen 1984 over Maarten Klein die steeds vergeetachtiger wordt. Uit perspectief van Maarten. - Jan Wolkers; bekentenisliteratuur, schokkend, taboedoorbrekend. - Simon Carmiggelt; eenvoudig - Judith Herzberg; poëzie - Jan Cremer; Ik Jan Cremer - Rutger Kopland, poëzie - Kees van Kooten; - Maarten ’t Hart; nieuw-realisme - Leon de Winter; - A. F. Th. Van der Heijden; academist - Tim Krabbé. Hoofdstuk 9: De periode na 1980 - Hausse prozadebuten van vrouwelijke auteurs. Romancyclus ontstaat. - ‘Wereldschrijvers’ komen op. - In de poëzie grepen de Maximalen terug op de Vijftigers. Schrijvers: - Cees Nooteboom; Philip en de anderen - Freek de Jonge; Zaansch Veem - Tessa de Loo; De Tweeling - Renate Dorrestein; Buitenstaanders - Adriaan van Dis; Nathan Sid - Joost Zwaterman; Gimmick! - Connie Palmen; De vriendschap - Anna Enquist; Het geheim - Ronald Giphart; Phileine zegt sorry - Arnon Grunberg; Blauwe maandagen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.