Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het fin de siecle

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 4215 woorden
  • 3 januari 2013
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Nederlandse Literatuur

Het Fin de siècle

Alec Popescu

 

60

De periode 1875 – 1914 (begin WOI) staat centraal voor de ontwikkeling naar een moderner Europa.

Na 1875 kwam de industrialisatie echt op in Nederland waardoor er ook enkele politieke stromingen op kwamen: liberalen, confessionelen en socialisten.

Het kapitalisme dat overheerste in deze periode staat verbonden met de liberalen en confessionelen.

Maar onder invloed van Das Kapital van Karl Marx kwam het socialisme op (SDAP, PvdA).

Door de opkomst van het socialisme werd de positie van de arbeiders versterkt en kwamen er zelfs vakbonden die de rechten van de arbeider waarborgden.

De kunst van het Fin de siècle is een overgangskunst tussen oud nieuw: het vertoont trekken  van 19e-eeuwse kunst maar ook kunst van rond WOI.

 

61

Charles Darwin (1809 – 1882):

-          On the origin of species (1859).

In dit boek heft Darwin het over het bestaan van de huidige diersoorten omdat ze zich beter hebben aangepast dan uitgeroeide diersoorten. Termen als: “the struggle for life” en “survival of the fittest” staan central.

-          The decent of man (1871).

Dit boek heeft het over de plaats van de mens in de evolutietheorie van Darwin. De mens wordt voorgedaan als een diersoort dat ver is ontwikkeld. Dit was alleen niet in overeenstemming met de visie van vele geloven. Tot op de dag van vandaag bestaat er nog steeds verzet uit enkele geloofsrichtingen over zijn theorieën. 

 

Sigmund Freud (1856 – 1939):

-          Die Traumdeutung (1900).

Freud was een Oostenrijkse psychiater die theorieën ontwikkelde over de rol van het onderbewustzijn in de geest van de mens. In “Die Traumdeutung” legt hij uit dat dromen voortkomen uit het onderbewustzijn en dat ervaringen uit de vroege kinderjaren van invloed kunnen zijn op de latere persoonlijkheid.

 

Het socialisme bedreigde de rust van de bourgeoisie, de theorieën van Darwin waren in strijdt met een letterlijke interpretatie van de bijbel en de theorieën van Freud liet zien dat er allerlei dingen verscholen liggen in de mens waar we niet van af willen weten.

 

Het Fin de siècle ook wel La belle époque, het mooie tijdperk, is een periode waarvan men niet goed moet weten wat zij kan verwachten. Er heerst een vorm van angst over de komende periode maar ook optimisme. Deze ambivalente houding leidde vaak tot een vlucht uit de realiteit in een wereld van kunst, overbeschaving, luxe en genotzoekerij.

In de kunst kwam het escapisme tot uiting als estheticisme: schoonheidsleer: opvatting dat kunst alleen iets moois dient te zijn en geen andere functie heeft. Hiermee verbonden is:

Het L’art pour l’art: kunst omwille van de kunst, vorm boven inhoud.

62

De achterliggende gedachte van het impressionisme is dat ieder mens de wereld anders ziet door middel van de eigen zintuigen. En omdat ieder mens een andere visie heeft kwam het impressionisme tot stand dat een reactie was op het realisme. In het impressionisme probeert de kunstenaar zintuigelijke indrukken van kleur en licht vorm te geven. Hij probeert niet de werkelijkheid weer te geven maar de werkelijkheid zoals hij het zelf ervaart.

Het impressionisme hangt nauw samen met het estheticisme. In beide stromingen is de vorm van de kunst belangrijker dan de inhoud.

 

Wikipedia: Het impressionisme is een 19e-eeuwse stroming in de moderne beeldende kunst. De stroming vond haar oorsprong in Frankrijk. Het was een vernieuwingsbeweging, niet alleen als revolterende stroming tegenover het toen algemeen aanvaarde en officieel erkende academisch classicisme, maar ook als totaal nieuwe stijl technische conceptie.

Wat betreft inhoud en techniek was het impressionisme een reactiebeweging tegen de heersende conservatief-classicistische opvattingen van de salonjury's. De bedoeling bij de jongeren was het onmiddellijke beeld weer te geven van het waargenomen zoals het zich op dat moment toonde. Er was dus geen sprake meer van de fijn afgelijnde tekening van de voorwerpen. Zelfs bij de onderwerpkeuze richtte men zich op de directe omgeving, ver weg van elke allegorie of enig nationalistisch triomfalisme.

 

Kenmerken schilderkunst:

-          Schilderijen uit het impressionisme geven een korte indruk of een momentopname weer.

-          Door de vlotte verftoetsen die ruw en dik op het doek staan, lijkt het werk snel gemaakt.

-          Onderwerpen hebben geen probleemstelling of boodschap.

 

Franse impressionistische schilder: Edouard Manet & Claude Monet.

NL ’se impressionistische schilder: Vincent van Gogh

NL ‘se impressionistische poëet: Willem Kloos: Avond

Het literaire impressionisme is vooral een poëzie stroming. Met name overmatig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Wikipedia: Vooral in de literatuur blijkt dat het impressionisme een zeer zintuiglijke kunst is. In het literaire impressionisme worden grote hoeveelheden zintuiglijke indrukken weergegeven. Samen geven ze een bepaalde stemming weer. De kenmerken van de taal die impressionisten hanteren in hun proza en poëzie zijn de volgende:

  1. kwistig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. In het gebruik van de reeksen adjectieven zoals bij Lodewijk van Deyssel menen sommige lezers zelfs een parallel met het pointillisme aan te treffen.
  2. voorkomen van synesthesieën (het gelijktijdig reageren van twee zintuigen), bijvoorbeeld 'een donker geluid', 'een bittere geur'.
  3. gebruik van neologismen (nieuwvormingen), bijvoorbeeld de rook "roet-rolde", de rook "scheur-vlood" door het "vlamme-schemeren" (Ary Prins).
  4. in proza wordt soms de zgn. Erlebte Rede gebruikt, een mengvorm van directe en indirecte rede, bijvoorbeeld "Hij beweerde, hij zou heus wel komen".

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

 

63

Het naturalisme is net als het impressionisme een verdere uitwerking van het realisme.

Men wilde laten zien hoe een mens is geworden zoals hij is afgebeeld in het realisme.

Hij leven zou bepaald zijn door 3 factoren:

-          erfelijke aanleg

-          milieu waarin men opgroeit

-          opvoeding

Het naturalisme kwam voort in de roman en de toneelkunst. In de romans probeerde men te laten zien hoe erg de mens afhankelijk was van deze 3 factoren. 3 soorten romans zijn:

-          Familieroman: hierin worden een aantal generaties van een familie beschreven.

-          Psychologische roman: hierin word een persoon beschreven die het psychisch moeilijk heeft.

-          Sociale roman: hierin wordt de mens gevormd door zijn positie op de maatschappelijk ladder. Veel naturalisten waren socialisten en wilden hiermee de maatschappij verbeteren.

Het blijkt wel dat de naturalistische romans erg pessimistisch waren maar dit is te verklaren door de opvatting van het fatalisme: het leven van de mens is geheel bepaald door het noodlot en vrije wil bestaat niet. Deze opvatting viel goed onder de naturalisten omdat ze het noodlot niet als iets mysterieus zagen maar als iets  dat in de mens verankerd ligt.

Dit komt dan weer overeen met de 3 factoren waarvan zij vinden dat dat de mens bepaald.   

 

64

De Tachtigers vormden een vernieuwende beweging binnen de Nederlandse literatuur die van ca. 1880 tot 1894 bestond. In het werk van deze auteurs kwamen het impressionisme en naturalisme sterk naar voren. De Tachtigers zijn vooral van belang vanwege de vernieuwing die zij aanbrachten in de poëzie (dichtkunst). De beweging moet worden beschouwd als een late voortzetting van en tevens een sterke kritiek op het werk uit de Romantiek, de periode die er direct aan vooraf was gegaan.

Het literaire impressionisme leent zich erg goed voor "mooischrijverij" en "woordkunst" (l'art pour l'art, "kunst-om-de-kunst"). In tegenstelling tot vorige generaties schrijvers schreven de Tachtigers dus vooral om louter Schoonheid te scheppen. De vele domineedichters die hen waren voorgegaan in de negentiende eeuw gebruikten hun vele huiselijke gedichten en gelegenheidspoëzie dikwijls om er een stichtelijke boodschap mee uit te dragen. Kunst was voor hen dus een soort kapstok om er een "nuttige" boodschap aan op te hangen. De Tachtigers echter schreven l'art pour l'art. Het esthetische was voor hen dus erg belangrijk.

 

Omdat ze hun werk moeilijk geplaatst kregen in bestaande literaire bladen zoals De Gids, richtten de Tachtigers in 1885 hun eigen tijdschrift op dat De Nieuwe Gids heette en de spreekbuis van de beweging werd. In de redactie zaten o.a. Kloos, Van Eeden, Verwey, Willem Paap, Frank van der Goes en Jacobus van Looy). Het blad is tot 1943 uitgegeven, hoewel de kwaliteit na het uiteenvallen van de Tachtigers sterk achteruit was gegaan.

 

 

 

 

De principes van de Beweging van Tachtig kunnen als volgt worden samengevat:

-          estheticisme: verheerlijking van de schoonheid;

-          l'art pour l'art: kunst om de kunst; de kunst dient geen ander doel dan kunst te zijn: "All art is quite useless" (Oscar Wilde);

-          individualisme: kunst als de "allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie" (Willem Kloos);

-          eenheid van vorm en inhoud: dit in tegenstelling tot het vroeger gebruikte principe dat elke uitdrukking een 'gewone' en een 'artistiek verantwoorde' vorm kon hebben;

-          de waarneembare werkelijkheid als uitgangspunt: leidend tot realisme, naturalisme en sensitivisme (het streven om zoals Gorter het zegt "dat wat je zintuiglijk doorleefde met uitschakeling van den geest onmiddellijk te verklanken" in lyrische poëzie);

-          daaruit logisch voortvloeiend de eis van originaliteit en het mijden van geijkte clichés.

 

Een stuk van een Tachtiger genaamd: Lodewijk van Deyssel: “Nieuw Holland”, in “Verzamelde opstellen”, 1894

 

65

Frederik van Eeden (1860-1932) was de meest productieve Tachtiger. Hij was tevens arts die zich als één van de eerste met psychologie bezig hield.

Zijn bekendste boeken waren:

-           “De kleine Johannes” (1887) = sprookjesachtige roman

-          “Van de koele meren des doods” (1900) = psychologische roman

!zie boek voor samenvatting!

 

66

Herman Gorter (1864-1927) was de grootste dichter onder de Tachtigers.

Hij werd beroemd door zijn lange impressionistische gedicht “Mei” wat werd verzameld in de dichtenbundel “Verzen”. Hij kreeg veel bewondering voor zijn ideeën als socialistisch politicus en theoreticus.

 

67

Louis Couperus (1863-1923) was de belangrijkste prozaschrijven rond de eeuwwisseling uit de Tachtiger-groep. Hij was een naturalistische-impressionistische schrijver. Zijn romans kunnen worden onderverdeeld in 3 categorieën:

-          Naturalistisch-realistisch

-          Sprookjesachtig

-          Historisch

Zijn eerste roman was “Eline Vere” en een andere was “De stille kracht”

!zie boek voor samenvatting!

 

68

In de tijd van het impressionisme en naturalisme kwam ook het symbolisme naar voren:

Een stroming die erop gericht was de wereld boven of achter de realiteit van alledag te onthullen. In tegenstelling tot de impressionisten en naturalisten die duidelijk gericht waren op de ons omringende werkelijkheid.

Wikipedia: Het symbolisme was een stroming in de beeldende kunst, muziek en literatuur die in het fin de siècle opgang maakte, in eerste instantie in Frankrijk, maar spoedig daarna ook elders in Europa. Het ontstaan van het symbolisme is te zien als een reactie op het rond 1850 dominante realisme en naturalisme in de kunst. Verbeeldingskracht, fantasie en intuïtie werden centraal gesteld. Het symbolisme kenmerkt zich door een sterke hang naar het verleden en een gerichtheid op het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. Het symbool stond daarbij centraal.

 

Er is  sprake van algemene symbolen zoals een kruis waar men denkt aan het Christendom met Jezus. Of een hakenkruis waardoor men denkt aan de nazi’s.

Behalve algemene symbolen heb je ook individuele symbolen. Deze symbolen horen bij één werk van een kunstenaar en het is daarom moeilijk om de betekenis ervan te achterhalen omdat het niet een universeel symbool is.

 

Het symbolisme heeft in de schilderkunst nauwe banden met de Jugendstil of art nouveau.

De art nouveau wordt gekenmerkt door het gebruik van motieven uit de planten en dierenwereld, die verwerkt worden in nijverheid (meubels, glaswerk, enz.)

Geliefde motieven waren bijv. zwanen, pauwen en vruchten. Alles wordt niet natuurgetrouw weergegeven maar heel gestileerd met golvende lijnen.

Architect: Antonio Gaudí met de kerk van de Sagrada Familia te Barcelona.

 

70

Net als het symbolisme is de neoromantiek een reactie op het impressionisme en naturalisme. Het fantasievolle, wonderlijke en lieflijke gaat de overhand krijgen over het sombere zakelijke. Maar de nadruk op het noodlot blijft bestaan. Alleen de naturalisten vonden dat dit door erfelijkheid kwam en dat dat bewezen was door de wetenschap maar de neoromantici ervaren het als iets waar de mens absoluut geen vat op heeft, iets bovennatuurlijks. In het buitenland bloeide de neoromantiek vooral in Engeland met bijv.:

R.L. Stevenson met “Dr. Jekyll and Mr. Hyde”

 

72

Franse romancier Emile Zola werd wereldberoemd rond 1875. In zijn boeken beschreef hij de hoofdpersonages zo dat hun persoonlijkheid  afhankelijk was van het milieu waarin zij opgroeiden. Hij was de voorvechter van de joodse legerofficier Alfred Dreyfus die als zondebok moest dienen. Hij werd verbannen naar het duivelseiland waarna Zola een boek schreef genaamd “J’accuse” (1898) waarin hij de legertop en de regering beschuldigde van corruptie en antisemitisme.

!zie boek voor samenvatting!

 

Een tweede Franse romancier was Marcel Proust die kwam met:  “À la recherche du temps perdu” (Op zoek naar de verloren tijd)

!zie boek voor samenvatting!

Een origineel Poolse maar vanaf 1886 Engelse schrijver was Joseph Conrad.

Hij was een zeeman die over verschillende reizen in een periode van 15 jaar verhalen had geschreven. Een aantal boeken die hij schreef zijn:

-          The nigger of the Narcissus

-          Lord Fim

-          Nostromo

-          Youth

 

Als laatste  de Duitse schrijver Thomas Mann met de boeken:

-          Die Buddenbrooks:     Verfallen einer Familie

-          Der Zauberberg

-          Der Tod in Venedig (De dood in Venetië)

 

76

Nu zal de periode tussen WOI en WOII besproken worden, het interbellum.

Aan het Fin de siècle ofwel belle époque kwam een einde toen WOI begon. Na de oorlog werd een nieuwe tijd verwacht en er heerste optimisme (roaring twenties) totdat de beurscrisis van 1929 uit brak. Er was sprake van economische achteruitgang waardoor vele landen onder invloed kwamen van verschillende regimes.

 

Sovjet-Unie: links communisme o.l.v. Lenin en daarna Stalin

Duitsland: rechtse dictatuur o.l.v. Hitler

Italië: rechts fascisme o.l.v. Mussolini

Spanje: rechts fascisme o.l.v. Franc

 

De cultuurbeweging die rond WOI op kwam noemen we het modernisme.

= een overkoepelende term voor verschillende stromingen:

-          Expressionisme

-          Kubisme

-          Futurisme

-          Constructivisme

-          Dadaïsme

-          Surrealisme

-          De nieuwe zakelijkheid

 

Wikipedia: Het modernisme is een verzamelnaam voor vernieuwende stromingen in de kunsten en de westerse maatschappij tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. De term refereert aan een culturele beweging die vooral na de eerste wereldoorlog in verzet komt tegen de traditionele opvattingen en vormen van kunst, architectuur, literatuur, geloof, sociale organisatie en het dagelijks leven. De moderne roman, het moderne toneel, de architectuur en de poëzie moesten vernieuwd worden zodat zij de moderne geïndustrialiseerde maatschappij beter weerspiegelden.

 

Modernisme heeft vele betekenissen, maar als geest van moderniteit die kunst, architectuur en literatuur vernieuwde heeft het betrekking op het volgende:

78

Wikipedia: Het expressionisme (van Latijn: expressio, uitdrukking) is een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de 20e eeuw, die zich vooral manifesteerde in de jaren 1905 tot 1940. In het expressionisme tracht de kunstenaar zijn gevoelens, zijn ervaringen, voor de waarnemer uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid.

Belangrijk is daarbij vooral dat de gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van het onderwerp, de boventoon voert. Dit in tegenstelling tot het impressionisme waarbij vooral het uiten van de werkelijkheid, zoals men die ervaart, voorop staat. Zo vervaagt in het expressionisme de band met de werkelijkheid vaak, soms valt die zelfs helemaal weg. Hierdoor krijgen onvoorstelbaar nieuwe vormen hun kans. Het expressionisme kent maar één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dan ook niet mogen worden opgelegd.

 

In latere tijden is het een verzamelnaam voor schilderijen die aan die criteria voldoen, onafhankelijk van de stroming.

Expressionisme als stijl is vooral bekend in de schilderkunst, maar komt ook in de muziek, literatuur, architectuur, toneel en in de film als stijl voor. Het abstract expressionisme behoort ook tot het expressionisme.

 

Schilder:          Franz Marc met “De toren der blauwe paarden”.

Schrijver:        H. Marsman met “Vlam”

                        Paul van Ostaijen met “Herfstlandschap”

Modernisme met vrije verzen nemen afstand van het klassieke vers.

In het impressionisme staat natuur centraal en in het expressionisme staat de stad centraal.

 

 

79

Kubisme is een stroming binnen de moderne kunst van het begin van de 20e eeuw. Het is een van de vier grote schilderstijlen (naast het dadaïsme, het expressionisme en de abstracte kunst), die de Europese schilderkunst van de 20e eeuw een nieuw belang gaven. Het kubisme vierde zijn hoogtijdagen als avant-gardekunststroming in de periode van 1906 tot ca. 1920.

 

Schilder: Pablo Picasso

 

Kenmerken van het kubisme zijn: afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage, meerdere standpunten, stilleven, analytisch, synthetisch. Beperking tot het elementaire van de natuur en de mens. In het kubisme wordt gebruikgemaakt van verschuivende standpunten. Een tafel kan vanuit verschillende hoeken worden bekeken. Van bovenaf als men staat, vanaf de zijkant als men zit, of van onderaf als men iets van de vloer wil oppakken. Kubisten proberen dit in een schilderij te verwerken.

Het meest kenmerkende van het kubisme is de vereenvoudiging van alles. Kleur was niet zo belangrijk. Men gebruikte geen felle kleuren, alleen maar grijsachtige en bruine tinten. Kleur werd in een later stadium wel weer belangrijk.

 

Het futurisme (Italiaans futuro, "toekomst") is een van oorsprong Italiaanse beweging en kunststroming van 1909 tot 1914, ontstaan uit het kubisme. Hoewel de futuristen het kubisme afwezen, was er een moeilijk te negeren correlatie tussen beide bewegingen.

Enkele kenmerken van het futurisme zijn snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang en nieuwe technologie.

 

Het futurisme zou je kunnen omschrijven als een dynamische versie van het statische kubisme. Veel objecten  hebben dezelfde hoekige vormen als bij het kubisme maar ze zijn in beweging afgebeeld. Niet alleen is het futurisme bekend in de schilderkunst maar ook in de politiek. Marinetti schrijft een manifest waarin hij zijn ideeën op schrijft. Het fascisme en het futurisme liggen dicht bij elkaar. Techniek, snelheid en kracht centraal en een afkeer tegen oude beelden.

 

Wikipedia: De Italiaanse schrijver Filippo Tomasso Marinetti stak met een eerste futuristisch manifest in de Figaro van Parijs op 20 februari 1909 de lont aan van het futurisme. Het was het begin van het algemeen literaire vlak. Het manifest beoogde een toekomst gedreven door strijd, aanval en beweging, en richtte zich op de arbeidersbewegingen, op revolutie en op anarchie.

Wikipedia: De Italiaanse schrijver Filippo Tomasso Marinetti stak met een eerste futuristisch manifest in de Figaro van Parijs op 20 februari 1909 de lont aan van het futurisme. Het was het begin van het algemeen literaire vlak. Het manifest beoogde een toekomst gedreven door strijd, aanval en beweging, en richtte zich op de arbeidersbewegingen, op revolutie en op anarchie.

 

Het kubisme en futurisme werden in non-figuratieve richtingen voortgezet in het constructivisme, waarin de herkenbaarheid geheel geofferd is aan de geometrie, een geometrie die bovendien veel strakker en eenvoudiger is dan bij de kubisten en futuristen.

 

 

82

Wikipedia: Dada of het dadaïsme was een culturele beweging die begon tijdens de Eerste Wereldoorlog in Zürich in het neutrale Zwitserland.

 

De beweging bestond slechts kort en vertoonde een piek tussen 1916 en 1920. De kunstenaars in dada hielden zich vooral bezig met beeldende kunst, poëzie, theater en grafisch ontwerp. De beweging is verwant aan het nihilisme: het opzettelijk irrationeel zijn en afwijzen van de algemeen geaccepteerde standaarden in de kunst.

Hoewel de beweging slechts kort heeft bestaan, is haar invloed zeer groot geweest. Dada is een kunst net onder de realiteit. Kunstenaars hielden zich bezig met het gebruik van voorwerpen die eigenlijk al bestonden. Zij maakten er net iets anders van dan het eigenlijk moest voorstellen.

 

De kunstenaars waren ontgoocheld over het debacle van de oorlog, die al gauw vastliep in een hopeloze loopgravenoorlog. Er ontstond een tendens onder zowel literaire als plastische kunstenaars het artistieke gebeuren brutaal en schokkend te bespotten. Dit was voor hen een middel om de schijnheilige waarden van de toenmalige 'beschaafde' wereld aan te vallen. In de woorden van Richard Hülsenbeck: "De dadaïst acht het noodzakelijk om zich tegen de kunst uit te spreken, omdat hij door de oplichterij van kunst als morele veiligheidsklep heen kijkt."[1] Het dadaïsme zou uitgroeien tot een internationale beweging.

 

Impressionisten waren kunstenaar van een tegenstroming maar nu komen de dadaïsten die helemaal breken met elke vorm van kunst. Men wilde burgers schokken door zinloosheid d.m.v.: readymades. Ze haalde iets uit de omgeving waar het thuis hoorde en maakten er iets compleet anders van. Ze maakten kunst vrij.

 

86

Wikipedia: Het surrealisme is een kunststroming in de moderne kunst ontstaan als literaire stroming rond 1924. Hoewel er een hoogtepunt van het surrealisme is waar te nemen tussen 1925 en 1940, in zowel schilderkunst, beeldhouwkunst en in de literatuur, is het surrealisme vandaag de dag nog steeds aanwezig en actief.

Ze probeerden een droomwereld te scheppen in de kunst. Het vindt zijn onderwerpen in et onderbewuste en willen verstand uitschakelen. Ze schilderen waarheidsgetrouw (anatomisch gezien) maar er is een twist die niet mogelijk is (blz. 229, rechtsonder (dag vs. nacht).

 

Teleurgesteld in het rationalisme, dat door de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog te optimistisch was gebleken, en geïnspireerd door de ideeën van Sigmund Freud, stellen surrealisten de door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van de droom centraal.

Uitgevoerd in een hyperrealistische stijl stellen de surrealisten vaak beelden samen in absoluut onverwachte, verrassende, zo niet schokkende, combinaties. Het is echter evenzeer mogelijk, zoals het werk van Hans Arp bewijst, dat de werken totaal abstract zijn, of, zoals in het werk van Joan Miró, herkenbaar maar zeker niet realistisch. Surrealisten proberen hun fantasie zo veel mogelijk de vrije loop te laten. Ze schilderen bijvoorbeeld droombeelden. Automatisch tekenen is ook een manier om je fantasie te tonen. Het is een geestesstroming, die leidde tot de automatische spontaneïteit.

Schilders:        Salvador Delí met “De verleiding van de H. Antonius”

                        René Magritte met “Het rijk der lichten”

 

 

87

De nieuwe zakelijkheid kwam op in de jaren ’20 rond het Bauhaus, een opleidingsschool voor schilder-, beeldhouwkunst, architectuur, kunstnijverheid en fotografie.

Bauhaus was uitermate revolutionair omdat gebouwen  zoals we ze vandaag de dag kennen ontwikkelde. (Bijv. hoogbouw met glas aan de buitenkant.) Het principe da hierachter zat, was het functionalisme: gebruiksvoorwerpen moeten allereerst doelmatig zijn, hun vorm moet aangepast zijn aan hun functie.

 

Alles moet goed werken: “form follows function” 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.