Argumenteren

Nederlands Argumenteren

Adeline Visser                                                                     V4e

§1 Standpunten
Als je een standpunt over iets inneemt, dan geef je je mening over die zaak.

Voorbeelden van standpunten: - Ik denk dat we beter niet naar het gala kunnen gaan.
                                                         - Zonder begeleiding in zee gaan duiken is volgens mij er verstandig.
                                                         - Ik vind dat de meeste mensen geen verstand van muziek hebben.

Je kunt een standpunt meestal aan de volgende signaalwoorden herkennen:               - ik vind
                                                                                                                                             - volgens mij
                                                                                                                                             - ik denk dat
                                                                                                                                             - mijn conclusie is
                                                                                                                                             - dus

- daarom
- kortom

Er zijn drie soorten standpunten:            - een positief standpunt
                                                                       Ik vind dat leerlingen dat zelf mogen bepalen.
                                                                       - een negatief standpunt
                                                                       Volgens mij kunnen leerlingen dat niet zelf bepalen.
                                                                       - een standpunt van twijfel
                                                                       Ik weet nog niet of ze dat zelf kunnen bepalen.

§2 Argumenten
Met argumenten kun je je eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen.

Een argument kan vóór of áchter het standpunt staan:
- Ik vind dat prostitutie niet gelegaliseerd moeten worden (s), want veel vrouwen worden ertoe gedwongen (a).

- De meeste politici zijn niet te vertrouwen (a), dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen (s).

Je kunt argumenten vaak herkennen aan signaalwoorden zoals: - want
- omdat
- namelijk
- aangezien
- immers

Als het argument een feitelijke uitspraak is, noemen we het een objectief argument. Het argument is

waar of onwaar en het heeft geen ondersteuning nodig.

Als het argument een niet-feitelijke uitspraak is, noemen we het een subjectief argument. Het

argument moet eventueel ondersteund worden.

Argumenten kunnen op verschillende zaken gebaseerd zijn:        - feiten
- onderzoek of wetenschap
- normen en waarden
- vermoedens
- geloof of overtuiging
- gezag of autoriteit
- nut
 

Argumentatie op basis van feiten

Bij dit soort argumentatie wordt het standpunt ondersteund door een argument dat feiten bevat.

Feiten zijn controleerbaar en daarom waar of onwaar.

Argumentatie op basis van onderzoek of wetenschap

Bij argumentatie op basis van onderzoek of wetenschap wordt verwezen naar de resultaten van

wetenschappelijk onderzoek.

Argumentatie op basis van normen en waarden

Als iemand zich beroept op een algemeen gedeelde norm of waarde om zijn standpunt te steunen,

is er sprake van argumentatie op basis van normen en waarden. Het gaat dan om een norm of

waarde waarover geen verschil van mening bestaat.

Argumentatie op basis van vermoedens

Bij deze vorm van argumentatie wordt het standpunt ondersteund door een vermoeden. Dat

Vermoeden kan voortkomen uit iemands intuïtie of gevoel of een veronderstelling.

Argumentatie op basis van geloof of overtuiging

Als iemand zich beroept op zijn geloof of overtuiging als ondersteuning van zijn standpunt, is dat

argumentatie op basis van geloof of overtuiging. 

Argumentatie op basis van gezag of autoriteit

Als iemand zich bij het ondersteunen van zijn mening beroept op een deskundige of autoriteit op een

bepaald vakgebied, is er sprake van argumentatie op basis van gezag of autoriteit. Soms wordt er

gesproken van argumentatie op basis van deskundigheid.

Argumentatie op basis van nut

Als het standpunt een uitspraak voor of tegen een bepaalde maatregel is, en in het argument

verwezen wordt naar het nut of onnut van die maatregen, spreken we van argumentatie op basis

van nut.