Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

18e en 19e eeuw

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1581 woorden
  • 2 december 2009
  • 35 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
35 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Literatuur proefwerk kerst.

18e eeuw.
Historische achtergrond.
17e eeuw: ontstaan van absolute monarchieën, koninkrijken waarin alle macht bij het volk berustte. De Staten-Generaal was in de 18e eeuw een machteloos orgaan; alle gewesten gingen hun eigen gang. Tweede helft 18e eeuw: twee politieke stromingen: patriotten (streefden naar meer democratie) en de aanhangers van het huis van Oranje. De patriotten kregen in 1793 hulp toen de Fransen de republiek binnenvielen en in 1795 werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. 1798(3 JAAR LATER): eerste grondwet, scheiding van de kerk en staat en uitbreiding van het kiesrecht.
Over het algemeen: 18e eeuw is een tijd van achteruitgang in vergelijking met de 17e eeuw.


De verlichting.
Verlichting: einde van de geestelijke duisternis, de wereld werd langzaam maar zeker duidelijk, helder, verlicht. De inzichten die men in de Renaissance had opgedaan werden door de denkers van de 18e eeuw verder ontwikkeld.
Empirisme: zelf onderzoeken hoe de wereld in elkaar zit
Rationalisme: het menselijk verstand is in staat alles op te lossen.
Deïsme: er bestaat een opperwezen, maar verering daarvan in de vorm van godsdienst is zinloos.
Idee der tolerantie (door de Fransman Voltaire): ieder mens moet kunnen geloven wat hij zelf wil en overheden (zowel wereldlijke als geestelijke) hebben daar niets mee te maken.
John Locke + Montesquieu: trias politica; uitvoerende macht(regering), wetgevende macht(parlement) en de rechterlijke macht moeten gescheiden zijn.
Liberalisme: economie overlaten aan het marktmechanisme, grondlegger is Adam Smith.
Men ging er in de 18e eeuw van uit dat de mens een goed wezen is en dat verkeerd gedrag voortkomt uit gebrek aan kennis van het goede. Er was in de verlichting groot belang bij opvoeding en onderwijs.

Beeldende kunst en muziek.
Verlichting had slechts een beperkte invloed op de 18e eeuwse kunst en muziek. Er werd grotendeels voortgebouwd op de Renaissance en barok.
Rococo (eerste helft 18e eeuw): decoratieve kunst, bloeide vooral in meubelindustrie en porseleinfabricage. Belangrijkste vertegenwoordiger: Antoine Watteau.

Neoclassicisme (midden 18e eeuw): teruggreep op het classicisme van de Renaissance. Voornaamste schilder: Jaques-Louis David.
In de muziek werd de eerste helft van de 18e eeuw nog overheerst door de barok, met Johann Sebastian Bach en Georg Friedrich Handel als belangrijkste componisten.
Tweede helft 18e eeuw; de symfonieën => Franz Joseph Haydn. Mozart, Bach en Beethoven waren de beste componisten.

Literatuur.
De verlichting kwam vooral tot stand in proza; in het toneel en de poëzie volgde men de klassieke regels die door Nicolas Boileau waren opgesteld. De verlichte prozaliteratuur is didactisch: literatuur was een middel om de lezer nieuwe opvattingen en ideeën te bieden en de taal is daarom duidelijk en zakelijk. Het grootste didactische werk uit de verlichting is de Encyclopedie (Denis Diderot). Tijdschriften waren er in de vorm van de Spectator: men kon hierin van alles lezen zoals wetenschap, beeldende kunst, opvoedkunde etc (Richard Steele en Joseph Addison).
Imaginaire reisverhaal: een tekst waarin men een reis beschrijft die nooit heeft plaatsgevonden. Leende zich goed voor didactische doeleinden; de auteur kon laten zien wat volgens hem wel of niet juist was (Episch-didactische literatuur).
Utopische Romans: verhaal over een ideale wereld die als voorbeeld dient voor onze wereld.
Robinsonade: een roman over een of meer personen die door omstandigheden van de rest van de wereld afgezonderd raken en zich alleen moeten zien te redden (Robinson Crusoe, Daniel Defoe). Veel gebruikt genre in de verlichting omdat men kon laten zien dat men zich zelfs in de moeilijkste omstandigheden staande kan houden door gebruik te maken van de rede.
Roman: belangrijkste literaire vernieuwing van de 18e eeuw. In de roman ging het om de personen, niet om de ideeën. De gebeurtenissen in het verhaal zijn een middel om de personages te beschrijven. Realistisch => robinsonade en satire zijn tijdloos, romans spelen zich af in een precies omschreven tijd en ruimte.

Justus van Effen.
- Oprichter Hollandse Spectator. Hierin hield hij een pleidooi voor gelijkheid van alle mensen, bestreed het Hollandse Chauvinisme en het calvinistische verzet tegen toneel en ander vermaak. Ook propageerde hij het gebruik van de moedertaal in plaats van het Frans. Kortom: maatschappijkritiek in korte verhalen.

- Werd benoemd tot lid van de Royal Society, als dank voor zijn inspanningen om de Engelse cultuur in Frankrijk bekend te maken.
Hieronymus van Alphen.
Schrijver van opvoedkundige gedichtjes, speciaal voor kinderen, o.a de Pruimeboom.
Betje Wolff en Aagje Deken.
Publiceerden samen de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. Dit was de eerste Nederlandse roman. Het verhaal is voor een deel gebaseerd op Betjes eigen lotgevallen. (Zij ‘liet zich schaken’ op 17e jarige leeftijd met een militair en trouwde vier jaar later met een 52 jarige weduwnaar, dit werd een verstandshuwelijk en bestond alleen uit respect voor elkaar.

Leugenliteratuur: een met opzet zeer ongeloofwaardig geschreven imaginair reisverhaal.

19e eeuw.
Historische achtergrond.
In 1776 verklaarde Amerika zich onafhankelijk van Engeland => Declaration of Independence. De slavernij werd overal afgeschaft. In Amerika werd door de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) het zwarte volksdeel bevrijd.
1848 (het jaar van het communistisch manifest van Marx en Engels): overal in Europa vonden opstanden plaats om te protesteren tegen de ellendige werkomstandigheden in de fabrieken. De arbeidersklasse was echter nog niet goed genoeg georganiseerd. Pas in het laatste kwart van de 19e eeuw kwam er een sociale wetgeving tot stand.
In 1815, het jaar dat Napoleon definitief werd verslagen werd het Noorden weer met het Zuiden verenigd tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1830 kwam het zuiden echter in opstand en werd het koninkrijk België gesticht.

Na de grondwetsherziening in in 1848 (ontstaan door de drang naar politieke vernieuwing in het noorden, onder leiding van J.R Thorbecke) werden de bevoegdheden van de Tweede Kamer uitgebreid en werd de vrijheid van godsdienst en onderwijs vastgelegd. Door de liberale economische politiek kon nu ook de industriële revolutie in Nederland doordringen.

De Romantiek
In de 18e eeuw had het woord romantisch een negatieve betekenis; het betekende zoiets als fantastisch, vergezocht, overdreven. Eind 18e eeuw werd het een positiever begrip en een nieuwe cultuurstroming die diametraal tegenover de verlichting staat.

De kunstenaars

Verbeeldingskracht en individualisme stond op de eerste plaats. Kunst moest niet zozeer gericht zijn op het publiek, maar moest de persoonlijke opvattingen van de kunstenaar weergeven.
Bohémiens: kunstenaars die een onmaatschappelijk leven leiden: rusteloos, zwerven, drankmisbruik, armoede etc. Vele kunstenaars waren ook revolutionairen; probeerden samen met de oude burgerlijke maatschappij een nieuwe wereld te scheppen. Romantische kunst is lyrisch; de kunstenaar moest zich laten leiden door zijn gevoelens die vaak sterk contrasterend zijn.
Met hun verbeelding probeerden de romantici te ontsnappen aan de wereld van het ‘hier en nu’: naar het verleden en de toekomst, verre streken en exotische landschappen, naar het bovennatuurlijke en het religieuze.

De wetenschappen

Op wetenschappelijk gebied komt de interesse voor het natuurlijke tot uiting in de bestudering van de cultuur van niet-westerse volkeren: de etnologie of volkenkunde => culturele antropologie. Naast de volkenkunde ontstond ook de volkskunde die de folklore van westerse bevolkingsgroepen bestudeerd.
Ook kwam de literatuurwetenschap op: men ging uit het interesse voor het verleden en het exotische de niet-westerse literaturen vertalen, middeleeuwse handschriften uitgeven en gedichten (die tot voorheen alleen mondeling werden overgeleverd) opschrijven.

Verlichting Romantiek

Verstand(rede) gevoel
Rationalisme gevoeligheid
classicisme originaliteit
maatschappijdenken individualisme
Literatuur
Weltschmerz: droefgeestigheid.
Sehnsucht: romantisch verlangen naar het onbereikbare geluk.
Deze twee begrippen werden gebruikt als inspiratiebron.
De romantici zochten het geloof in zichzelf; de persoonlijke verhouding die de mens tot het opperwezen kan hebben.
Romantische literatuur: escapisme in plaats van het realistische karakter van de verlichtingsliteratuur. (Escapisme: willen ontsnappen aan de alledaagse realiteit)
Genres:
- Gothic novel (speelt zich af in de middeleeuwen
- Historische roman (sterk geromantiseerd): de middeleeuwen werden voorgesteld als een tijd van avonturen, schone jonkvrouwen en dappere helden, niet als een tijd van ziekte, bijgeloof en onderdrukking. Bekendste schrijver: Sir Walter Scott.
- Sciencefiction: bekendste schrijver: Jules Verne.

- Detectiveroman.
- Sprookje: volkssprookjes en cultuursprookjes (Hans Christian Andersen).

Het realisme
Midden 19e eeuw: ontstaan nieuwe stroming; het realisme: reactie op het lieflijke, sentimentele van het realisme. De realisten zochten hun onderwerpen in de omringende realiteit van alledag en probeerden die zo objectief mogelijk weer te geven. Ze beelden de middenklasse en onder invloed van het opkomende socialisme ook de arbeidersklasse uit. Vaak zijn hun romans/schilderijen dan ook krachtige politieke en sociale protesten.
In het literaire realisme ontstond de klassieke roman; deze heeft een duidelijk begin, verloop en afsluiting en is heel zorgvuldig opgebouwd. Alle onderdelen hangen met elkaar samen. Het onderwerp van deze romans is de natuurgetrouwe uitbeelding en/of sociaalpsychologische analyse van mens en maatschappij.
Schilderkunst: realisme=>impressionisme en realistische roman=>naturalisme.
De Nederlandse literatuur van de 19e eeuw is vooral een mengeling van het realisme en romatiek.

Nicolas Beets (Hildebrand).
- Schreef de beroemde verhalenbundel camera obscura: satirisch beeld van de Hollandse Burgerij uit de eerste helft van de 19e eeuw. Realistische humor.
François Haverschmidt (Piet Paaltjens)
- Snikken en grimlachjes: uitgebracht onder de naam Piet Paaltjens.
- Haverschmidt was een zuiver romanticus, lag voortdurend met zichzelf overhoop en na de dood van zijn vrouw pleegde hij zelfmoord.
- Weltschmerz en Sehnsucht.

Multatuli (Eduard Douwes Dekker)
- Nam ontslag als assistent-resident in Nederlands-Indië en schreef na terugkomst in Nederland, in Brussel onder barre omstandigheden de roman Max Havelaar.
- Multatuli=> betekend; ik heb veel gedragen/geleden.
- Personages: sjaalman (=DD), Duitse knecht (= Ernest Stern), Max Havelaar (=DD), Multatuli (=DD).

Guido Gezelle
- Kleengedichtjes (1860): waarin hij zijn verzet tegen het Frans uitspreekt.
- Priester en leraar moderne talen.
- Aan het eind van zijn leven begon men in te zien dat Gezelle een van de grootste Nederlandstalige dichters was en de eerbewijzen stroomden binnen.



REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.