Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5: Romantiek

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 523 woorden
  • 8 februari 2008
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 5: Romantiek (1815-1900)

Intro:

Enkele belangrijke componisten uit die tijd zijn: Schubert, Chopin, Paganini, Liszt, Schumann, Wagner, Tsjaikowsky, Rossini, Verdi, Dvorak en Strauss.

Ontwikkelingen in de Romantiek
In de tijd van de Romantiek was dit mode:
- Het verlangen naar het onhaalbare;
- Beethoven: grote voorbeeld componisten, prachtige melodieën, onverwachte
erupties van geluid, hevige emoties, grote virtuositeit);
- Ook amateurs speelden met grote toewijding trio’s, kwartetten en kwintetten.

- Solostukken voor piano.
- Programmamuziek, opera, operette, kamermuziek.
- Het schrijven van nationaal getinte muziek.

§ 5.1 Balletmuziek
Wals: een van oorsprong Oostenrijkse dans in snel tempo in 3/4e maat en accent op
de 1e tel.
Omspeling: veranderen van een melodie, maar wel zodat deze herkenbaar blijft.

Walsen waren bedoeld om:
1. Naar de luisteren. (chopin)
2. Op te dansen. (tsjaikovski)

§ 5.2 Het lied
Romantisch kunstlied: voor geschoolde stemmen, meestal zang+piano.
Coupletlied: lied dat voor ieder vers dezelfde muziek heeft.
Gevarieerd coupletlied: de coupletten bevatten variaties op het 1ste couplet.
Doorgecomponeerd lied: ieder couplet laat nieuwe muziek horen.

Chubertiaden zijn muziekavonden in de vriendenkring.
Sehnsucht betekent een onvervuld verlangen, dit was vaak het thema van het romantische kunstlied.


§ 5.3 Solowerken
Mazurka: Poolse springdans, matig-zeer snel tempo, 3/4e maat.
Polonaise: Poolse dans, langzaam tempo, 3/4e maat.
Rubato: vrij in de maat spelen.
Gebroken akkoorden: na elkaar tot klinken komen van tonen van een akkoord.

Virtuositeit betekent dat je moeilijke dingen snel kunt spelen.
Twee componisten die bekend staan om hun virtuositeit:
1. Paganini.
2. Liszt.
Het publiek waar componisten voor schreven was nu vooral de geïnteresseerde burger en niet meer alleen de adel en de elite.

§ 5.4 Soloconcert en symfonische muziek
Thema met variaties: variaties op een thema.
Melodische variatie: de toonhoogten van een thema worden veranderd*.
Ritmische variatie: het ritme van het thema wordt veranderd*.
Harmonisch variatie: de melodie wordt voorzien van andere akkoorden*.
Tonale variatie: het thema wordt in een andere toonsoort gezet*.

Glissando: een glijdend verloop van toonhoogte.
Scat vocal: manier van instrumentaal zingen op betekenisloze lettergrepen.
Subdominant: 4e akkoordfunctie.
*terwijl het ritme en de harmonie grotendeels hetzelfde blijven.

Een symfonieorkest bevat meestal drie werken:
1. Kort werk voor orkest.
2. Soloconcert (daarna pauze).
3. Symfonie.
Chopin was in harmonisch opzicht een vernieuwer doordat hij nieuwe akkoorden en wendingen gebruikte.
Een passacaglia is een reeks variaties op een thema in de bas.

§ 5.5 Opera en operette
Operette: lichte opera uit de 2e helft van de 20ste eeuw met gesproken dialogen en
modieuze dansen en marsen.
Musical: een theaterstuk waarin toneel, zang, muziek en dans worden gecombineerd.
Spreekgezang: manier van tekstvoordracht tussen spreken en zingen.


Een parodie is het hergebruiken van een bestaand lied, gedicht, etc. Een voorbeeld hiervan is de operette van Offenbach.
Gesamtkunstwerk waarin alle artistieke elementen van opera één geheel vormen.
In Verdi’s opera’s staat nationale eenheid centraal.

§ 5.6 Nationale scholen en programmamuziek
Nationale scholen zijn een verzamelnaam voor de componisten van buiten centraal Europa die hun muziek een nationale kleur wilden geven.
Het doel van nationale scholen is niet alleen de karakteristieke muziek van hun vaderland te eren, maar ook het nationale bewustzijn van het volk te versterken.
Programmamuziek is muziek die zonder gebruik te maken van tekst een verhaal uitbeeld of in elk geval iets buitenmuzikaals.
Absolute muziek is het tegenovergestelde van programmamuziek.

REACTIES

M.

M.

Een duidelijke samenvatting, bedankt!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.