Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Paragraaf 6, 7 en 8

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1951 woorden
  • 14 januari 2010
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
$6.1
Communicatieproces: is een proces waarbij minimaal twee personen of organisaties betrokken bij zijn.3 redenen voor communicatie:- het vragen om informatie- het geven van informatie- het beïnvloeden van houding of gedragZMBO-model: De Zender stuurt met behulp van een Medium een Boodschap naar één of meer Ontvangers.Medium: datgene wat nodig is om de boodschap over te dragen bijvoorbeeld: telefoon, e-mail, telefoon etc.Feitelijke inhoud: de boodschap bevat de feitelijke inhoud van de communicatie, de inhoud is voor de ontvanger te registreren, te horen of te zien.Intentie = doel

$6,2
Coderen: vormgeven van de boodschap (de zender codeert gedachten en gevoelens, zet deze om in woorden, beelden of lichaamstaal, of in een combinatie van deze).Decoderen: vertalen van de boodschap door de ontvanger.Coderingproces: de zender heeft een idee een gedachte of gevoel die hij aan de ontvanger wil overbrengen. Hij zet het idee, de gedachte of het gevoel om in begrijpelijke tekens. Interpreteren: is het afvragen wat voor waarde de boodschap voor je heeft. Referentiekader: iedere persoon heeft eigen gevoelens, waarden, normen en ideeën of meningen. Een mix van deze elementen noemen we het referentiekader. Ookwel de manier waarop een mens tegen de wereld aankijkt. Filter: de elementen die niet van toepassing zijn uit de ontvangen informatie halen.Feedback: reactie van de ontvanger op de boodschap van de zender. Terugkoppeling: als de zender weer reageert op de feedback van de ontvanger is er sprake van terugkoppeling.Follow-up: als de boodschap begrepen is kan de zender uitgebreider uit gaan leggen.


$6,3
Ruis: is iedere verstoring of ongunstige beïnvloeding tijdens het transport van een boodschap.Redundantie: overtolligheid of teveel in de communicatie. Functionele redundantie: bewust overtolligheid toegevoegd om de boodschap beter over te laten komen.Disfunctionele redundantie: een teveel, onnodige dingen worden er verteld, dat werkt ergernis op en heeft een negatieve invloed op de communicatie.

$6,4
- verticale communicatie- horizontale communicatie- diagonale communicatieVerticale communicatie verloopt verticaal tussen hogere en lagere functies. Wanneer de communicatie van hoog naar laag gaat, spreken we over top-down. Andersom noemen we de communcatie bottom-up.Voordeel: er kunnen niet snel misverstanden ontstaan iedereen weet wie hij/zij moet aanspreken.Nadeel: deze vorm van communicatie kan lang duren en is erg star.Bottom-up: met bottom-up communicatie maken medewerkers hun meningen en voorkeuren duidelijk naar hun managers.Top-down: verloopt precies andersom als de bottom-up communicatie bij top-down sturen de managers informatie naar beneden. Horizontale communicatie verloopt horizontaal tussen werknemers op gelijk niveau, ookwel passerelle genoemd.Voordeel: de communcatie gaat snel.Nadeel: de communicatie vindt nu plaats buitenom de manager.Diagonale communicatie verloopt diagonaal tussen verschillende afdelingen. Werknemers zijn op ongelijk niveau met elkaar betrokken. Voordeel: de communicatie gaat snel.Nadeel: de communicatie gaat helemaal buiten de hiërarchische lijnen om.

$7,1
Mondelinge communicatie: omvat alle communicatie waarbij we spreken.Schriftelijke communicatie: is alle communicatie die geschreven is.Nadelen: verloopt niet spontaan de ontvanger kan niet direct reageren op de actie van de zender.Geschreven tekst komt erg nadrukkelijk over. Mensen nemen het geschreven tekst sneller waar. Dit kan natuurlijk ook voordeel zijn. Het hangt er vanaf wat de zender wil bereiken met zijn tekst.

 $7,2
Verbale communicatie: alle communicatie waarbij we geschreven of gesproken woorden gebruiken.Non-verbale communicatie: alle communicatie waarbij we geen woorden gebruiken. Lichaamstaal: houding, gebaren, mimiek, intonatie en vocale communicatie. Houding: heeft betrekking op de manier hoe iemand staat of zit en de gehanteerde afstand tot anderen.Gebaren: alle bewegingen die met de handen worden gemaakt.Mimiek: gaat om gezichtuitdrukking, bijvoorbeeld oogcontact.Intonatie: gaat om de manier hoe iemand klinkt.Vocale communicatie: alle geluiden die geen tekst zijn.

$7,3
 Persoonlijke communicatie : communicatie tussen personen.Massacommunicatie : communicatie die zich richt op een grote massa/groep mensen.Openbare communicatie : de communicatie is voor iedereen toegankelijk.Actie en reactie: de zender zegt of vraagt iets (actie) en de ontvanger gaat hierop in, geeft feedback (reactie).persoonlijke communicatie. Massamedia: kranten, radio, televisie en internet. massacommunicatie en openbare communicatie.


$7,4
Tweegesprek: gesprek tussen twee personen bijvoorbeeld met vrienden of docenten, informele communicatie. Formeel tweegesprek drie voorwaarden:1. Het doel is van tevoren vastgesteld.2. Er is een gespreksleider die bepaalt wat er wordt besproken en op welke manier.3. Het gespreksonderwerp is bij beide gesprekspartners bekend. Voorbereiding van het gesprek- Hoofd- en subdoelen van het gesprek vaststellen.- Nadenken over de relatie tussen de gesprekpartners.- Een planning van het gesprek maken.- De structuur van het gesprek bepalen.Voeren van het gesprekSocial talk: algemeen onderwerp aanknopen.Gespreksleider heeft dit nodig om een goed gesprek te leidde: Luistervaardigheden: goed luisteren om toch te kunnen begrijpen wat iemand bedoelt.Regulerende vaardigheden: verloop in de gaten houden en controleren of er naar het doel wordt toegewerkt. Assertieve vaardigheden: daadwerkelijk de leiding over het gesprek houden.Vaardig in het vragenstellen: de juiste vragen stellen. Gesloten vraag: is een vraag waarop maar één antwoord mogelijk is.Open vraag: is een vraag waarop alle antwoorden mogelijk zijn.

$7.5
Halo-effect: een hele positieve uitstraling van één goede eigenschapHorneffect: één slechte eigenschap overheerst alle andereStereotypering: verwachtingen die je hebt van bepaalde eigenschappen op grond van iemands geslacht of achtergrond.Projectie: de gespreksleider vergelijkt de medewerker onwillekeurig met zichzelf of collega’sSuggestie: de spreker dringt een mening zo op dat een open gesprek niet meer mogelijk is.

$7,6
ToespraakInleiding- opening- kern van de toespraak- korte aankodiging hoofdonderwerpenMiddenstuk- logische volgorde hoofdonderwerpen- eventueel subonderwerpen- eventueel samenvattingSlot- samenvatting van hoofdonderwerpen- herhaling van de kern of hetdoel- afronding met treffende slotzin.Spreekschema: dit schema bestaat uit kernwoorden van de structuur of het bouwplan van een toespraak.

$7,7
Vergadering: is een bijeenkomst van personen, die uitgenodigd zijn, en volgens een bepaalde procedure met elkaar spreken over één of meer van tevoren vastgestelde onderwerpen.VoorbereidingUitnodiging: in het algemeen is een schriftelijke uitnodiging beter dan een mondelinge.Agenda: vormt de basis voor een efficiënte vergadering.Taken en verantwoordelijkheden van de voorzitter- opstellen van een goede agenda, vergaderstukken doornemen, tijdplanning en neemt agenda goed door.- voorzitter is samen met de notulist verantwoordelijk voor het tijdig versturen van vergaderstukken.- alle agendapunten worden behandeld.- niet te veel tijd vragen per agendapunt.- vergadering moet ordelijk verlopen.- de vergadering eindigt op het in agenda vermelde tijdstip.- iedereen voldoende aan het woord laten komen.Taken en verantwoordelijkheden van de deelnemers- oriënteren zich op de verschillende agendapunten, en lezen eventuele vergaderstukken kritisch door.- deelnemers luisteren naar elkaar zonder vooroordelen.- deelnemers zorgen ervoor dat hun bijdrage aan de vergadering kort en to the point is.Taken en verantwoordelijkheden van de notulist- versturen van uitnodiging, agenda en bijlagen.- leest de stukken voortijdig grondig door.- kent elk doel van de agendapunten.- noteert tijdens de vergadering de stemmingen, besluiten en afspraken.VergaderingOpeningNotulen van de vorige vergaderingMededelingenIngekomen en uitgaande stukkenAgendapuntenW.v.t.t.k.RondvraagSluiting

$8,1
Sociaal beleid: sociaal beleid is het geheel van maatregelen dat nodig is om mens en arbeid zodanig op elkaar af te stemmen dat de doelen van de organisatie en die van de medewerker gerealiseerd kunnen worden.Sociaal plan: bij het sociaal beleid werken met een plan, dat plan bestaat uit verschillende deelplannen. (personeelsplan, loopbaanplan, opleidingsplan en promotieplan).Doelen: een doel kan zijn: het maken van winst, uitbreiding van activiteiten of het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten.Personeelsbeleid: een onderdeel van het sociaal beleid, het is gericht op aspecten van de relatie tussen mens en arbeid.Afdeling personeelszaken: houd zich bezig met:- Uitvoeren van het vastgestelde sociaal beleid- Registreren van beoordelings- en fuctioneringsgesprekken- Registreren van loopbaangegevens en bijhouden van de personeelsadministratie- Coördineren van wervings- en selectieprocedures en opleidingsactiviteiten en personeelsbeheer en van procedures.


$8,2
Theorie van Maslow, behoefte niveaus: Fysiologische behoeften (eten, drinken, kleding en onderdak aan deze behoeften kan worden voldaan door salarissen, uitkeringen etc.)Behoefte aan veiligheid en zekerheid (bescherming tegen inkomens vermindering wegens ziekte of ouderdom en de zekerheid het onderdak te behouden)Sociale behoeften (genegenheid, vriendschap en erkenning door familie en collega’s of klasgenoten)Behoefte aan waardering (behoefte aan respect en aan status, aan deze behoefte kan worden voldaan door de belangrijkheid van het werk en eventuele promoties)Behoefte aan zelfrealisatie (zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van de eigen capaciteiten, aan deze behoefte kan worden voldaan door ontwikkelings mogelijkheden)Satisfiers: zijn factoren die erg veel met het werk zelf te maken hebben dit zijn werk intrinsieke factoren: - plezier in het werk zelf- erkenning waardering- verantwoordelijkheid in het werk- promotie- en groeimogelijkhedenDissatisfiers: hebben niet zozeer betrekking op het werk zelf maar op de omstandigheden waaronder dat werk plaatsvindt dit zijn werk extrinsieke factoren: - voorschriften en procedures- salaris- werkomstandigheden- wijze van leidinggeven en relaties met de leiding

$8,3
Prognose personeelsbehoefte: deze prognose betreft zowel het aantal personeelsleden als het niveau van de vereiste personeelsleden waarover de onderneming in de toekomst wil of moet beschikken.Promotiebeleid: een eigen medewerker wordt bevorderd naar een hogere functie.Vaste dienst: iemand die niet op contract werkt maar een arbeidsovereenkomst heeft voor onbepaalde tijd.Flexbanen: zijn banen waarvan de onderneming gebruik maakt op momenten dat zij extra personeelsleden nodig hebben.ZZP’ers: Zelfstandige Zonder Personeel, de organisatie huurt een ‘eenmansbedrijf’ in om bepaalde taken te verrichten.Werving en selectie: voor de selectie maken we onderscheid tussen lager en hoger opgeleid personeel. Het werven van lagere opgeleid personeel gebeurt vaak door middel van personeelsadvertenties of uitzendbureaus. Het werven van hoger opgeleid personeel kan op dezelfde wijze gebeuren, al laat de directie zich dan vaak bijstaan door externe bureaus of headhuntersHeadhunter: benadert zelf geschikte kandidaten, nadat hij van een organisatie de opdracht heeft gekregen om iemand met bepaalde kwaliteiten te zoekenReferenties: bedrijven waar de medewerker eerder heeft gewerkt.Testen: psychotechnisch onderzoek; de onderzoeker probeert door middel van testen en het voeren van gesprekken erachter te komen of de kandidaat geschikt is voor een bepaalde functie. Opdrachten uitvoeren: sollicitanten moeten opdrachten maken, om zo te kunnen zien wie er geschikt is.

 $8.4
Functioneringsgesprek: vindt plaats tussen de medewerker en diens directe manager tweerichtingsverkeer, en is gericht op de toekomst.Beoordelingsgesprek: het doel van dit gesprek is om een juiste beslissing te nemen over een promotie, salarisverhoging of ontslag, eenrichtingsverkeer en is gericht op het verleden. Verschil: het beoordelingsgesprek vindt plaats na het functioneringsgesprek.Flexibele pensionering: zelf kiezen op welke leeftijd je wilt stoppen met werken.

$8,5
Individuele arbeidsovereenkomst: hierin staat onder meer hoeveel uren de werknemer per week werkt, op welke momenten hij of zij aanwezig moet zijn, om welke werkzaamheden het gaat en hoe hoog het loon is.Collectieve arbeidsovereenkomst: overeenkomst tussen de vakbonden en de werkgeversorganisatie in een bedrijfstak/onderneming en bevat de algemene arbeidsvoorwaarden die gelden voor alle werknemers in die bedrijfstak/onderneming.Verschil: bij de individuele arbeidsovereenkomst is het speciaal gemaakt voor één medewerker bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor alle medewerkersPrimaire arbeidsvoorwaarden: deze hebben betrekking op de geldelijke beloning voor het verrichte werkSecundaire arbeidsvoorwaarden: deze kunnen betrekking hebben op onderwerpen als werktijden, reiskostenvergoeding, werkkleding, het aantal vakantiedagen, een auto van de zaak en/of scholingsmogelijkheden.Verplichtingen werkgever: 1. op tijd het loon betalen2. een getuigschrift uitreiken aan het einde van de dienstbetrekking3. minderjarige werknemers in de gelegenheid stellen een opleiding te volgenVerplichtingen werknemer: 1. de arbeid zo goed mogelijk verrichten2. de arbeid zelf verrichten3. zich houden aan voorschriften die betreffende de te verrichten werkzaamheden zijn verstrekt4. zich gedragen zoals van een goed werknemer verwacht mag worden

§8,6
Berekening nettoloon:Brutoloon- / - loonbelasting + premies volksverzekeringen (samen loonheffing)- / - premies werknemersverzekeringen (werknemersaandeel)- / - pensioenpremie (werknemersaandeel)= nettoloonBerekening loonkosten:Brutoloon+ premies werknemersverzekeringen (werkgeversaandeel)+ pensioenpremie (werkgeversaandeel)= loonkosten§8,7Adviesrecht: de werkgever moet de ondernemingsraad (OR) en de medezeggenschapsraad (MR) in de gelegenheid stellen advies uit te brengen over voorgenomen besluiten van de werkgever.Instemmingsrecht: Wanneer de OR of de MR een voorgenomen besluit, waarvoor instemming van de OR/MR vereist is, afwijst, mag de werkgever dat besluit niet uitvoeren.Informatierecht: de werkgever is verplicht alle informatie te verstrekken die de raad nodig heeft om zijn taken goed te vervullen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.