M&O Hoofdstuk 11: Eigen vermogen
11.1 Aandelenvermogen
Het aandelenvermogen is het permanent vermogen. De onderneming kan over dit vermogen blijvend beschikken. Dit in tegenstelling tot het vreemd vermogen, dat altijd na verloop van tijd moet worden afgelost. Het eigen vermogen vormt een buffer om mogelijke verliezen op te vangen (= garantiefunctie).
Een aandeel(bewijs) is een bewijs van deelname in het aandelenvermogen van een nv. Bij een aandeel maken we onderscheid tussen de nominale waarde en de koerswaarde.
Nominale waarde: Bedrag dat op het aandeel staat vermeld. De nominale waarde is in het algemeen niet het bedrag wat je voor dat aandeel moet betalen; op de effectenbeurs komt onder invloed van vraag en aanbod een prijs (beurskoers) tot stand.
Koerswaarde: Bedrag wat je voor een aandeel moet betalen als je het wilt kopen.
Wanneer een onderneming het aandelenvermogen wil uitbreiden, besluit ze tot een emissie van aandelen. De onderneming stelt dan een prijs/koers vast waartegen het publiek en/of de institutionele beleggers deze nieuwe aandelen kunnen lopen. Die prijs noemen we de emissiekoers.
Bij een bv en nv kennen we twee begrippen wat het aandelenvermogen betreft:
Maatschappelijk aandelenvermogen: het totaalbedrag dat de onderneming aan nominaal aandelenvermogen nodig denkt te hebben. Geeft aan tot welk maximumbedrag de onderneming aandelen mag uitgeven.
Geplaatst aandelen vermogen: het maatschappelijk aandelenvermogen verminderd met het bedrag van de niet-uitgegeven aandelen (= aandelen in de portefeuille of ongeplaatst aandelenvermogen).
Maatschappelijk aandelenvermogen – aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenvermogen
Als de nv/bv winst maakt, ontvangt de aandeelhouder jaarlijks dividend: een bepaald bedrag per aandeel of soms is de dividend berekend als percentage van de nominale waarde. Een aandeelhouder heeft er ook voordeel bij als de waarde van zijn aandeel stijgt. Hij maakt dan koerswinst.
Een hoge beurskeurs geeft aan dat het met de onderneming goed gaat. Ook directieleden en commissarissen hebben hier belang bij, omdat zij vaak een gedeelte van de winst als tantième ontvangen. Een tantième is een winstuitkering voor commissarissen en personeelsleden, met name leden van de directie.
11.2 Preferent aandelenvermogen
Naast gewone aandelen zijn er ook aandelen die op een bepaald gebied voorrang hebben op gewone aandelen. Deze noemen we preferente aandelen. De preferentie kan betrekking hebben op:
- De winstuitkering: Bij winstpreferentie keert de bv/nv eerst aan de houders van preferente aandelen het dividend uit waarop ze recht hebben.
- Zeggenschap: Heeft de preferentie betrekking op zeggenschap, dan is het recht dat het meest voorkomt, het recht van de houders van preferente aandelen om een bindende voordracht van twee personen voor de benoeming van een bestuurslid op te stellen. (= prioriteitsaandelen)
- Uitkering bij liquidatie: Wanneer de onderneming wordt opgeheven krijgen de verschaffers van het vreemd vermogen eerder hun geld terug dan de eigenaren van de bv/nv. De aandeelhouders van preferenties met betrekking tot liquidatie, dan ontvangen de houders van deze aandelen nog eerder hun vermogensdeelname terug dan de gewone aandeelhouders.
De houder van een gewoon aandeel ondervindt ten opzichte van de houder van een preferent aandeel de volgende nadelen:
- Bij liquidatie ontvangen de houders pas geld nadat de preferente aandeelhouders hun volledige vermogensdeelname hebben terugontvangen
- Gewone aandelen zijn meestal duurder dan de preferente aandelen
- De zeggenschap van de houder van gewone aandelen kan erg worden beperkt doordat preferente aandelen worden uitgegeven
Voordelen voor onderneming:
- De opbrengst bij plaatsing van gewone aandelen is in het algemeen hoger dan de opbrengst bij plaatsen van preferente aandelen
- De houders van gewone aandelen bemoeien zich meestal niet of nauwelijks met het beleid van de nv. De meeste aandeelhouders bezoeken de AVA niet.
Nadelen voor onderneming:
- Wanneer het in de onderneming slecht gaat, is het best mogelijk dat het bedrijf met behulp van nieuw vermogen uit het slop kan worden gehaald, maar nieuwe aandeelhouders zijn niet bereid dat tegen dezelfde voorwaarden te doen als waartegen in het verleden vermogen is ingebracht. Wel is men vaak bereid nieuw vermogen in de onderneming te steken, als daar bepaalde preferenties tegenover staan.
- Door preferente aandelen uit te geven wordt het lastiger om nog gewoon aandelenvermogen aan te trekken.
11.3 Emissie van aandelen
In een prospectus (blad waar informatie over nieuwe aandelen) worden de volgende punten besproken:
- Het doel van de emissie
- Een overzicht van de bedrijfsresultaten van de voorafgaande jaren en de verwachtingen voor de toekomst
- De winstverdeling zoals deze in de statuten is vastgelegd
- De prijs (koers) waartegen de uit te geven aandelen geplaatst worden
- De datum waarop de aandelen kunnen worden afgehaald en moeten worden betaald
De meeste aandelen worden geadministreerd bij het Centrum voor Fondsenadministratie. De kosten dir door dit centrum in rekening worden gebracht, rekenen we tot de emissiekosten van de aandelen. Net als de provisie die de bank berekent voor haar bemiddeling, behoren de kosten van het drukken van aandelen tot de emissiekosten. Hieronder vallen ook de kosten van de emissieprospectus.
De nv moet de emissiekoers vaststellen. Voor het vaststellen van de emissiekoers zijn er drie mogelijkheden:
- a pari: tegen de waarde die op het aandeel is vermeld (nominale waarde)
- Boven pari: meer dan de nominale waarde. De nv kan dat doen om de volgende redenen:
- De toekomstverwachtingen van de nv zien er goed uit
- Bij uitbreiding van het aandelenvermogen van reeds bestaande nv’s komen er nieuwe aandeelhouders als mede-eigenaar bij
- Beneden pari:Dit is maar in één situatie toegestaan, namelijk wanneer de nv de aandelen overdraagt aan een bank
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden