Hoofdstuk 2 en 4

Beoordeling 3.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 720 woorden
  • 22 september 2004
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 3.5
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studiekeuzestress? 5 gouden tips om voor áltijd te blijven twijfelen

Ben jij ook zo'n expert in het uitstellen van je studiekeuze? Met deze 5 tips blijf je gegarandeerd nog járenlang twijfelen. Want waarom zou je een beslissing nemen als je ook gewoon... niet kunt kiezen? 

Check het hier

H2 Personeelsbeleid

§2.1 Een arbeidsovereenkomst is een afspraak die werkgever en werknemer met elkaar maken.

De werknemers en werkgevers hebben beide rechten en plichten.

De werknemer moet:  Zijn arbeid zo goed mogelijk verrichten.  De arbeid zelf verrichten.  De voorschriften van de werkgever opvolgen.  Zich als goed werknemer gedragen.

De werkgever moet:  Tijdig het overeengekomen loon betalen.  Vakantie- en snipperdagen geven met behoud van loon.  De werknemer behandelen als een goed werkgever dat hoort te doen.  Na het verstrijken van de dienstbetrekking desgevraagd een getuigschrift geven.

Er zijn nog meer regels die de werkgever en werknemer beschermen, deze zijn opgenomen in collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO).

§2.2 Omdat personeel duur is zal een bedrijf er alles aan doen om het beste personeel te werven. Daarom laten de meeste bedrijven psychologische tests afnemen bij de sollicitanten en als die dan eindelijk zijn aangenomen moeten die nog een inwerkperiode van 2 maanden ondergaan.

Een manager kijkt wat de kwaliteiten van een bepaald personeelslid zijn en laat hem daar in verder groeien dat heet carrièreplanning.

Ook belangrijk om je personeel goed te laten werken is het motivatiebeleid:  Zorg dat ze hun baan fijn vinden.  Zorg voor uitstapjes.  Geef ze extraatjes
Als je dat doet verbeterd de werksfeer en werkt het personeel beter.

Je hebt verschillende tactieken om personeel te werven:  Open sollicitatie, de werknemer solliciteert op eigen initiatief bij een bedrijf.  Personeelsadvertenties, in krant of tijdschrift.  Het arbeidsbureaus, overheidsinstellingen die zich bezig houden met arbeidsbemiddeling.  Uitzendbureaus, particuliere organisaties die zich bezig houden met arbeidsbemiddeling.  Inzetten van “recruiters”, mensen die scholen en universiteiten afstruinen om ze te interesseren bij de organisatie te komen werken.  “Head-hunters”, particuliere ondernemingen die overal zoeken naar de juiste persoon voor het werk.

Als een sollicitant door de selectie is gekomen dan krijgt hij eerst een tijdelijk contract en een inwerkperiode om te zien of hij wel goed is, daarna krijgt hij pas een contract voor onbepaalde tijd.

Er zijn allerlei flexibele arbeidscontracten mogelijk:  Voltijd, 40 vastgelegde uren in de week.  Deeltijd, niet zoveel uren in de week maar wel vastgelegd.  Oproepcontract, vastgelegd aantal uren in de week die de werkgever bepaald.  Nul-urencontract, niets is vastgelegd.

Er wordt vaak gediscrimineerd bij de selectie van sollicitanten, er zijn twee soorten:  Negatieve discriminatie, een minderheidsgroep wordt benadeeld.  Positieve discriminatie, een minderheidsgroep wordt voorgetrokken omdat ze meestal benadeelt worden. De overheid wil dit zoveel mogelijk tegengaan daarom hebben ze de wet gelijke behandeling ingevoerd.

§2.3 De werknemers hebben zich, om zich te verdedigen, geschaard in een vakbond. Dit is een zeer machtige groep van werknemers uit dezelfde sector die allerlei dingen kunnen afdwingen.

Ondernemingen met meer dan 35 werknemers moeten een ondernemingsraad hebben, bij scholen heet dit medezeggenschapsraad, deze heeft bevoegdheden als:  Recht tot overleg  Recht op informatie  Recht op consultatie, bepaalde besluiten mag de leiding niet nemen zonder advies van de OR.  Recht op meebeslissen, er zijn 12 dingen waarbij de OR mag meebeslissen.

Functioneringsgesprekken zijn gesprekken tussen de werknemer en de direct leidinggevende waarin wederzijds wordt aangegeven wat hun mening is over het functioneren van de andere.

Een beoordelingsgesprek is een gesprek waarin alleen de leidinggevende zich uitlaat over de prestaties van de werknemer.

§2.4 Een werknemer kan een werknemer ontslag aanvragen of krijgen als hij:  Ergens anders een betere baan kan krijgen.  Met pensioen gaat  Overlijd  Of arbeidsongeschikt raakt

Als een werknemer tegen zijn wil word ontslagen moet daarvoor eerst toestemming worden gevraagd van de directeur van de arbeidsvoorziening.

Redenen voor een ontslag waarbij conflicten zijn, zijn:  Bedrijfseconomische omstandigheden, minder orders minder plek voor mensen.  Ongeschiktheid van werknemer, de werknemer kan de druk niet aan.  Persoonlijke verhoudingen, werknemer en werkgever kunnen niet met elkaar overweg.

Om mensen aan een baan te helpen heeft de overheid loonkostensubsidie ingevoerd, dat doet dit:  Vermindering lage lonen, minder loonbelasting op lonen net boven het minimum.  Vermindering langdurig werkelozen, minder loonbelasting op lonen van mensen die langdurig werkeloos zijn geweest.  Vermindering onderwijs, minder loonbelasting op lonen van scholieren in leerlingwezen

H4 Interestberekeningen

Enkelvoudige interest: KxPxT = (Kapitaal, Percentage, Tijd)

Bijvoorbeeld € 100 staat tegen 4% rente.

1 jaar = 100 x 0.04 x 1 = 4
3 jaar = 100 x 0.04 x 3 = 12
3 mnd = 100 x 0.04 x 3/12 = 1

Samengestelde interest = rente op rente

€ 100 staat tegen 4% rente per jaar.

100 4 (4% van 100) 104 4.16 ( 4% van 104) = 100 x 1.04 = 108.16
108.16

Formule voor smanegestelde interestberekeningen
E = K x (1 + i)

Terugrekenen

K = E Bijvoorbeeld K= 1000 = 942.60 (1+i) 103.2

Tips:

Jaren tellen: 1-1-2000 t/m 31-12-2030 1-1-1990 t/m 2010

2030 2010 1999 – 1989 - 31 Jaar 21 jaar

% per jaar  jaren tellen % per kwartaal  kwartalen tellen
nooit % gaan veranderen!!!!!!!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.