Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 + 2

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1909 woorden
  • 17 september 2016
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 1: De multiculturele samenleving, een verkenning
Multiculturele samenleving: een samenleving waarin naast de oorspronkelijke autochtone bevolking verschillende etnische groepen leven die oorspronkelijk afkomstig zijn uit een ander land met een andere cultuur.
Normatieve betekenis: bovenstaand begrip krijgt dit omdat je het verbindt met een mening, een norm of in dit geval een ideaal.
Etnische groep: groep die zich onderscheidt van andere groepen doordat de leden ervan gezamenlijke factoren delen zoals nationaliteit, stamverwantschap, religie, taal cultuur ed. 
Etnische minderheden: etnische groepen die niet uit bv. Nederland afkomstig zijn en waarvan de leden naar verhouding, vaker een lage maatschappelijke en culturele positie innemen.

Allochtoon: iemand die zelf of waarvan een van de ouders niet in Nederland geboren is.
Eerste generatie: in het buitenland geboren.
Tweede generatie: allochtonen in Nederland geboren.
Westerse- en niet westerse allochtonen: een Duitser die in Nederland woont wordt vaak niet geassocieerd met een allochtoon vanwege dezelfde huidskleur en veelal gewoonten/cultuur.

Het aantal allochtonen neemt sterk toe. In Amsterdam is 49% allochtoon. Veelal Surinamers. Net als in Den Haag. In Utrecht bestaat 43% van de bevolking uit Marokkanen. Turken gelijkmatig over grote steden.

Gevoel van saamhorigheid: mensen spreken dezelfde taal, hebben dezelfde godsdienst, belangen en geschiedenis. Hierdoor werd ook Nederland een nationale staat. Maar door de komst van veel soorten verschillende geloofsrichtingen (multiculturele samenleving) nam het gevoel van saamhorigheid af. Marokkanen en Turken hebben een ander idee over bijvoorbeeld seks en gastvrijheid. 

Drie factoren die van invloed zijn op de Nederlandse multiculturele samenleving:
- Globalisering (mensen staan wereldwijd steeds meer en steeds makkelijker met elkaar in verbinding. In Nederland heerst een hightech-kenniseconomie: hier worden de producten bedacht, maar ergens anders gefabriceerd. Door globalisering ook steeds meer economische verbondenheid met het buitenland. Door globalisering zijn er ook wereldwijd migratiestromen ontstaan);
- Europeanisering (de geleidelijke ontwikkeling waarbij Europese landen steeds meer samenwerken, eerst op economisch gebied en later ook op politiek terrein: Verdrag van Maastricht. Veel mensen noemen zich echter geen Europeaan, maar nog gewoon Nederlander);
- Individualisering (mensen worden niet langer als lid van een groep of een gezin beschouwd, maar als onafhankelijk individu. Hierdoor ontstaan grote verschillen in leefstijlen, gewoonten en meningen. In de jaren ’60 ontzuilde Nederland. D.m.v. idealen als vrijheid, zelfontplooiing en zelfbeschikkingsrecht. Leefde vooral onder de jongeren. Er werd ook wel gesproken van een ‘ik-cultuur’, omdat het naar het egoïsme neigde.

De vraag naar sociale cohesie is op twee manieren te beantwoorden:
- Gemeenschappelijke waarden (communitarisme: de stroming die het belang van gemeenschappelijke normen en waarden sterk benadrukt. Iedere burger heeft rechten, maar ook verantwoordelijkheden. In Nederland kent deze stroming vooral een groeiende aanhang onder de christendemocraten, maar ook onder de sociaaldemocraten);
- Steunberen (de democratische rechtsstaat en de grondwettelijke vrijheden bieden de beste garantie voor een multiculturele samenleving, waarin mensen met verschillende politieke denkbeelden en persoonlijke levenssferen naast en met elkaar kunnen leven. Eerste steunbeer is een eerlijk en onafhankelijk rechtsproces, tweede steunbeer is de bereidheid tot tolerantie. De derde steunbeer is de onafhankelijke wetenschapsbeoefening. De vierde steunbeer betreft de bereidheid om conflicten op een niet-gewelddadige manier op te lossen. In samenlevingen waar dit ontbreekt, is geen respect voor verschillen en tegenstellingen).

Integratie: de samenvoeging van meerdere bevolkingsgroepen in de maatschappij. Nederlandse regering: de gedeeltelijke aanpassing van bevolkingsgroepen aan de dominante cultuur met behoud van eigen cultuurkenmerken.


Samenlevings/integratiemodellen:
- Assimilatiemodel (assimilatie: dominante cultuur vrijwel geheel overnemen, eigen cultuur verdwijnt naar achtergrond);
- Model van de ‘melting pot’ (als verschillende bevolkingsgroepen zich versmelten tot één nieuwe bevolkingsgroep: ook wel een smeltkroes genoemd. Er ontstaat dan een nieuwe bevolkingsgroep met een nieuwe cultuur);
- Model van de ‘salad bowl’ (volken behouden hun eigen culturele identiteit. Ze passen zich aan elkaar aan, zodat ze allemaal toegang hebben tot dezelfde maatschappelijke, economische en politieke positie: wederzijdse aanpassing, Nederland streefde dit ideaal na, maar dit gaat in de praktijk vaak niet op);
- Segregatiemodel (bevolkingsgroepen leven zowel fysiek als sociaal gescheiden: Amish in VS. Vaak met geweld en dwang, zeker als de dominante groep alle politieke en economische macht naar zich toe wil trekken: Zuid-Afrika).
Nederland en de vier modellen: duizenden migranten geassimileerd in bedrijfsleven/huwelijk. Door de moderne communicatiemiddelen kunnen migranten gemakkelijker hun eigen cultuur behouden, d.m.v. internet: transnationalisme. Kinderen binnen gemengde huwelijken krijgen vaak te maken met de ‘melting pot’. In grote steden veel ‘salad bowl’: caissières met hoofddoekjes bijvoorbeeld. Segregatie: witte en zwarte scholen. Of witte en zwarte woonwijken. Migranten zoeken elkaar vaak op vanwege cultuurgelijkenis. 

Voordelen maatschappelijke verandering: voor asielzoekers: veiligheid en een beter leven. Migranten heffen het tekort aan arbeidskrachten op: economisch. Evenwichtiger bevolkingsopbouw, door komst grote migratiegezinnen. Hiermee wordt ontgroening en vergrijzing tegengegaan, minder druk op socialezekerheidsstelsel: demografisch. Grotere diversiteit aan culturen verrijkt Nederlandse samenleving.

Maatschappelijke vraagstukken (4 invalshoeken):
- Sociaaleconomisch (problemen m.b.t. sociale gelijkheid. Migranten worden vaak ongelijk behandeld op het gebied van huisvesting, gezondheid en arbeidsmarkt, ligt doorgaans aan lagere schoolopleiding en taalachterstand, maar ook discriminatie speelt een rol. Hoofdstuk 3);
- Sociaal-cultureel (laatste jaren: toename conflicten over botsende normen en waarden. Religieuze confrontaties tussen moslims en niet-moslims: 9/11. Hoofdstuk 4);
- Politiek-juridisch (wat kan de overheid doen om het proces van multi-culturalisering in goede banen te leiden? Hoofdstuk 6);
- Historisch-geografisch (Hoofdstuk 2).

Hoofdstuk 2: Nederland als immigratieland
Pullfactoren: factoren die een land aantrekkelijk maken voor migranten: economische welvaart en politieke vrijheid zijn in westerse landen aantrekkelijk.
Pushfactoren: factoren die een migrant ertoe bewegen zijn woonplaats te verlaten: Geen vrijheid van geloof of mening, werkloos en weinig economisch perspectief, of oorlog.
Politieke en religieuze motieven: vaak is politieke situatie reden tot vertrek, als dictatuur waar geen stemrecht en verschillende vrijheden zijn. Dit gaat regelmatig gepaard met geweld en oorlog. Vluchtelingen die in Nederland asiel aanvragen worden in overeenstemming met het EVRM en het Vluchtelingenverdrag van Genève behandeld.
Economische en ecologische motieven: economische reden is vaak hoop op beter leven in westers land, maar ook een verslechterd milieu kan reden zijn tot verhuizing: slechte landbouwgrond. Deze economische migratie kan de overheid stimuleren of afremmen, afhankelijk van de arbeidsmarkt).
Sociale en persoonlijke motieven: gezinshereniging of gezinsvorming kan een reden zijn tot migratie. Voor zowel asielzoekers als gewone burgers.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Nederland is een aantrekkelijk land door:

  1. Veel welvaart, vooral in 17e en 20e eeuw
  2. Politiek klimaat, vooral door relatieve godsdienstvrijheid en tolerantie

Klassieke tolerantie: je geeft groepen de ruimte om anders te denken

Moderne tolerantie: iedereen handelt op dezelfde manier

Migratiestromen naar Nederland van de 16e tot de 20ste eeuw

 

Groep

Aantal

Pullfactor

Pushfactor

overig

 

 

 

16e -17e eeuw

Protestantse Zuid-Nederlanders

 

 

7% van de Nederlandse bevolking in 1600

Religieus: Godsdienstvrijheid (het Zuiden hoorde nog bij Spanje en daar moest je katholiek zijn)

Religieus:

Je mocht geen protestant zijn in de Zuidelijke Nederlanden

 

Concurrentie voor opvang, ze hadden veel vaardigheden

 

 

 

Hugenoten

 

50.000

Ze konden in Nederland vrij hun beroep uitoefenen en hun geloof belijden

Geen godsdienstvrijheid in eigen land en minder rechten dan de katholieke Fransen

Gastvrije ontvangst, later wat strenger

 

 

 

 

Sefardische joden

 

 

Paar duizend

 

Godsdienstvrijheid in Nederland

 

Ze moesten katholiek worden

 

 

 

 

 

skenazische joden

 

 

20.000

 

Godsdienstvrijheid/vrede

 

Oorlog en vervolging

 

 

 

 

 

17e tot begin 20e eeuw

Seizoensarbeiders uit Duitsland en België + handelaren

 

Meer dan 100.000 tussen 1600 en 1900

Toegenomen Welvaart

 

-

Later veel meer arbeiders, later veel ontslagen

 

 

 

Verlichte intellectuelen

 

Enkele tientallen

Welvaart en politieke vrijheid

Geen politieke vrijheid, botsing met regering, religieuze tolerantie

Veel filosofen,

 

 

 

20ste eeuw

Joden

Indische Nederlanders

 

25.000

300.000 tussen 1945-1965

Geen vervolging

 

Nationaalsocialisten

De onafhankelijkheid van Indonesië

Anne frank, later werden grenzen gesloten

Soms gedwongen door politieke veranderingen

 

 

 

 

Molukkers

 

 

12500

 

 

De onafhankelijkheid van Indonesië: de...

Molukkers hadden. Meegevochten aan nl zijde

 

 

 

 

Surinamers

 

 

200.000 tussen 1975 – 1980

 

Politieke en economische stabiliteit in Nederland

Gevolgen van onafhankelijkheid Suriname: decembermoorden, politieke en economische instabiliteit

Sinds 1980 alleen toelating, gezinsvorming en hereniging

 

 

 

 

Antillianen

 

 

 

Goed onderwijs, betere economische situatie

 

Weinig perspectief op goed werk

Nu vooral Antilliaanse jongeren, uit lager socialklasse, voor betere toekomst

 

 

 

 

Gastarbeiders (Turkse/Marokkaanse komaf)

 

 

200.000 tussen 1965-1973

 

Werk

 

Veel werkeloosheid

Door oliecrises in 1973 daalde economie, en werd deze arbeidsimmigratie stopgezet

 

 

 

 

Asielzoekers (hongaren, vietnamesen

 

 

Per jaar verschillend

 

Veiligheid/

Economische welvaart

 

Binnenlandse conflicten/

Weinig werk of geld in eigen land

Hongaren: vlucht na opstand. Vietnam: bootvluchtelingen oorlogsgeweld

Door nieuwe vreemdelingenwet (2000) is asiel gedaald. 2008 Irak, Syrië, Somalië etc.

 

 

 

 

GEZINSHERENIGERS/ vormers

(TURKEN, marokanen)

 

 

 

 

Vader/moeder/kinderen wonen al in Nederland

 

Trouwen met iemand in Nederland

Nu vooral onder asielzoekers

Vormen: enige manier van westen binnenkomen

 

 

 

 

EU-arbeidsmigranten

 

 

 

Werk in Nederland

 

Weinig werk/ geen baan kunnen vinden

Grootste = Duitsland

Ook polen, Roemenen, Bulgaren

 

 

 

 

Illegalen

 

 

Tussen de 100 en 150 duizend

 

-

 

-

Kunnen/willen niet terug, verkiezen armoedig bestaan boven terug moeten

Mensenhandelaars (prostitutie)

Illegale kinderen mogen wel naar school)

 

 

 

 

Grootste groep immigranten in NL zijn: Turken, Marokkanen, Surinamers, antilianen en de Indische Nederlanders.

  • Turken: ( 370.000 )    
  1. Wortels in arme platteland van Anatolië.
  2. Koerden en christelijke turken behorend tot Syrisch-orthodoxe kerk naar NL
  3. Politieke en etnische tegenstellingen tussen turken. Nationalistische grijze wolven – de PKK
  • Marokkanen: (330.000 )
  1. Wortels in Rifgebergte.
  2. Deze Berbers hebben een gearabiseerde cultuur
  3. Wel eigen taal, maar spreken Arabisch (en islamitisch)
  4.  
  1. Door de komst van turken en Marokkanen kwam dat ook naar NL
  2. Kent veel gedragsregels: Halal: wat is toegestaan Haram: wat is verboden bijv. tatoeages, varkensvlees, vragen van rente. Deze staan in de koran
  3. Verschillende stromingen: soennieten: meeste turken en Marokkanen: weinig plichten, meestal geen hoofddoek. Sjiieten: Iranen, Irakezen: streng
  4.  
  1. Groep belangrijker dan individu, eer en respect
  2. Als iemand niet aan regels houdt, inbreuk op hele familie

Surinamers en Antilianen

  1. Bij kolonisatie = dunbevolkt
  2. Voor voldoende arbeidskrachten: half miljoen afrikanen als slaaf naar Midden-Amerika
  • Creolen: meeste zijn hier geboren of wonen er al tientallen jaren
  • Respect voor ouders heel belangrijk (vooral voor moeder)
  • Matriarchaat: samenlevingsvorm waarin vrouwen domineren (moederschap)
  • Meeste zijn Christen, en winti (een Afro-Surinaamse godsdienst) speelt ook nog steeds een grote rol, ze geloven dat zielen van voorouders, het dagelijks leven beïnvloed
  • Hindoestanen: voor een deel Aziatische en voor een deel Surinaamse cultuur
  • 20 % is moslim in NL
  • Antilianen: lijkt veel op creools-Surinaamse cultuur ( man-vrouwverhouding, verhoudingen met blanken)
  • Specifieke cultuurelementen: nationale sport honkbal, Papiamento: een taal met Spaanse, Engelse en Nederlandse invloeden.

Indische Nederlanders en Molukkers

  1. NL stuurde Nederlandse ambtenaren, naar hun kolonie, en die trouwden met de vrouwen daar. Geleidelijk ontstond Nederlands-Indië
  2. In het De Koninklijke Nederlands Indisch Leger (KNIL) zaten ook Zuid-Molukkers
  3. Toen in 1949 de onafhankelijke republiek Indonesië werd uitgeroepen, voelden veel zich niet veilig en emigreerden naar Nederland.
  • Indische Nederlanders: snel integreren door zelfde taal en cultuur
  • Maar Indisch verleden bleef rol spelen. Pasar Malam: grote markt waar de cultuur levend wordt gehouden
  • Molukkers: probeerden eigen staat op te richten met beloofde steun van Nederland maar maakte dat niet waar.
  • Veel Molukse jongeren vonden het gebrek van steun aanleiding om door middel van gijzelingen en treinkapingen de regering om andere gedachten de brengen.
  • De meeste Nederlandse Molukkers waren eerst erover positief maar nu proberen ze zich te richten op intigratie

Indische Nederlanders en Molukkers

  1. NL stuurde Nederlandse ambtenaren, naar hun kolonie, en die trouwden met de vrouwen daar. Geleidelijk ontstond Nederlands-Indië
  2. In het De Koninklijke Nederlands Indisch Leger (KNIL) zaten ook Zuid-Molukkers
  3. Toen in 1949 de onafhankelijke republiek Indonesië werd uitgeroepen, voelden veel zich niet veilig en emigreerden naar Nederland.
  • Indische Nederlanders: snel integreren door zelfde taal en cultuur
  • Maar Indisch verleden bleef rol spelen. Pasar Malam: grote markt waar de cultuur levend wordt gehouden
  • Molukkers: probeerden eigen staat op te richten met beloofde steun van Nederland maar maakte dat niet waar.
  • Veel Molukse jongeren vonden het gebrek van steun aanleiding om door middel van gijzelingen en treinkapingen de regering om andere gedachten de brengen.
  • De meeste Nederlandse Molukkers waren eerst erover positief maar nu proberen ze zich te richten op intigratie

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.