wordt. Duur ervan ligt aan het aantal gewerkte jaren.
* De Wet uitbreiding loondoorbetalingplicht bij ziekte (WULBZ), verplicht werkgevers om werknemers gedurende hun ziek zijn nog twee jaar lang 70% van hun
loon te betalen.
* De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), uitkering voor mensen die langdurig ziek zijn of een ongeluk hebben gehad.
- Volksverzekeringen: betaald iedereen in Nederland die
een inkomen heeft een premie.
* De Algemene Ouderdomswet (AOW), iedereen van 65 jaar of ouders krijgt dit
en het is inkomensonafhankelijk.
* De Algemene Nabestaandenwet (ANW), inkomen voor weduwen en minderjarige
wezen. Inkomen is afhankelijk van achtergebleven partner.
* De Algemene Kinderbijslagwet (AKW), aan alle ouders met kinderen onder de achttien jaar word een vergoeding gegeven.
Sociale voorzieningen, voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op sociale verzekeringen en het geld wordt betaald uit belastingopbrengsten. Daarom bestaat er de bijstand, wat ook wel het vangnet onder het stelsel van sociale zekerheid wordt genoemd.
H4
Het verschil tussen je hobby en werk is dat er bij werk in een samenleving een bepaalde behoefde naar bestaat. Je kan het ook zien als een morele plicht: als je niet werkt ben je lui. Of als een maatschappelijke plicht: alleen als je werkt ben je een volwaardig lid van de samenleving. Arbeidsethos: het belang dat je hecht bij het hebben van werk. De arbeid is opgenomen als een sociaal grondrecht: werk is belangrijk bij het vervullen van je basisbehoeften en werk biedt mogelijkheid om je maatschappelijke positie te verbeteren. De overheid moet zich er dus actief mee bemoeien en als mensen geen werk hebben, hebben ze recht op een uitkering. Functies van werk werd onderzocht door Maslow
en hij onderscheid de vijf basisbehoeften van de mens.
Volgens hem kunnen mensen zich pas op een hogere basisbehoefte richten als de lagere bevredigt zijn. Werk is belangrijk bij de materiële basisbehoeften zoals inkomen en zekerheid, maar ook van de immateriële basisbehoeften zoals sociale contacten en maatschappe lijke status.
Functies van werken
- Inkomen: loon zorgt ervoor dat je kunt eten en drinken, maar ook je materiële levensstandaard en vormt de in geld uitgedrukte waardering voor je werk.
- Zekerheid: een vaste baan zorgt voor materiële zekerheid op lange termijn. Je geeft dingen uit omdat je weet dat je in de toekomst geld zult ontvangen. Ook bied het immateriële zekerheid, het is een vast oriëntatiepunt in je leven.
- Sociale contacten: het werk bied ook sociale contacten met je collega’s.
- Erkenning en waardering: ook ben je een deel van de samenleving en je beroep heeft een bepaalde status: de waardering die anderen toekennen aan iemands beroep.
- Zelfrealisatie: het geeft je een doel en een gevoel van eigenwaarde. Je kunt je ontplooien en vakmanschap tot ontwikkeling brengen.
In Nederland is sociale ongelijkheid: de welvaart niet eerlijk is verdeeld over mensen. Dit heeft te maken met je maatschappelijke positie: de plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder. Factoren hiervoor zijn: hoogte van je inkomen, hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid, benodigde kennisniveau en speciale aanleg of ervaring. Er is nu een grotere sociale mobiliteit maar je hebt nog steeds overal diploma’s voor nodig. De overheid voert daarom het emancipatiebeleid. Ze stimuleren de maatschappij bepaalde groepen in dienst te nemen zoals gehandicapten of chronisch zieken. Dit heet positieve discriminatie.
H5
Als ze opzoek bent naar werk kom je op je arbeidsmarkt, de plaats waar de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten. Het ruilartikel is arbeid tegen de prijs loon. Het aanbod word bepaald door de beroepsbevolking: alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk. De vraag naar arbeidskrachten heet werkgelegenheid.
Vraag en aanbod van arbeidskrachten gelijk: volledige werkgelegenheid.
Vraag naar arbeidskrachten groter dan aanbod: mensen nodig uit het buitenland.
Overschot
aan arbeidskrachten: werkeloosheid.
Iemand is officieel geregistreerd werkeloos als hij:
- tussen de 15 en 65 jaar is;
- niet werkt of minder dan 12 uur per week;
- actief opzoek is naar een baan met meer dan 12 uur per week;
- ingeschreven staat als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf.
Er zijn vier soorten werkeloosheid:
- Frictiewerkeloosheid, wrijving op de arbeidsmarkt en dit ontstaat als iemand net van zijn opleiding af komt of tussen twee banen even geen werk heeft.
- Seizoenswerkeloosheid, dit ontstaat doordat bepaalde beroepen seizoensgebonden zijn.
- Conjuncturele werkeloosheid, ontstaat wanneer het economisch slechter gaat. De vraag naar goederen en diensten neemt af en er zijn dus minder mensen nodig. Hoogconjunctuur: als de economie groeit, laagconjunctuur: als de economie krimpt.
- Structurele werkeloosheid, de banen gaan voorgoed verloren bijv. door automatisering.
Verschillende veranderingen op de arbeidsmarkt:
Oude en
nieuwe bedrijfstakken
Door automatisering en het verhuizen van bedrijven naar lagelonenlanden zijn bijv. laaggeschoold werk in de industrie en landbouw verdwenen. De vraag naar hooggeschoolde mensen in landbouw en duurzame innovatie is toegenomen. Maar vooral de ICT is gegroeid.
Schaalvergroting
Veel bedrijven zijn multinationals geworden, maar ook ziekenhuizen en scholen worden samenwerkingsverbanden en fusies. De afstand tussen de top en personeel is groter geworden, maar er kwam plaats vrij voor managers.
Flexibilisering
Er is meer behoefte aan flexibele arbeidsrelaties: alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid. Er zijn veel zzp’ers en mensen met een tijdelijk contract.
Internationalisering
Er is meer globalisering van de arbeidsmarkt (internationalisering) door de wereldwijde handel, multinationals en internationale kapitaalstromen. De EU verandert in een gemeenschappelijke arbeidsmarkt, maar dit kan tot verdringen leiden van de Nederlandse werknemers in Nederland. Toch kan het ook mogelijkheden bieden, bijvoorbeeld voor investeren of uitbreiden in andere gebieden.
Voor de verzorgingsstaat is dit alles niet goed. Als de werkgelegenheid terugloopt betalen minder mensen premies.
H6
Kritiek op verzorgingsstaat:
Hoge
kosten
Er zijn veel meer kosten dan dat er in het begin werd verwacht. 70% van alle overheidsuitgave gaat naar de verzorgingsstaat.
Vangnet of hangmat?
Uitkeringen kunnen mensen passief maken en doordat ze soms even slecht uit zijn met een baan met minimumloon ontbreekt de prikkel om werk te zoeken. In de gezondheidszorg doen mensen die roken, te zwaar zijn of drinken vaker een beroep op de gezondheidszorg. En de prikkel ontbreekt om gezonder te gaan leven omdat ze zelf niet voor de kosten
opdraaien.
Misbruik
Er wordt ook veel misbruik van uitkeringen gemaakt bijv. door naast de uitkering zwart te werken.
De overheid doet eraan:
Meer werk
Ze stimuleren om te werken en dat bespaard geld op uitkeringen betalen. Ook verlagen ze de loonbelasting zodat werkgevers meer mensen in dienst kunnen nemen. Daarnaast stimuleren ze werknemer om langer door te werken.
Eigen verantwoordelijkheid
De overheid geeft mensen en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid. Ze moeten het loon van zieke werknemers zelf doorbetalen, ze worden dan gestimuleerd goede arbeidsomstandigheden te hebben. Werknemers hebben ook korter recht op een WW uitkering en als je te lang over je studie doet word je collegegeld verhoogt. Ten slotte is het eigen risico binnen de zorg verhoogd.
Controle
De overheid controleert veel op misbruik. Door het burgerservicenummer kan gecheckt worden op het recht van uitkeringen, studiefinanciering of zorgtoeslag. Ook wordt er streng gecontroleerd illegale arbeid en ontduiken van sociale premies bij bedrijven. Het UWN WERKbedrijf controleert op fraude bij uitkeringen.
Door de slechte economische tijd is dit waarschijnlijk niet genoeg de verzorginsstaat is aan een nog grondiger herziening toe:
Nieuwe risico’s, nieuwe behoeftes
De is behoefte aan kinderopvang is sterk gestegen doordat vrouwen meer werken. Het risico van plotseling ontslag is ontstaan doordat werknemers vaker switchen van baan en er meer flexibel personeel is. Goede (bij)scholing is daarbij belangrijk.
Verhoudingen tussen de g
Begrippen verzorgingsstaat h1 tm h6
Verzorgingsstaat
De overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.
Solidariteit
Bereidheid in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.
Onderwijs
Onderwijs geeft kans om je talent te ontwikkelen en het vergroot je kansen op de arbeidsmarkt.
Gezondheidszorg
Regelingen voor als je ziek word/handicap/zwangerschap etc..
Sociale zekerheid
Werknemers betalen sociale premies voor als je ziek, werkloos of arbeidsongeschikt raakt. Ook betalen zij belasting.
Socialezekerheidsstelsel
Verzekert mensen dat zij een inkomen hebben bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid.
Sociale rechtsstaat
Burgers hebben sociale grondrechten.
Premie
Hoort bij verzorgingsstaat: betaal je voor verzekeringen.
Collectieve voorzieningen
Verantwoordelijkheid van de overheid: onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting voor mensen.
Vakbond
Organisaties die collectieve en individuele belangen van de werknemers behartigen.
Werkgeversorganisatie
Hierin hebben werkgevers zich georganiseerd.
Werknemersorganisatie
Hierin hebben werknemers zich georganiseerd.
Sociale partners
Verzamelnaam voor werkgeversorganisaties en vakcentrales. Maken afspraken die gelden voor werkgevers en werknemers.
Collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
Arbeidsvoorwaarden die per bedrijfstak worden vastgesteld door vakbonden en werkgeversorganisaties.
Planeconomie
Communistisch, productiemiddelen zijn in handen van de overheid en iedereen is gelijk.
Vrijemarktmechanisme
Amerikaans model, vrijheid staat centraal en de overheid bemoeit zich nauwelijks met haar economie. Belastingen zijn laag, je moet jezelf verzekeren.
Sociaaldemocratische model
Scandinavisch, hoge belastingen en uitgebreide voorzieningen. Duur systeem.
Nachtwakersstaat
Een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de rechtsorde. Zorg was een gunst, geen recht.
Ingrijpen in de vrije markt
Christenen: wilden zwakkeren betere bescherming bieden
Sociaaldemocraten: streefden naar sterkere rechtspositie voor arbeiders
Liberalen: voorstander van vermindering criminaliteit en armoede
Sociale wet
Wetten die voor iedereen gelden
Verzekering
Jezelf verzekeren om inkomensverlies bij invaliditeit, ziekte en werkloosheid te compenseren.
Inkomenszekerheid
Meer samenwerking tussen werkgevers en werknemers, katholieken en sociaaldemocraten vormden samen de regering (na WO2)
Sociale ongelijkheid
Verschil tussen rijken en armen en hun kansen in de toekomst.
Mantelzorg
Hulp vanuit de directe omgeving door familie, buren en/of vrienden.
Leerplicht
Iedereen in Nederland tussen de 5-16 jaar moet verplicht naar school.
Leerplichtambtenaar
Persoon die naar de leerling en zijn/haar ouders gaat als de leerling veel heeft gespijbeld. Geeft straf.
Onderwijsinspectie
Controleert alle onderwijsinstellingen.
Zorgverzekering
Verzekering tegen ziektekosten, verplicht voor alle 18-plussers. Betaal je door een inkomensafhankelijke bijdrage van je loon en zorgpremies.
Basispakket
Hierin zijn de meest voorkomende zaken verzekerd (ziekenhuisopnames, medicijnen etc)
Aanvullende verzekering
Zaken waarbij je zelf kan kiezen of je jezelf daarin verzekerd (fysio, tandarts)
Werknemersverzekering
Verzekeringen bestemd voor werknemers, wordt gezamenlijk door sociale partners betaald. Belangrijkste werknemersverzekeringen zijn: WW-WULBZ-WIA.
Volksverzekeringen
Betaald iedereen in Nederland die een inkomen heeft dmv een premie. AOW-ANW-AKW.
Bijstand
Minimumbedrag voor primaire levensgoederen.
Arbeidsethos
De betekenis die arbeid voor ons heeft.
Basisbehoeften van de mens
5 behoeften die ieder mens nodig heeft (volgens de piramide van Maslow)
Inkomen
Geld dat je krijgt voor het werk dat je doet.
Sociale contacten
Mensen waarmee je omgaat, die je kent. Collega’s etc.
Status
De waardering die anderen toekennen aan iemands beroep.
Zelfrealisatie
Gevoel van eigenwaarde door werk, geeft het leven een doel. Je kan je ontplooien.
Sociale ongelijkheid
De welvaart is niet gelijk verdeeld over de mensen.
Maatschappelijke positie
De plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder.
De plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder.
Emancipatiebeleid
Iedereen heeft gelijke kansen op werk (gehandicapten, chronisch zieken)
Aanbod van arbeidskrachten
Alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk.
Arbeidsmarkt
De plaats waar de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten.
Beroepsbevolking
Alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk.
Vraag naar arbeidskrachten
Werkgelegenheid
Werkgelegenheid
Vraag naar arbeidskrachten
Frictiewerkloosheid
Frictie/wrijving op arbeidsmarkt zorgt voor tijdelijke werkloosheid voor iemand.
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die word veroorzaakt door bepaalde beroepen die seizoensgebonden zijn.
Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat wanneer het economisch slechter gaat, vraag naar goederen/diensten zakt in.
Hoogconjunctuur
Economie groeit
Laagconjunctuur
Economie krimpt: recessie die jarenlang kan duren.
Structurele werkloosheid
Banen gaan voorgoed verloren.
Automatisering
Mensen worden in hun werk vervangen door robots/machines.
Flexibele arbeidsrelatie
Alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid.
Globalisering van de arbeidsmarkt
Internationalisering, economieën raken wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden.
Financiële prikkel
Werklozen krijgen een uitkering en zijn zo minder geprikkeld om werk te zoeken waarvoor ze niet veel meer geld krijgen.
Loonbelasting
Belasting die geheven wordt over het loon van werknemers.
Langer doorwerken
Stimuleren van oudere werknemers door pensioenleeftijd te verhogen naar 66 of 67 jaar.
Eigen verantwoordelijkheid
De overheid geeft mensen en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid en vrijheid.
Behoefte aan kinderopvang
Vrouwen zijn meer/vaker gaan werken dan vroeger maar moeten nog wel zorgen voor kinderen waardoor de behoefte naar kinderopvang is gestegen.
Vergrijzing
Samenleving met meer ouderen die niet meer werken en met minder jongeren die wel werken.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
goede samenvatting! ga zo door
7 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Goede samenvatting. Alleen zitten er behoorlijk veel spelling- en formuleringsfouten in.. Verder prima
6 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
Prima samenvatting! Alleen een beetje apart dat hij een paar keer achterelkaar staat.
3 jaar geleden
Antwoorden