Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Verzorgingsstaat

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2910 woorden
  • 16 juni 2013
  • 432 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
432 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting maatschappijleer thema verzorgingsstaat

H1

Nederland is een verzorgingsstaat: de overheid bemoeit zich actief met de welvaartà genoeg inkomen voor behoefden en welzijnà geestelijk en lichamelijk goed voelen van de inwoners. Solidariteit is als er bereidheid is in

een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.

Verzorgingsstaat belangrijkste punten:

  • Goed onderwijs: vergroot de kans op de arbeidsmarkt maar ook voordelig voor hele land, betere kans tegen concurrentlanden.
  • Goede gezondheidszorg: vele regelingen in het land voor zieken of gehandicapten. Ook voor zwangere vrouwen en ouderen.
  • Sociale zekerheid: premies en belasting worden betaald voor ziekte of werkeloosheid. Hiervan word ook de AOW en de kinderbijslag betaald.

Socialezekerheidsstelsel: mensen verzekert het van een inkomen bij werkeloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid. 

Sociale rechtsstaat: burgers hebben sociale grondrechten. Ook horen er plichten bij zoals sollicitatieplicht, maar de overheid moet wel werkgelegenheid creëren. Als iemand zelf niet goed zoekt krijgt hij geen uitkering meer. Een andere plicht is het betalen van premies voor

bijv. de AOW en de WW.

Bij een verzorgingsstaat spelen drie partijen een rol:

 

-      De burgers, ze zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Als iets verkeerd gaat kunnen ze aankloppen bij de overheid. In ruil daarvoor betalen zij kosten in de vorm van belastingen en premies.

-       Overheid, 

  • Verantwoordelijk voor collectieve voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting
  • Inkomen aan mensen die daar zelf niet voor kunnen zorgen
  • Stimuleert werkgelegenheid
  • Zet zich in voor goede arbeidsomstandigheden, bijv. Arbowet
  • Goede arbeidsvoorwaarden scheppen, halfjaarlijks overleg met werkgeversorganisaties en vakbonden over loon
  • Welzijn van mensen bevorderen

-      Werknemers- en werkgeversorganisaties, werknemers horen bij vakbonden: organisaties die de collectieve en individuele belangen van werknemers behartigen. Vakcentrale is als vakbonden samenwerken. Werkgevers horen in werkgeversorganisaties. Vakbonden en werkgeversorganisaties samen heten sociale partners, zij maken afspraken voor die voor beide partijen gelden. Samen stellen ze ook een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) op waarin de arbeidsvoorwaarden worden vastgesteld voor één bedrijfstak zoals de horeca.

Er zijn drie andere voorbeelden van de inrichting van een staat.

De eerste is een planeconomie, alles ligt dan in handen van de overheid. De overheid geeft iedereen werk tegenover hetzelfde loon. Gelijkheid is belangrijk voor de communisten. Toch was er vaak

corruptie en er werden mensen gedwongen tot bepaald werk.

Er is ook nog vrijenmarktmechanisme. Hierbij is vrijheid belangrijk en de overheid heeft geen actieve rol. Er is

weinig belasting maar iedereen moet wel voor zichzelf zorgen.

De laatste is sociaal-democratisch. De overheid regelt bijna alles maar het is een duur systeem.

H2

Nederland was eerst een nachtwakersstaat: een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de rechtsorde. Dit bleek geen goed systeem te zijn want voor genoeg geld moest je hele lange dagen maken, een minimumloon bestond niet en kinderen moest ook werken. Er moest worden ingegrepen in de vrije markt: Christenen wilde voor de zwakkere betere bescherming, de Sociaaldemocraten wilde een sterkere rechtspositie voor de arbeiders en de liberalen wilde vermindering van criminaliteit die ontstond. De eerste sociale wetten werden ontwikkeld en je kon je vrijwillig laten verzekeren, maar de rechten waren nog beperkt. Na de WOII kwamen er meer rechten en inkomensverzekeringen en gingen werkgevers en werknemers meer

samenwerken.

Visies verzorgingsstaat:

  • Liberale visie, zijn voor vrijemarkteconomie en willen de collectieve uitgaven voor de gezondheidszorg en socialezekerheidsstelsel zo laag mogelijk houden. Ze vinden eigen verantwoordelijkheid belangrijk, maar vinden wel dat er niet op onderwijs bezuinigt moet worden.  
  • Sociaaldemocratische visie, zij willen een sturende rol van de overheid en een gemengde economie waarin er samen wordt gezorgd voor werkgelegenheid. Ze willen een goed stelsel van zorg en uitkeringen om sociale ongelijkheid te verminderen. Er moet flink worden geïnvesteerd in het onderwijs.
  • Christendemocratische visie, zij willen een aanvullende rol van de overheid, maar dit kan alleen met een sterk maatschappelijk middenveld. Ook vinden ze voor de zorg dat er mantelzorg moet worden verleent: hulp vanuit de directe omgeving door

    familie, buren en vrienden.

H3

Onderwijs

Twee doelen van de

overheid voor onderwijs:

1. Talenten laten ontwikkelen en

vergrootte kans op goede maatschappelijke positie.

2. Zorgen voor genoeg hoogopgeleide

mensen zodat Nederland goed tegen het buitenland opkan.

Om deze doelen te bereiken is er een makkelijk doorstroming in onderwijssysteem

geregeld.

Voor het belang van goed onderwijs is de leerplicht ingesteld. De leerplichtambtenaar houd in de gaten of er niet te veel gespijbeld wordt. En alle scholen worden gecontroleerd door de Onderwijsinspectie.

Gezondheidszorg

Iedereen boven de achttien is verplicht een zorgverzekering te nemen. In het basispakket zitten de standaard dingen en in de aanvullende ook tandarts en fysiotherapeut. De zorgverzekering wordt betaald door een inkomensafhankelijke bijdrage via je loon en zorgpremies. De verzekeringen werken via de marktwerking: ze moeten zelf hun zorg inkopen door prijsafspraken

te maken met aanbieders. Critici vragen zich af of het niet ten koste van de kwaliteit van de zorg gaat.

Sociale zekerheidsstelsel

Sociale verzekeringen, dit zijn verzekeringen die verplicht zijn.

-      Werknemersverzekeringen: de premie word door de sociale

partners zelf betaald en de uitvoering gebeurt door UWV.

* De Werkloosheidwet (WW), voorziet inkomen als werknemer onvrijwillig werkloos

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

wordt. Duur ervan ligt aan het aantal gewerkte jaren.

* De Wet uitbreiding loondoorbetalingplicht bij ziekte (WULBZ), verplicht werkgevers om werknemers gedurende hun ziek zijn nog twee jaar lang 70% van hun

loon te betalen.

* De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), uitkering voor mensen die langdurig ziek zijn of een ongeluk hebben gehad.

 

-      Volksverzekeringen: betaald iedereen in Nederland die

een inkomen heeft een premie.

* De Algemene Ouderdomswet (AOW), iedereen van 65 jaar of ouders krijgt dit

en het is inkomensonafhankelijk.

* De Algemene Nabestaandenwet (ANW), inkomen voor weduwen en minderjarige

wezen. Inkomen is afhankelijk van achtergebleven partner.

* De Algemene Kinderbijslagwet (AKW), aan alle ouders met kinderen onder de achttien jaar word een vergoeding gegeven.

Sociale voorzieningen, voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op sociale verzekeringen en het geld wordt betaald uit belastingopbrengsten. Daarom bestaat er de bijstand, wat ook wel het vangnet onder het stelsel van sociale zekerheid wordt genoemd.

 

 

 

 

H4

Het verschil tussen je hobby en werk is dat er bij werk in een samenleving een bepaalde behoefde naar bestaat. Je kan het ook zien als een morele plicht: als je niet werkt ben je lui. Of als een maatschappelijke plicht: alleen als je werkt ben je een volwaardig lid van de samenleving. Arbeidsethos: het belang dat je hecht bij het hebben van werk. De arbeid is opgenomen als een sociaal grondrecht: werk is belangrijk bij het vervullen van je basisbehoeften en werk biedt mogelijkheid om je maatschappelijke positie te verbeteren. De overheid moet zich er dus actief mee bemoeien en als mensen geen werk hebben, hebben ze recht op een uitkering. Functies van werk werd onderzocht door Maslow

en hij onderscheid de vijf basisbehoeften van de mens.

Volgens hem kunnen mensen zich pas op een hogere basisbehoefte richten als de lagere bevredigt zijn. Werk is belangrijk bij de materiële basisbehoeften zoals inkomen en zekerheid, maar ook van de immateriële basisbehoeften zoals sociale contacten en maatschappe lijke status.

Functies van werken

  • Inkomen: loon zorgt ervoor dat je kunt eten en drinken, maar ook je materiële levensstandaard en vormt de in geld uitgedrukte waardering voor je werk.
  • Zekerheid: een vaste baan zorgt voor materiële zekerheid op lange termijn. Je geeft dingen uit omdat je weet dat je in de toekomst geld zult ontvangen. Ook bied het immateriële zekerheid, het is een vast oriëntatiepunt in je leven.
  • Sociale contacten: het werk bied ook sociale contacten met je collega’s.
  • Erkenning en waardering: ook ben je een deel van de samenleving en je beroep heeft een bepaalde status: de waardering die anderen toekennen aan iemands beroep.
  • Zelfrealisatie: het geeft je een doel en een gevoel van eigenwaarde. Je kunt je ontplooien en vakmanschap tot ontwikkeling brengen.

In Nederland is sociale ongelijkheid: de welvaart niet eerlijk is verdeeld over mensen. Dit heeft te maken met je maatschappelijke positie: de plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder. Factoren hiervoor zijn: hoogte van je inkomen, hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid, benodigde kennisniveau en speciale aanleg of ervaring. Er is nu een grotere sociale mobiliteit maar je hebt nog steeds overal diploma’s voor nodig. De overheid voert daarom het emancipatiebeleid. Ze stimuleren de maatschappij bepaalde groepen in dienst te nemen zoals gehandicapten of chronisch zieken. Dit heet positieve discriminatie.

H5

Als ze opzoek bent naar werk kom je op je arbeidsmarkt, de plaats waar de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten. Het ruilartikel is arbeid tegen de prijs loon. Het aanbod word bepaald door de beroepsbevolking: alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk. De vraag naar arbeidskrachten heet werkgelegenheid.

Vraag en aanbod van arbeidskrachten gelijk: volledige werkgelegenheid.

Vraag naar arbeidskrachten groter dan aanbod: mensen nodig uit het buitenland.

Overschot

aan arbeidskrachten: werkeloosheid.

Iemand is officieel geregistreerd werkeloos als hij:

 

-      tussen de 15 en 65 jaar is;

-      niet werkt of minder dan 12 uur per week;

-      actief opzoek is naar een baan met meer dan 12 uur per week;

-      ingeschreven staat als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf.

Er zijn vier soorten werkeloosheid:

  • Frictiewerkeloosheid, wrijving op de arbeidsmarkt en dit ontstaat als iemand net van zijn opleiding af komt of tussen twee banen even geen werk heeft.
  • Seizoenswerkeloosheid, dit ontstaat doordat bepaalde beroepen seizoensgebonden zijn.
  • Conjuncturele werkeloosheid, ontstaat wanneer het economisch slechter gaat. De vraag naar goederen en diensten neemt af en er zijn dus minder mensen nodig. Hoogconjunctuur: als de economie groeit, laagconjunctuur: als de economie krimpt.
  • Structurele werkeloosheid, de banen gaan voorgoed verloren bijv. door automatisering.

Verschillende veranderingen op de arbeidsmarkt:

Oude en

nieuwe bedrijfstakken

Door automatisering en het verhuizen van bedrijven naar lagelonenlanden zijn bijv. laaggeschoold werk in de industrie en landbouw verdwenen. De vraag naar hooggeschoolde mensen in landbouw en duurzame innovatie is toegenomen. Maar vooral de ICT is gegroeid.

Schaalvergroting

Veel bedrijven zijn multinationals geworden, maar ook ziekenhuizen en scholen worden samenwerkingsverbanden en fusies. De afstand tussen de top en personeel is groter geworden, maar er kwam plaats vrij voor managers.

Flexibilisering

Er is meer behoefte aan flexibele arbeidsrelaties: alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid. Er zijn veel zzp’ers en mensen met een tijdelijk contract.

Internationalisering

Er is meer globalisering van de arbeidsmarkt (internationalisering) door de wereldwijde handel, multinationals en internationale kapitaalstromen. De EU verandert in een gemeenschappelijke arbeidsmarkt, maar dit kan tot verdringen leiden van de Nederlandse werknemers in Nederland. Toch kan het ook mogelijkheden bieden, bijvoorbeeld voor investeren of uitbreiden in andere gebieden.

Voor de verzorgingsstaat is dit alles niet goed. Als de werkgelegenheid terugloopt betalen minder mensen premies.

H6

Kritiek op verzorgingsstaat:

Hoge

kosten

Er zijn veel meer kosten dan dat er in het begin werd verwacht. 70% van alle overheidsuitgave gaat naar de verzorgingsstaat.

Vangnet of hangmat?

Uitkeringen kunnen mensen passief maken en doordat ze soms even slecht uit zijn met een baan met minimumloon ontbreekt de prikkel om werk te zoeken. In de gezondheidszorg doen mensen die roken, te zwaar zijn of drinken vaker een beroep op de gezondheidszorg. En de prikkel ontbreekt om gezonder te gaan leven omdat ze zelf niet voor de kosten

opdraaien.

Misbruik

Er wordt ook veel misbruik van uitkeringen gemaakt bijv. door naast de uitkering zwart te werken.

De overheid doet eraan:

Meer werk

Ze stimuleren om te werken en dat bespaard geld op uitkeringen betalen. Ook verlagen ze de loonbelasting zodat werkgevers meer mensen in dienst kunnen nemen. Daarnaast stimuleren ze werknemer om langer door te werken.

Eigen verantwoordelijkheid

De overheid geeft mensen en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid. Ze moeten het loon van zieke werknemers zelf doorbetalen, ze worden dan gestimuleerd goede arbeidsomstandigheden te hebben. Werknemers hebben ook korter recht op een WW uitkering en als je te lang over je studie doet word je collegegeld verhoogt. Ten slotte is het eigen risico binnen de zorg verhoogd.

Controle

De overheid controleert veel op misbruik. Door het burgerservicenummer kan gecheckt worden op het recht van uitkeringen, studiefinanciering of zorgtoeslag. Ook wordt er streng gecontroleerd illegale arbeid en ontduiken van sociale premies bij bedrijven. Het UWN WERKbedrijf controleert op fraude bij uitkeringen.

Door de slechte economische tijd is dit waarschijnlijk niet genoeg de verzorginsstaat is aan een nog grondiger herziening toe:

Nieuwe risico’s, nieuwe behoeftes

De is behoefte aan kinderopvang is sterk gestegen doordat vrouwen meer werken. Het risico van plotseling ontslag is ontstaan doordat werknemers vaker switchen van baan en er meer flexibel personeel is. Goede (bij)scholing is daarbij belangrijk.

Verhoudingen tussen de g

Begrippen verzorgingsstaat h1 tm h6

Verzorgingsstaat

De overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.

Solidariteit

Bereidheid in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.

Onderwijs

Onderwijs geeft kans om je talent te ontwikkelen en het vergroot je kansen op de arbeidsmarkt.

Gezondheidszorg

Regelingen voor als je ziek word/handicap/zwangerschap etc..

Sociale zekerheid

Werknemers betalen sociale premies voor als je ziek, werkloos of arbeidsongeschikt raakt. Ook betalen zij belasting.

Socialezekerheidsstelsel

Verzekert mensen dat zij een inkomen hebben bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid.

Sociale rechtsstaat

Burgers hebben sociale grondrechten.

Premie

Hoort bij verzorgingsstaat: betaal je voor verzekeringen.

Collectieve voorzieningen

Verantwoordelijkheid van de overheid: onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting voor mensen.

Vakbond

Organisaties die collectieve en individuele belangen van de werknemers behartigen.

Werkgeversorganisatie

Hierin hebben werkgevers zich georganiseerd.

Werknemersorganisatie

Hierin hebben werknemers zich georganiseerd.

Sociale partners

Verzamelnaam voor werkgeversorganisaties en vakcentrales. Maken afspraken die gelden voor werkgevers en werknemers.

Collectieve arbeidsovereenkomst (cao)

Arbeidsvoorwaarden die per bedrijfstak worden vastgesteld door vakbonden en werkgeversorganisaties.

Planeconomie

Communistisch, productiemiddelen zijn in handen van de overheid en iedereen is gelijk.

Vrijemarktmechanisme

Amerikaans model, vrijheid staat centraal en de overheid bemoeit zich nauwelijks met haar economie. Belastingen zijn laag, je moet jezelf verzekeren.

Sociaaldemocratische model

Scandinavisch, hoge belastingen en uitgebreide voorzieningen. Duur systeem.

 

Nachtwakersstaat

Een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de rechtsorde. Zorg was een gunst, geen recht.

Ingrijpen in de vrije markt

 

Christenen: wilden zwakkeren betere bescherming bieden

Sociaaldemocraten: streefden naar sterkere rechtspositie voor arbeiders

Liberalen: voorstander van vermindering criminaliteit en armoede

 

Sociale wet

Wetten die voor iedereen gelden

Verzekering

Jezelf verzekeren om inkomensverlies bij invaliditeit, ziekte en werkloosheid te compenseren.

Inkomenszekerheid

Meer samenwerking tussen werkgevers en werknemers, katholieken en sociaaldemocraten vormden samen de regering (na WO2)

Sociale ongelijkheid

Verschil tussen rijken en armen en hun kansen in de toekomst.

Mantelzorg

Hulp vanuit de directe omgeving door familie, buren en/of vrienden.

 

Leerplicht

Iedereen in Nederland tussen de 5-16 jaar moet verplicht naar school.

Leerplichtambtenaar

Persoon die naar de leerling en zijn/haar ouders gaat als de leerling veel heeft gespijbeld. Geeft straf.

Onderwijsinspectie

Controleert alle onderwijsinstellingen.

Zorgverzekering

Verzekering tegen ziektekosten, verplicht voor alle 18-plussers. Betaal je door een inkomensafhankelijke bijdrage van je loon en zorgpremies.

Basispakket

Hierin zijn de meest voorkomende zaken verzekerd (ziekenhuisopnames, medicijnen etc)

Aanvullende verzekering

Zaken waarbij je zelf kan kiezen of je jezelf daarin verzekerd (fysio, tandarts)

Werknemersverzekering

Verzekeringen bestemd voor werknemers, wordt gezamenlijk door sociale partners betaald. Belangrijkste werknemersverzekeringen zijn: WW-WULBZ-WIA.

Volksverzekeringen

 Betaald iedereen in Nederland die een inkomen heeft dmv een premie. AOW-ANW-AKW.

Bijstand

Minimumbedrag voor primaire levensgoederen.

Arbeidsethos

De betekenis die arbeid voor ons heeft.

Basisbehoeften van de mens

5 behoeften die ieder mens nodig heeft (volgens de piramide van Maslow)

Inkomen

Geld dat je krijgt voor het werk dat je doet.

Sociale contacten

Mensen waarmee je omgaat, die je kent. Collega’s etc.

Status

De waardering die anderen toekennen aan iemands beroep.

Zelfrealisatie

Gevoel van eigenwaarde door werk, geeft het leven een doel. Je kan je ontplooien.

Sociale ongelijkheid

De welvaart is niet gelijk verdeeld over de mensen.

Maatschappelijke positie

De plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder.

De plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder.

Emancipatiebeleid

Iedereen heeft gelijke kansen op werk (gehandicapten, chronisch zieken)

 

Aanbod van arbeidskrachten

Alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk.

Arbeidsmarkt

De plaats waar de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten.

Beroepsbevolking

Alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk.

Vraag naar arbeidskrachten

Werkgelegenheid

Werkgelegenheid

Vraag naar arbeidskrachten

Frictiewerkloosheid

Frictie/wrijving op arbeidsmarkt zorgt voor tijdelijke werkloosheid voor iemand.

Seizoenswerkloosheid

Werkloosheid die word veroorzaakt door bepaalde beroepen die seizoensgebonden zijn.

Conjuncturele werkloosheid

Werkloosheid die ontstaat wanneer het economisch slechter gaat, vraag naar goederen/diensten zakt in.

Hoogconjunctuur

Economie groeit

Laagconjunctuur

Economie krimpt: recessie die jarenlang kan duren.

Structurele werkloosheid

Banen gaan voorgoed verloren.

Automatisering

Mensen worden in hun werk vervangen door robots/machines.

Flexibele arbeidsrelatie

Alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid.

Globalisering van de arbeidsmarkt

Internationalisering, economieën raken wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden.

 

Financiële prikkel

Werklozen krijgen een uitkering en zijn zo minder geprikkeld om werk te zoeken waarvoor ze niet veel meer geld krijgen.

Loonbelasting

Belasting die geheven wordt over het loon van werknemers.

Langer doorwerken

Stimuleren van oudere werknemers door pensioenleeftijd te verhogen naar 66 of 67 jaar.

Eigen verantwoordelijkheid

De overheid geeft mensen en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid en vrijheid.

Behoefte aan kinderopvang

Vrouwen zijn meer/vaker gaan werken dan vroeger maar moeten nog wel zorgen voor kinderen waardoor de behoefte naar kinderopvang is gestegen.

Vergrijzing

Samenleving met meer ouderen die niet meer werken en met minder jongeren die wel werken.

REACTIES

J.

J.

goede samenvatting! ga zo door

7 jaar geleden

D.

D.

Goede samenvatting. Alleen zitten er behoorlijk veel spelling- en formuleringsfouten in.. Verder prima

6 jaar geleden

T.

T.

Prima samenvatting! Alleen een beetje apart dat hij een paar keer achterelkaar staat.

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.