Uitgaan en zinloos geweld (Hoofdstuk 1)

Wat is een goede mening?

- Feiten weten. Een feit is iets wat echt waar is en wat je kunt bewijzen. Mening geven van iets waarvan je niet precies weet wat er gebeurd is heet vooroordelen.

- Als je het probleem van beide kanten hebt bekeken

- Argumenten hebben. Een argument is iets wat je vertelt om aan te tonen waarom jouw mening goed is.


Bij maatschappijleer leer je; - Alles over de samenleving.

- Hoe je iets van verschillende kanten bekijkt.

- Argumenten geven.



Persoonlijke problemen; problemen thuis, op school, ruzie.


Maatschappelijke problemen; bijvoorbeeld terrorisme,armoede,natuurrampen, aids en racisme.

kenmerken;

- Veel mensen de dupe van.

- Verschillende meningen over.

- De overheid, burgemeester of minister bemoeid zich ermee.


Maatschappelijk probleem onderzoeken;

- Wat is het probleem?

- Wie hebben ermee te maken?

- Wat willen ze precies?

- Wat zijn hun achterliggende ideeën?

- Wat zijn de oorzaken van het probleem?

- Wat zijn de mogelijke oplossingen?



Belangen; Het voordeel ergens bij hebben.

Belang van uitgaan, wie en het voordeel;

- Uitgaande jongeren; Goede DJ’s(plezier hebben) en nachtbussen(veiligheid)

- Horecaondernemers; Hoge omzet, goede naam, geen vechtpartijen, geen inval of klachten

- Burgemeester; Orde en rust, geen vernielingen, wildplassers en overmatig alcohol/drugsgebruik.


- Buurtbewoners en passagiers in de bus/trein; Geen last van dronken jongeren. Belang bij strenge politie.


Zinloos geweld is een maatschappelijk probleem, term voor het eerst gebruikt door politiechef Cees Bangma.

2 groepen;

- Daders; Alcohol en drugs, zoeken spanning op. 90% zijn mannen. 20% is minderjarig

- Slachtoffers; Als je wordt lastiggevallen, en het stopt niet, is jou belang; snel optreden van politie.


Belangentegenstellingen; Horecaondernemers willen dat er veel alcohol wordt geschonken (omzet) en politie en buurtbewoners willen dat niet.

Waarden; Principes die iemand belangrijk vindt in het leven.

Normen; Regels over hoe iemand zich moet gedragen.

De keuze op welke manier jij iets doet ligt aan wat jij belangrijk vindt; waarden


Waarden voorbeelden;

- Vriendschap

- Groepsgevoel

- Gezelligheid

- Jongens versieren

- Avontuur en spanning

- Ontspanning





Normen voorbeelden;

- In het weekend alles vergeten.

- Weinig drinken als je de volgende ochtend vroeg opmoet.

- Samen uit, samen thuis

- Als je een relatie hebt, ga je niet met een ander uit.


Normen en waarden worden beïnvloed door;


- Je ouders

- Je vrienden

- Hoe ouder je wordt, hoe meer je zelf je eigen normen en waarden gaat bepalen.


Tegengestelde normen en waarden bij zinloos geweld

Waarde Waarde

Gezelligheid  Geweld Veiligheid  Uit je dak gaan

Geen ruzie zoeken  Vechten is leuk Rustig met drank  Je moet dronken worden

Normen Normen


Oorzaken problemen begrijpen;

- Hoe was het vroeger en hoe is het nu?

- Is het probleem anders in het buitenland?


Verschillen vroeger en nu;

- Meer vrije tijd, door steeds drukkere uitgaansplekken -> veel vechtpartijen

- Meer geld te besteden.

- Meer alcohol

- Andere normen en waarden, losser en vrijer, minder respect voor anderen

Nederland is minder streng.

Half miljoen mensen gebruikt teveel alcohol en is vrijwel verslaafd. 2.000-3.000 mensen sterven aan alcohol per jaar. 81% tussen 9 en 15 jaar alcohol gedronken


Wetten van de overheid tegen zinloos geweld;


-Verbied geweld zoals mishandeling, diefstal en vernieling.

- Geen alcohol verkopen onder 16 jaar.

- Bij vechtpartijen mag de politie arresteren.

- Boetes hoger maken.

- Camera’s hangen.

- Fouilleren op wapens en drugs.

- Spotjes en reclame maken over zinloos geweld.


Wat kunnen wij eraan doen?

Aandacht geven, afspraken maken met je vrienden.


Maatschappijleer is et vak dat jou;

- Bewustmaakt van de problemen die er zijn

- Helpt om een goede mening te geven

- Laat nadenken over je eigen gedrag

- Laat zien wat je rechten en plichten zijn

- In grote lijnen uitlegt hoe de samenleving in elkaar zit.











Aangeboren eigenschappen; vanaf je geboorte -> karakter


Opvoeding; Alle regels en gewoonte die je leert van je ouders, leraren en andere volwassen mensen.


Combinatie van aangeleerd en aangeboren gedrag



3 manieren om iets te leren;

- Belonen en straffen, bijv. met een knuffel of een tik. (sancties)

- Imitatie, kinderen eten met vork en mes zodra ze der ouders na gaan doen.

- Informatie over bijv. longkanker


Sociale controle; Dat is de manier waarop anderen je aansporen of dwingen om je aan bepaalde regels te houden, bijv. op school.


Identificatie; Jezelf zo dergelijk veranderen dat je op je idool lijkt.


Persoonlijkheid; ontwikkel je door je persoonlijke invloeden, ervaringen en voorbeelden, en door je karaktereigenschappen.


Fatsoensnormen; opstaan voor een zwangere vrouw in de bus.


Verschillen in normen en waarden hebben te maken met;

- De groep waar je bij hoort, student of bejaard.

- De plaats waar je woont.

- De tijd waarin je woont

Als de verschillen zo groot zijn dat je er niks meer van begrijpt heet het abnormaal.

Socialisatie; de overdracht van kenmerken van een groep of samenleving

6 belangrijkste punten van socialisatie

- Gezin


- School

- Vrienden en vriendinnen

- Sportclub

- Werk

- Geloof

- Massamedia


Internalisatie; Je gedraagt je min of meer zoals de groep dat verwacht.


Cultuur; Als een groep mensen dezelfde normen, waarde en gewoontes heeft.

Dominante cultuur; zoals die van europa.

Subculturen; kleine cultuurtjes, Limburg -> carnaval,

Traditionele allochtone subcultuur botst met de Nederlandse soms.

Jeugdculturen; kleine culturen die alleen in de jeugd stand houden zoals punker.

Waarom zijn er zoveel aparte jeugdculturen;

- Meer vrije tijd en geld

- Willen bij een groep horen

- Zijn anders dan andere,


- Ze willen onafhankelijk zijn.

Trends; nieuwste kleding etc.

Generatieconflict; verschil met de ouders.

Beeldvorming; je vormt een beeld van iemand of iets.

Rolgedrag; Hoe jij je volgends andere moet gedragen in bepaalde situaties

Roldoorbrekend gedrag; je normale rolgedrag veranderen, als directeur zelf de arbeider zijn.

Soorten bindingen

- Gevoelsbinding; vriendschap, liefde, positieve gevoelens.

- Economische binding; Levensonderhoud,

- Kennisbinding; werven van kennis gaat via ouders, vriendinnen, leraren etc.

- Politieke binding; de overheid is nodig om ons te beschermen bijv.

Socialisatie is ook nodig voor het voortbestaan van de maatschappij en samenleving







Een maatschappelijk probleem moet aan de volgende dingen voldoen: er moeten meerdere mensen mee te maken hebben, er zijn verschillende meningen, het wordt door de overheid besproken.


Een belang is het voordeel wat iemand bij iets heeft.



Bij het uitgaan hebben de volgende mensen een belang:

-uitgaande jongeren hebben plezier

-horeca ondernemersverdienen geld

-politie orde en rust

-Burgemeester de stad blijft een goede naam houden

-buurtbewoners, passagiers trein of bus orde en rust.


Tegengestelde belangen

Horeca ondernemer------politie

Veel drank verkopen zo min mogelijk alcohol


Normen en waarden:

Waarde=iets wat je belangrijk vind in het leven bijvoorbeeld: vrijheid,vriendschap,gezondheid,gezelligheid.

Normen: regels zoals je jezelf moet gedragen, kan een wet of een fatsoensregel zijn(een fatsoensregel is bijvoorbeeld een hand geven bij een eerste ontmoeting, dat staat niet in de wet, maar het is raar als je het niet doet)


Tegengestelde waarden en normen


Waarde:het gezellig hebbenwaarde: geweld

Norm:geen ruzie Norm:vechten is leuk


Waarom is zinloos geweld toegenomen:

*mensen hebben meer vrije tijd

*mensen hebben meer geld

*er wordt meer alcohol gedronken

* mensen hebben andere normen en waarden