Maatschappijleer ET 1
Politiek gaat uiteindelijk over twee vragen:
- Wie krijgt wat, waar, wanneer en in welke vorm?
- Wie heeft het recht daarover te beslissen?
Daarbij horen bijvoorbeeld vragen als ‘wie heeft recht op een uitkering?’ en ‘mag de overheid toegang tot internet in bepaalde situaties verbieden?’. De maatschappelijke problemen waarover gedebatteerd wordt, kunnen onderscheiden worden in vijf verschillende fasen:
Fase
Toelichting
Fase 1, 2, 3
Verwijzen naar maatschappelijke botsingen: actoren verschillen van mening met elkaar over maatschappelijke problemen en dat wordt voor een belangrijk deel bepaald door hun waarden en belangen.
Fase 4
Sommige actoren willen door middel van gevaarlijke strijd hun maatschappelijke problemen aan anderen op te leggen, deze mensen vinden debat zinloos en gaan voor geweld, dit maakt ze extremisten, terroristen of fundamentalisten.
Extreme actoren zijn verdeeld in twee groepen met verschillende idealen: Gelijkheid (communistisch Rusland) of één waarheid (Adolf Hitler). De extreme groep kiest voor strijd waarin de sterkste overleven en de zwaksten sterven, dit leidt voor hun tot maatschappelijk geluk.
De andere kant van fase 4 zijn er actoren die kiezen voor debat, dit zijn actoren uit het midden. Omdat ze tussen twee extreme groepen staan. Debat zorgt voor de beste oplossing. Het debat moet zo open mogelijk zijn, dus ook veel verschillende visies en meningen. Radicale (niet extreme) actoren zijn dus ook nodig, door hun opvattingen houdt dat het midden scherp om niet alleen met hun eigen opvattingen rekening te houden.
Bij het midden past het begrip rationaliteit: een visie die er vanuit gaat dat verstand en rede nodig zijn om waarden af te wegen en belangen uit te wisselen. Iedereen doet dus ook een beetje ‘water bij de wijn’, dit heet een compromis: een afspraak waarbij actoren iedere actor iets opgeeft van zijn/haar belangen of waarden zodat elke actor iets van zijn waarden of belangen kan bereiken.
Fase 5
Hierin staat dat debat voorlopig de beste oplossing is. De uitkomst van een debat kan veranderen, doordat er nieuwe informatie beschikbaar is of door ontwikkelingen in de wereld. Ook kunnen er veranderingen in de overheid komen waardoor anders gekeken wordt naar bepaalde aspecten
Om eindeloos debatteren te voorkomen, is door het midden een goede oplossing bedacht: de democratische rechtsstaat. Dit houdt in dat er wetten en regels zijn die van toepassing zijn op actoren die er niet uitkomen in een debat. Er zijn drie belangrijke principes in een democratische rechtsstaat:
Principe:
Toelichting:
Een grondwet
Hierin staan de belangrijkste rechten en vrijheden van burgers in een land.
De grondwet is de belangrijkste wet in een land.
Artikel 1 van de Grondwet: Iedereen die in Nederland is, moet gelijk worden behandelt.
Een regering
De regering is een samenwerking van verschillende partijen en wordt gesteund door een meerderheid in de Tweede Kamer.
Een rechter
Wanneer actoren het niet met elkaar eens zijn, kunnen ze naar een rechter stappen. Een rechter beoordeelt de situatie aan de hand van wetten die in dat land gelden.
De uitspraak van de rechter dient altijd gerespecteerd te worden .
Maakbaarheid van de samenleving wil zeggen dat dat mensen rationeel ingrijpen in de orde van de samenleving. Dit zijn menselijke pogingen bedoeld om het maatschappelijke geluk te vergroten.
Een mensbeeld is de manier waarop actoren naar mensen kijken en dat is vaak sterk bepalend voor iemands opvattingen over de samenleving. Bij het mensbeeld spelen twee vragen een belangrijke rol:
- Hoe gelijk zijn talenten van mensen verdeeld?
- Hoe goed en sociaal zijn mensen van nature?
De antwoorden die mensen geven op deze vragen zijn erg verschillend, dat komt door opvoeding, vrienden, religie en ervaringen met mensen. Er zijn dus veel verschillende antwoorden mogelijk, maar ze komen eigenlijk neer op twee tegenstellende antwoorden:
- Talenten van mensen zijn ongeveer gelijk verdeeld of juist niet;
- Mensen zijn van nature goed en sociaal of juist niet.
Een ideologie is een alomvattende visie op maatschappelijke problemen, gebaseerd op mensbeelden. Hierbij horen 2 kenmerken:
- De manier waarop actoren hun maatschappelijke problemen willen oplossen. (strijd / debat)
- Hun mensbeeld. (links / rechts)
Voor extreem-linkse actoren is gelijkheid in de samenleving een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijk geluk. Over gelijkheid valt niet te debatteren, het moet er zijn in de samenleving en daarom strijden de extreem-linkse ideologieën anarchisme en communisme ervoor. Een fabriek of stuk grond moet van de samenleving zijn, maar een tandenborstel is geaccepteerd privébezit.
Het maatschappelijk geluk van extreem-rechtse actoren bestaat uit een samenleving met één cultuur en één waarheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen mensen. Extreem-rechtse ideologieën als het fascisme en het nazisme maken onderscheid op basis van biologie, cultuur of religie.
Gelijkheid heeft voor linkse actoren en centrum linkse actoren veel te maken met kansen en rechten. Om dat te bereiken is een grote overheid nodig. Zo’n overheid neemt veel taken op zich en houdt zich bezig met veel zaken om gelijkheid te bereiken. Een belangrijk middel daarvan is het ingrijpen in de economie. Het geven van gelijke rechten is ook een belangrijk middel voor links en centrum-links om gelijkheid te krijgen: emancipatie. Het socialisme is een linkse ideologie en de sociaal-democratie is een centrum-linkse ideologie.
De rechterkant streeft meer naar economische vrijheid. Ze willen ook een kleine overheid, er moet eigen verantwoordelijkheid genomen worden. Bij centrum-rechts hoort het liberalisme en bij rechts het conservatisme.
Er zijn in totaal 11 politieke partijen in Nederland, hier in deze tabel staan ze gegeven. (Behalve de 50Plus)
De vijf politieke partijen die op de linkerkant van de links-rechtsverdeling staan, zijn van links naar rechts, SP, GroenLinks, PvdD, PvdA en D66.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden