Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1
Bij maatschappijleer leer je:
• Van alles over de Nederlandse samenleving (16 miljoen mensen)
• Hoe je maatschappelijke problemen kunt bekijken, zoals criminaliteit en onveiligheid
• Hoe je met goede argumenten je mening kunt geven
Wat is een maatschappelijk probleem?
• Als er veel mensen mee te maken hebben
• Mensen er verschillende meningen over hebben
• Als de overheid zich met het probleem bemoeit
Voor een goede mening moet je:
• De feiten kennen
Een feit is iets dat echt gebeurd is en dat je dus kunt bewijzen.
• De zaak van verschillende kanten bekijken
• Je moet argumenten gebruiken
Een argument is iets wat je vertelt om aan te tonen waarom jouw mening goed is.

Vooroordeel: een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent.

Hoofdstuk 2
Bij maatschappijleer zijn de volgende kernbegrippen erg belangrijk:
• Waarden en normen
Waarden: de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven/niet tastbaar/belang
Normen: regels hoe jij en anderen zich moet gedragen/dingen die je doet of niet doet, om je waarden te behouden of te bereiken
• Belangen
• Macht

- Geschreven regels staan in de wet.
- Gedragsregels staan in het schoolreglement.

- Fatsoensnormen: bijvoorbeeld geen boeren laten onder het eten.

• Belangen: het voordeel dat je ergens van hebt.
• Als belangen met elkaar botsen, noem je dit belangentegenstelling
• Machtsmiddelen: de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
• De belangrijkste machtsmiddelen zijn:
- Je functie en beroep
- Je speciale kennis en vaardigheden
- Je aanzien of status
- Je overtuigingskracht
- De hoeveelheid geld die je hebt
- Het aantal mensen dat gezamenlijk iets wil
- Het gebruik van geweld

Hoofdstuk 3
Als je een maatschappelijk probleem goed wilt begrijpen, ga je het volgende onderzoeken:
- Wat is het probleem?
Bij het uitgaan kunnen er vechtpartijen tussen groepjes jongeren ontstaan of worden jongeren agressief tegen de politie zijn
- Wie hebben er mee te maken en wat willen ze?
- Uitgaande jongeren: plezier maken, lekker dansen en drinken. Sommige zoeken juist spanning en gaan een vechtpartij niet uit de weg en hebben belang bij weinig controle /geen camera’s
- Horecaondernemers: hoge omzet, leuke feesten, tevreden buren en geen last met de politie
- De Burgemeester: geen overlast (goede naam als gemeente)
- Buurtbewoners: geen overlast van schreeuwende en dronken mensen
- Slachtoffers: als je wordt lastiggevallen wordt dat de politie snel ter plaatse is (veiligheid)
- Wat zijn de oorzaken van het probleem?
Alcoholgebruik is dan ook een van de belangrijkste oorzaken van agressie bij het uitgaan.
- Wat zijn de mogelijke oplossingen?
Bij het uitgaansgeweld zou de overheid bijvoorbeeld hun macht gebruiken door bijvoorbeeld hogere boetes uitdelen.
Ook kunnen eigenaren van disco’s en cafés er beter op letten dat jongeren niet straalbezopen worden.
Ook wij, gewone mensen, kunnen uitgaan veiliger maken door agressie uit de weg te gaan en afspraken met vrienden maken (samen uit, samen thuis).

• Een maatschappelijk probleem heeft 3 kenmerken:
1. De overheid bemoeit zich germee
2. Er zijn verschillende meningen over
3. Veel mensen hebben ermee te maken

• Een feit is iets dat echt gebeurd is en dat je dus kunt bewijzen

• Een vooroordeel is een oordeel over iets of iemand zonder dat j de feiten kent

• Een argument is iets wat je vertelt om aan te tonen waarom jouw mening goed is.

• Waarden is de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven.

• Normen zijn regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

• Een belang is het voordeel dat je ergens van hebt

• In een belangentegenstelling het belang van de een botst met het belang van de ander/hebben verschillende mensen tegengestelde belangen

• Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden

• Een machtsmiddel is een middel waarmee je het gedrag van anderen probeert te beïnvloeden.