Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H3 Kiezen en Delen

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 749 woorden
  • 14 december 2009
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
*Democratie=Het volk heerst(volk reageert niet rechtstreeks maar via vertegenwoordigers)
Democratie wilt problemen oplossen waarbij inwoners geen invloeg kunnen uitoefenen op de besluitvorming en grondrecht zijn gewaarborgd.
2 elementen nodig
1=Alle volwassen inwoners kunnen door middel van algemeen kiesrecht invloed uit oefenenen op de besluitvorming
2=grondrechten zijn gewaarborgd om in vrijheid die invloed uit te kunnen oefenen. Democrate functioneert alleen als er een rechtstaat is.

Burgers= plichten+rechten+ geen ondergeschikte onderdanen die alleen moeten gehoordzamen


* Waarden in een Democratie
1=Gelijkheid: alle burgers hebben gelijke rechten, er mag niet gedescrimineerd worden.
2=Vrijheid: burgers moeten hun eigen leven kunnen inrichten, zolang ze de vrijheid van andere niet schaden.

-Conflicten en verschillen worden erkent en gereguleerd.
- Mensen verschilllen van elkaar dus hebben verschillende belangen.

*Kenmerken van Parlementaire Democratie
1= Algemeen kiesrecht( iedereen recht om te stemen)
2=Regelmatig verkiezing( om de 4 jaar, leden voor devolksvertegewoordigers of parlement:neemt besluiten over wetten en controleert de regering)
3=vrijheid van meningsuiting
4=vrijheid van vereneging en vergadering( iedereen mag een vereneging oprichten van mensen met hetzelfde ideeen)
5=Machtenscheiding(wetgevende,Uitvoerende,Rechtelijke macht)

*Directe Democratie=politiek stelsel waarbij de belangrijkste beslissing rechtstreeks door alle kiezers wordt genomen.

*Indirecte Democratie= Politiek stelsel waarbij beslissing wordt genomen door algemeen kiesrecht gekozen vertegenwoordigers.


*Dictatuur(tegenovergestelde van Democratie)=
politiek stelsel waarbij de macht in 1 hand ligt of aan 1 kleine groep, waarbij inwoners geen invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming en de grondrechten zijn niet gegaranderd.
-Burgers hebben weinig rechten maar veel plichten(onderdanen).
-Wel verkiezing maar op 1 kandidaat of partij.
-zelfcensuur: je besluit om dingen niet te zeggen of laten zien.
- Mensen die economisch goed gaat,houden hun mond en merken niks van de dictatuur.
-Dictatuur= moeilijk te veranderen.

*Sociale voorwaarden van Democratie
1.Sociaaleconomisch ontwikkeling( iedereen krijgt wat beter)
2.Sociaaleconomisch gelijkheid(nivelleren)
3.Democratisch Politieke Cultuur: manier hoe mensen met politiek en tolerantie
4.Burgers hebben zich verenigd in organisaties op grond van hun ideeen en belangen(kerk)
5.Militairen geen invloed hebben op politiek
6.Staat goed functioneert, goede diensten verlenen
7. Geen hevige conflicten tussen etnische groepen of mensen van verschillende godsdiensten.

Paragraaf 2

Politici spreken vaak over algemene belangen zoals,welvaart,veiligheid,onderwijs,gezondheidszorg.

In een Democratie kunnen aanhangers van een bepaald ideologie zich verenigen in een politieke partij
Met de groep mensen die:
1.Ideeen over alle belangrijke beleidsterrein(economie,zorg,onderwijs,etc.)
2.kandidaat stelt bij de verkiezing

-Politieke partijen zijn: landelijk,gemeentelijk,provinciaal.

*Links=wilt dat overheid ingrijpt om de sociale ongelijkheid te verminderen.(Links hecht aan kansen,socialisten).

*Rechts=vreest dat de vrijheid van de individu in gevaar komt als de overheid zich bemoeid met sociaaleconomische zaken.Dat kunnen de mensen zelf ook wel(Rechts zijn Liberalen)

*Communisme: streeft naar gelijkheid, door de economie in handen van de gemeenschap te brengen

*Socialisme: streeft naar vermindering van sociale ongelijkheid via actief overheidsingrijpen,vrijheid in priveleven(PVDA,GL,SP)

*ChristenDemocratie:vanuit christelijke inspiratie,streeft naar harmonieuze samenleving,maatschappelijke groepen samenwerken(CU,CDA,SGP)

*Liberalen: streeft zoveel mogelijk naar vrijheid in het sociaaleconomisch leen in het prive leven.(VVD,D66)


*Facisme:keert tegen vrijheid en gelijkheid.

* Populisme:keert tegen de gevestigde politieke machten, het volk spreekt.(LPF)

Single-issuepartijen: richten op 1 punt

Paragraaf 3
* Elke 4 jaar kunnen mensen stemmen voor:
1.Tweede Kamer:belangrijkste onderdeel van het parlement of de volksvertegenwoordigers(indirect)
2.Provincale Staten: de volksvertegenwoordinging in elke 12 provincies de leden.(bepale wie de indirect gekozen eerste kamer word)
3.GemeenteRaad: Volksvertegenwoordiging van elke 450 gemeentes.
4.Deelgemeenteraden: wijken van grote gemeente zoals Amsterdam, eens in de 5 jaar.
5. Europees Parlement: volksvertegenwording in de EU.

-Actief Kiesrecht: Nederlanders vanaf 18 jaar of ouder.
-Passief kiesrecht: zij kunnen gekozen worden als lid van de 2de kamer en andere vertegenwoordigende lichamen.
-zwevende kiezers: kiezers die zich niet met een bepaalde partij verbonden voelt.

2de kamer 150 leden(150 zetels)

het aantal zetels is aantal stemmen, 10 % van de stemmen is 10 % van de zetels.

-Districtenstelsel: kiesstelsel waarbij het land is ingedeeld in kiesdistricten en de partij die in een kiesdistrict de meeste stemmen haalt, krijgt alle parlementzetels voor dat district. Kleine partijen hebben dus geen kans.

Paragraaf 4
Monarchie=regeringsvorm waarbij alle macht bij een persoon berust.

Koningen=staatshoofd(macht is beperkt), kan geen politieke beslissingen nemen of uitspraken doen.

Ministers= verantwoordelijk wat de koningen zegt, al de kritiek gaat naar de ministers.

Regering= klein groep mensen die dagelijks bestuur van het land vormt en zorgt voor voorbereiding en uitvoering van beleid.

1 koningen+ 15 ministers.
Kabinet= ministers+ staatsecretarissen

Ministerraad=ministers

Kabinet word geleid door: ministers

Constituele monarchie= een staatvorm met een erfelijke staatshoofd,waarbij de bevoegdheden van de koningen beperkt zijn en vastgelegd in de grondwet.

Elke derde dinsdag in september leest de koningen de troonrede

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.