Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Criminaliteit

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2517 woorden
  • 8 augustus 2005
  • 112 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
112 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Criminaliteit Recht is cultuurgebonden en verschilt daarom ook van land tot land. 1.1 Wat is recht? Nederland is een pluriforme samenleving waar mensen verschillende meningen en opvattingen hebben. Toch bestaat er onder de bevolking een gemeenschappelijke basis van normen en waarden. Dit heet een dominante cultuur
Dominante cultuur = een gemeenschappelijke basis van normen en waarden die onder de bevolking heerst
waarden = principes die mensen belangrijk en nastrevend vinden (zoals vrijheid en eerlijkheid) normen = gedragsregels die voortvloeien uit waarden (zoals niet liegen, respect tonen) Maatschappelijk/afwijkend gedrag = wanneer je je niet houdt aan de geldende normen (en waarden) wetten -> belangrijke normen die wettelijk zijn vast gelegd, zoals stelen en mishandeling overtreding hiervan heet crimineel gedrag

recht = het geheel van gedragsregels, vast gesteld door de overheid, die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van een samenleving 1.2 Wat is criminaliteit? Criminaliteit = alle gedragingen die bij de wet strafbaar zijn gesteld
Rechtsnormen gelden in principe voor iedereen en zijn voor de overheid een middel om bepaald gedrag af te dwingen, ze zijn bedoeld om: ~ de samenleving te ordenen ~ conflicten naar behoren te regelen ~ onafhankelijke rechtspraak te waarborgen
Veel rechtsnormen zijn gebonden aan tijd en plaats. 1.3 Soorten criminaliteit Misdrijven = meer ernstige strafbare feiten
Overtredingen = minder ernstige strafbare feiten
Het verschil tussen misdrijven en overtredingen zijn: ~ straffen zijn voor misdrijven hoger ~ overtreding komt niet op een strafblad, misdrijven wel
Een precieze omschrijving van criminaliteit is eigenlijk: criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan omschreven
We maken onderscheid tussen meerdere soorten delicten, zoals: ~ delicten tegen de openbare orde en het gezag ~ misdrijven tegen leven en persoon ~ ruwheidmisdrijven ~ vermogensmisdrijven ~ verkeersmisdrijven ~ misdrijven tegen de Opiumwet ~ economische delicten, omschreven in de Wet Economische Delicten ~ milieudelicten
Misdrijven zijn ook weer in te delen in 2 soorten criminaliteit, namelijk: ~ zware criminaliteit = ernstige aantasting van de rechtsorde en zorgen voor een strek gevoel van onveiligheid (voorbeelden: moord, inbraak, overval, verkoop harddrug) ~ veelvoorkomende criminaliteit, voorbeelden hiervan zijn winkeldiefstal, voetbal vandalen, fietsendiefstal, vernielingen, graffiti en zwartrijden. Deze vormen van criminaliteit hebben 3 dingen met elkaar gemeen: * ze komen vaak voor * ze geven een gevoel van onveiligheid * ze worden relatief laag gestraft
1.4 Misdaadstatistieken De politiestatistieken van het CBS zijn niet geheel betrouwbaar, dat komt doordat: ~ de aangiftebereidheid bij delicten als vernieling en fietsdiefstal erg klein ~ sommige delicten worden nooit ontdekt, zoals dronken rijden, milieumisdrijven, zakkenrollerij of belastingontduiking ~ de opsporingsactiviteit in van invloed op de cijfers (bijv. als de politie veel dronken-rijden-testen doet, krijg je veel meer misdrijven dan als je niets doet. ~ er registratiefouten worden gemaakt
Het CBS houdt ook slachtofferenquêtes, dit is een manier om een betrouwbaarder beeld van criminaliteit te krijgen. Maar deze enquête heeft ook zijn nadelen: ~ het gaat om een subjectieve meting (ze meten dus de gevoeligheid voor criminaliteit) ~ ze meten alleen de veelvoorkomende delicten ~ ze meten niet de slachtofferloze criminaliteit als milieudelicten
De daderenquête vormt daarom een 2e aanvulling op de politiestatistieken, hierbij vraagt het CBS aan mensen of ze zich de afgelopen tijd nog schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit. 1.5 Is Nederland onveilig? Criminaliteit in Nederland is 1 van de grootste problemen in de samenleving. De criminaliteit is in de afgelopen jaren afgenomen. Het aantal inbraken is bijv van 39.000 naar 361.700 gegaan, dat komt door betere beveiligingen. De gevoelens van bangheid van criminaliteit komt echter niet hierdoor, maar door de angst die mensen hebben voor geweld. Geweldsmisdrijven ( = mishandeling, bedreiging en diefstal met geweld), nemen ook sterk toe volgens politiestatistieken. Deze toename komt vooral door de betere beveiliging, want hoe kunnen criminelen dan aan hun geld komen, als ze de huizen niet meer in kunnen. Een andere oorzaak dat mensen zich onveilig voelen is doordat er vel publiciteit is geschonken aan bepaalde zaken als de moord op Joes Kollenburg en Rene Steegman. Nederland is qua moorden een veilig land, gemiddeld 200 per jaar. Nederland = inbraken minder = geweldsmisdrijven meer = moord ong 200 per jaar (= veilig) 1.6 Maatschappelijke gevolgen Criminaliteit is de laatste jaren pas een maatschappelijk probleem geworden omdat iedereen er direct of indirect betrokken is. Criminaliteit levert 2 soort schades op: ~ materiële schade, = gevolgen van vernieling, inbraak, dieftal, belastingontduiking. Hier betaalt iedereen aan mee, daarom heeft criminaliteit ook gevolgen voor de economie ~ immateriële schade, = dit valt niet in geld uit te drukken, het is hoe mensen (slachtoffers) zich geestelijk na een delict voelen. Ook gevoel van onveiligheid valt hieronder. Criminaliteit is een sociaal probleem, maar ook een politiek probleem, want alle partijen voeren actie door veiligheid te garanderen. Oorzaken van criminaliteit 2.1 De crimineel Crimineel gedrag heeft met verschillende punten te maken. Namelijk met: ~ Geslacht (meer door mannen dan vrouwen) ~ Leeftijd (vooral bij adolescenten) ~ Maatschappelijke positie (vooral lagere positie) ~ Ethische afkomst (allochtoon en autochtoon = evenveel ,alleen daad is anders) ~ Locatie (eerder mensen uit stad dan uit dorp)
2.2 Oorzaken Criminaliteit kan aangeboren zijn. Belangrijke oorzaken van criminaliteit is invloed vanuit de omgeving. Dit speelt zich af op 2 niveaus: ~ op individueel niveau (mate van socialisatie) ~ op maatschappelijk niveau (invloed van maatschappelijke omstandigheden) Socialisatie = het proces waarbij waarden, normen en andere kenmerken van een cultuur worden aangeleerd
Socialiserende instituties die een rol spelen bij socialisatie: ~ Gezin, voedingsbomen voor later ~ School, als jongeren hier mislukken lopen ze een grotere kans om later met de politie in aanraking te komen. Veel spijbelaars op school = meer diefstal en vernieling. ~ Leeftijdsgenoten, rollenpatroon tussen vrienden
Mensen hebben te maken met allerlei maatschappelijke omstandigheden en ontwikkelingen waarop zij weinig invloed hebben, maar die wel crimineel gedrag bevorderen. Een aantal belangrijke zijn: ~ Maatschappelijke en sociale achterstanden ~ Overmatig alcohol en drugsgebruik ~ Normen en waarden ~ Sociale controle ~ Pakkans 2.3 Theorieën over criminaliteit Er zijn verschillende theorieën over Criminaliteit. Elke onderzoeker heeft zijn eigen antwoord: ~ Biologische theorieën. Lombroso (Italiaanse gevangenis arts) denkt dat sommige mensen crimineel zijn aangeboren. Kenmerken van z’n aangeboren crimineel zijn: * laag voorhoofd * specifieke haarinplant * doorlopende wenkbrauwen * lage gevoeligheid voor pijn
Tegenwoordig probeert de sociobiologie het sociale gedrag van mensen uit biologische factoren te verklaren. ~ Psychologische theorieën, de belangrijkste oorzaak van crimineel gedrag ligt bij de dader zelf
Sutherland denkt dat het criminele gedrag is aangeleerd, en kan worden doorgegeven door met anderen om te gaan. ~ Sociologische theorieën, crimineel gedrag komt door de invloed van maatschappelijke omstandigheden. Er zijn 2 theorieën hierover: * Merton, hij gelooft in de anomietheorie (anomie = tegen de wet), dat wil zeggen dat hij een verklaring voor criminaliteit zoekt in het probleem dat mensen hebben met het bereiken van hun levensdoelen. * Hirschi, hij denkt in de bindingstheorie: in ieder mens schuilt een misdadiger, maar de meeste mensen gedragen zich netjes vanwege de bindingen die zij hebben met werk en mensen. Hij benadrukt dan ook dat het van belang is om sociale controle te versterken om maatschappelijke bindingen te vergroten. Bestrijding van criminaliteit Nederland is een rechtstaat, dat houdt in dat de rechten en plichten van de burgers en van de overheid staan vastgelegd in de grondwet.
3.1 Rechtsbescherming Door bepalingen in de grondwet wordt de burger beschermd tegen andere burgers en tegen machtsmisbruik van de overheid. De overheid heeft in Nederland het geweldsmonopolie. Geweldsmonopolie = als een instelling of persoon (in dit geval de overheid) als enige geweld mag gebruiken. Rechtstaat = een staat waarin de overheid is gebonden aan wettelijke regels en waarin de bevolking beschikt over politieke en sociale rechten. In 1948 namen de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan. Enkele voorbeelden uit de verklaring zijn: ~ men mag niet discrimineren ~ men mag mensen niet martelen ~ men mag niet zomaar iemand gevangenzetten ~ iedereen heeft recht op een eerlijk proces ~ iemand heeft recht op vrijheid van meningsuiting
Als een crimineel bestraft wordt, moet de overheid zich ook aan specifieke regels houden: ~ het legaliteitsbeginsel, je kunt alleen worden gestraft voor iets dat in de wet strafbaar gesteld is ~ elk wetsartikel in het strafrecht bevat telkens een nauwkeurige omschrijving van het delict en de strafmaat die ene rechter maximaal kan opleggen ~ de ‘ne bis in idem-regel’ (wanneer een rechter uitspraak heeft gedaan in een zaak, dan mag je niet voor het zelfde strafbare feit voor een tweede keer worden vervolgd) ~ een verdachte is onschuldig totdat hij door de rechter schuldig is bevonden
De overheid moet erop toezien dat burgers elkaars rechten niet schenden. Dat doet hij door: ~ Wetgeving ~ Rechtshandhaving
ne bis in idem-regel= regel die het verbied om twee keer voor hetzelfde delict te worden vervolgd 3.2 Tweesporenbeleid Tegenwoordig voert de overheid heel duidelijk een tweesporenbeleid: ~ Preventieve maatregelen (preventie = voorkomen), het vinden van problemen en daarvoor een oplossing zoeken om het te voorkomen ~ Repressieve maatregelen, het straffen van het plegen van een delict 3.3 Procedure in vogelvlucht In een rechtstaat zijn de opsporing, vervolging en berechting gebonden aan regels (deze staan in het Wetboek van Strafrecht en in het Wetboek van Strafvordering). Deze regels komen 1 voor 1 aan bod is de procedure. Deze procedure ziet er zo uit: ~ het proces-verbaal ~ het opsporingsonderzoek ~ de rechtszaak
Of schematisch: Opsporing en aanhouding (politie + officier van justitie) Vervolging
officier van justitie

Rechtszaak
Rechter 3.4 De politie De politie heeft 3 taken: ~ Hulpverlening (wegwijzen, helpen opsporen) ~ Handhaven van de openbare orde (bemiddeling bij ruzies, alcoholcontrole) ~ Opsporingstaak (voorkomen van strafbare feiten en opsporen van de verdachte) Verdachte = de persoon waarvan een redelijk vermoeden is dat hij/zij zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. We spreken van een redelijk vermoeden als: ~ de politie iemand op heterdaad betrapt ~ er aangifte is gegaan
Basisrecht = het recht dat een verdachte niet actief mee hoeft te werken aan zijn vervolging en dus ook mag weigeren om iets te zeggen. De politie mag alleen dwangmiddelen gebruiken als er gebruik wordt gemaakt van opsporingstaken. De belangrijkste dwangmiddelen die de politie heeft zijn: ~ staande houden ~ aanhouden ~ fouilleren ~ vrijheidsbeneming ~ huiszoeking ~ inbeslagneming
Omdat de politie met deze middelen veel macht heeft, staat er in de Politiewet wat voor middelen en wanneer de politie iets mag gebruiken. Officier van justitie De politie maakt in een strafzaak een proces-verbaal op en geeft dit door aan de officier van justitie. De officier moet het verder uitzoeken en onderzoeken. Dit gebeurt onder het opsporingsonderzoek (o.l.v. de officier van justitie). 4.1 Taken In feite is de officier van justitie de openbare aanklager, omdat hij namens de samenleving bewijzen zoekt tegen de verdacht en een straf tegen hem/haar eist. De officier van justitie: ~ leidt het opsporingsonderzoek
De officier leidt het, maar de politie voert het uit (want deze hebben opsporingsbevoegdheid). ~ brengt verdachten voor de rechter ~ eist een bepaalde straf in een rechtszaak ~ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de straf

We noemen alle officieren van justitie bij elkaar het Openbaar Ministerie. De minister van Justitie is verantwoordelijk voor het beleid van de Openbaar Ministerie. 4.2 Keuze mogelijkheden Niet alle opsporingsonderzoeken gaan naad de rechtszaal, want de officier van Justitie heeft namelijk 3 mogelijkheden: ~ seponeren, hierbij wordt de verdachte niet vervolgd. Dit kan als er onvoldoende bewijs is gevonden of als de verdachte al genoeg is gestraft, of als het een klein vergrijp is. ~ een transactievoorstel aanbieden, dit gebeurt bij minder zware delicten. Het voorstel is dan vaak een schikking (of voortijdige afdoening). ~ vervolgen, dit is als de officier besluit om de verdachte voor de rechter te brengen 4.3 Uitbreiding opsporingsbevoegdheden Door georganiseerde misdaden is het voor de politie steeds moeilijker om verdachten op te sporen. Daardoor heeft de overheid de opsporingsmogelijkheden in de jaren 90 uitgebreid met o.a: ~ richtmicrofoons mochten vaker gebruikt worden ~ infiltranten ~ gecontroleerde doorvoer ~ inkijkoperaties ~ kroongetuigen mochten worden gebruikt
Deze mogelijkheden mochten alleen worden gebruikt bij zeer ernstige strafbare feiten. Infiltrant = persoon die ongemerkt een misdaadorganisatie binnendringt om informatie over die organisatie te verzamelen. De enquêtecommissie van de 2e kamer kwam met de volgende aanbevelingen op het gebied van bijzondere opsporingsmethode (??): ~ de opsporingen moeten effectiever worden ~ de opsporingsbevoegdheden moesten duidelijker worden omschreven ~ de samenwerking tussen politie en justitie moest veter verlopen. De rechtszaak 5.1 Onafhankelijke rechters De rechtbank is in Nederland volgens de Trias politica (een taak van de rechterlijke macht). Hierdoor zijn rechters onafhankelijk. Dit is een belangrijk beginsel van de rechtstaat omdat zij niemand mogen bevoordelen, ook de overheid niet. De onafhankelijkheid van de rechters is verder niet gewaarborgd doordat: ~ een rechter voor het leven benoemd wordt en dus niet ontslagen kan worden ~ het salaris van rechters volgens de wet geregeld is ~ het aantal rechters in elke rechtszaak van tevoren vaststaat
Rechters worden in hun werkzaamheden bijgestaan door griffiers, tegenwoordig gerechtssecretarissen genoemd.
5.2 Soorten rechtbanken Nederland heeft een systeem met verschillende soorten rechters, We kennen in Nederland 3 soorten rechtsinstanties: ~ arrondissementsrechtbanken ~ gerechtshoven ~ de Hoge Raad
De Hoge Raad (1) is in Nederland de hoogst rechtscollege. Hier wordt gewerkt met kamers van 3 tot 5 raadsheren. De hoge Raad spreekt recht als een verdachte of het Openbaar Ministerie het niet eens is met de uitspraak van het hof. Cassatie = als een verdachte of het Openbaar Ministerie het niet eens is met de uitspraak van het hof 5.3 Verloop rechtszaak Een strafzaak begint met een dagvaarding. Deze dagvaarding is verstuurd door de Officier van Justitie. Een verdachte hoeft geen advocaat te nemen. Dagvaarding = brief waarin staat wat je als verdachte wordt verweten en waar en op welk tijdstip de zitting plaats vindt
Een rechtszaak bestaat uit 8 stappen: ~ opening ~ aanklacht ~ onderzoek ~ verhoor van de verdachte ~ requisitoir ~ pleidooi ~ laatste woord ~ vonnis 5.4 Vonnis In de uitspraak van de rechter zegt hij of de verdachte schuldig is en of welke straf hij evt krijgt opgelegd. Een rechter zal niet zo snel de maximumstraf opleggen. Dat komt doordat er altijd (verzachtende) omstandigheden zijn waar de rechter naar moet kijken. Ook moet hij letten op of de verdachte al eerder gestraft is. 5.5 Rechtshulp Voor rechtshulp kun je o.a terecht bij: ~ een advocaat ~ een bureau voor rechtshulp ~ een rechts- of wetswinkel Straffen 6.1 Waarom straffen we Waarom veroordeeld een rechter een dader: ~ om te straffen ~ vergelding ~ afschrikking van de dader ~ afschrikking van de samenleving ~ verbetering van de dader ~ beveiliging van de samenleving
6.2 Geschiedenis van straffen 1886 Nederlandse wetboek van strafrecht voltooid. 1870: In Nederland doodstraf afgeschaft. 6.3 Soorten straffen Er zijn in Nederland 3 soorten hoofdstraffen, namelijk: ~ Geldboete ~ Vrijheidsstraf ~ Alternatieve straf
Alternatieve straf = onbetaalde arbeid ten algemenen nutte
Een dader kan naast een hoofdstraf, nog een bijkomende straf krijgen (bv afnemen van rijbewijs en ontzegging van beroep). Maar ook kan de recgter maatregelen opleggen (bv schadevergoedingsmaatregel). ‘Pluk-ze’-maatregel = afname van de illegaal verdiende winst, door de rechter
TBS = terbeschikkingstelling, dit gebeurt als iemand niet of ontoerekeningsvatbaar is Burgerlijk recht 7.1 Procedure In het burgerlijk recht staan 2 burgers tegenover elkaar. Er is dan een eiser en een gedaagde. Eiser = degene die de zaak aan de rechter voorlegt
Gedaagde = de persoon waarvan iets gevraagd wordt en daarom voor de rechter gedaagd wordt
Dagvaarding = mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen
Een zaak begin wanneer de eiser de gedaagde een dagvaarding stuurt. Een dagvaarding bevat altijd: ~ de naam van de eiser ~ de eis ~ de motivatie van de eis ~ het tijdstip en de plaats van de rechtszaak
Verweer = de reactie van de gedaagde

Vonnis = uiteindelijke beslissing 7.2 Vonnis In hoger beroep gaan kan alleen als het gaat om een bedrag van hoger dan €1250,00 en als het binnen 3 maanden wordt aangegeven dat je in hoger beroep wilt. Als je niet in hoger beroep gaat is het vonnis onherroepelijk. 7.3 Kort geding Kort geding = een vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken die worden behandeld door een rechter. Een kort geding geeft het voorlopig oordeel aan, in afwachting van een definitieve uitspraak in het normale burgerlijke proces.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.