Een autobiografie (auto=zelf, bio=leven, grafie=beschrijving) is een boek waarin een schrijver (een deel van) zijn eigen leven beschrijft. Dit genre wordt tot de non fictie gerekend, omdat in een autobiografie een beschrijving van de werkelijkheid gegeven wordt.
Een column (ook wel cursiefje) is een vaste rubriek in een krant of tijdschrift waarin een schrijver op humoristische, spottende wijze de actualiteit becommentarieert. De vorm van de spot is ironisch, sarcastisch of zelfs cynisch.
Drama is de meest overkoepelende term voor toneel. Er zijn verschillende dramasoorten: komedie (blijspel), tragedie (treurspel), tragikomedie. Kenmerkend is dat er door mensen op een toneel een verhaal wordt uitgebeeld.
Epiek is de meest overkoepelende term voor alle vormen van fictie waarin het verhalende element centraal staat: het gaat om de gebeurtenissen. De roman, de novelle en het korte verhaal behoren tot de epiek.
Epische gedichten: een gedicht waarin de gebeurtenissen centraal staan, en niet de gevoelens. Er zijn drie literaire hoofdgenres: epiek (proza), lyriek (poëzie), dramatiek (toneel).
Een essay is een verhandeling (lees: opstel) over een wetenschappelijk of letterkundig onderwerp. Essays worden gekenmerkt door uiterst persoonlijke standpunten en een zeer verzorgd taalgebruik. Michael de Montaigne, Franse schrijver, begon met het schrijven van Essais in de zestiende eeuw.
Faction is de Amerikaanse aanduiding voor verhalen en boeken waarvan de inhoud het midden houdt tussen verzinsel (faction) en feit (fact). Literaire werkelijkheid en waargebeurde realiteit lopen door elkaar in dit genre.
Genre betekent soort. Literatuur wordt onderverdeeld in drie hoofdgenres. Epiek, Lyriek en dramatiek. Deze kunnen worden onderverdeeld in subgenres. Subgenres van de epiek zijn bv: detectiveromans, psychologische romans, sciencefiction, oorlogsromans, steekromans.
Een gesloten eind is het slot van een roman of verhaal met een duidelijke afloop. Het probleem dat in het broek centraal stond is opgelost, alles vragen zijn beantwoord en de lezer blijft niet in het ongewisse over het lot van de verhaalfiguren. Veel literaire werken hebben juist een open eind.
Happy end is een gebruikelijker term voor gelukkige afloop. Een kenmerk van literaire werken is, dat het niet bij voorbaat vaststaat dat het verhaal een happy end moet kennen. Wel bij Amerikaanse films.
Sterker nog:het einde van een literair werk wordt meestal juist niet gekenmerkt door de ''eind goed, al goed'' sfeer van boeken uit het triviale genre.
Lectuur (ook wel: triviale lectuur) is de verzamelnaam voor alle fictionele teksten die niet tot de literatuur worden gerekend. Om uiteenlopende redenen kan men een boek tot de lectuur rekenen. Critici vinden dat een boek niet tot de literatuur gerekend mag worden als: - de opbouw van het verhaal te voorspelbaar is. - het taalgebruik (te) clichématig is. - de beschrijving van de personages eenzijdige of karikaturale trekken vertoont.
Niet altijd duidelijk tot welke categorie een boek behoord.
Een legende is in het algemeen een niet op historische gronden berustend oud volksverhaal. Soms wordt de aanduiding legende ook gebruikt voor een oud overgeleverd verhaal over een heilige. Zo'n soort legende leert de lezer een godsdienstige les. Voorbeelden: De reis van Sint- Brandaen.
Lyriek is de meest overkoepelende term voor alle vormen van gevoelsliteratuur. Meestal wordt hier poëzie mee bedoeld. Het gaat de schrijver erom dat hij gevoelens en emoties tot uitdrukking brengt; de gebeurtenissen staan in lyrische teksten veel minder centraal.
Non-fictie is de verzamelnaam voor alle zakelijke teksten die geen amuserende functie hebben. In non- fictie staan niet de verzinsels centraal, maar de feiten.
Een novelle is een roman van geringe omvang. Een novelle telt zo'n 60 tot 120 pagina's. Er komen minder personages in voor dan in een roman en vaak is er maar een intrige aanwezig.
Een panoramische roman: letterlijk betekent 'panorama' een vergezicht naar alle of vele kanten. Een panoramische roman is een roman waarin de achtergrond van het verhaal een belangrijke rol speelt. In de psychologische roman gaat het om de historische ontwikkeling van een land of familie. In een psychologische roman gaat het om de ontwikkeling van de hoofdpersonen.
Raamvertelling is een verhaal dat dient als raam (omlijsting, kader) voor een ander verhaal.
Een roman is een literair werk van enige omvang. In een roman worden verschillende intriges beschreven, het innerlijk van de hoofdpersoon wordt uitvoerig belicht en deze hoofdpersoon maakt een ontwikkeling door. Omdat in literaire werken de ontwikkeling van de hoofdfiguur centraal staat, worden de meeste literaire werken ook wel aangeduid als 'psychologische romans'.
Een sage is een oud sprookjesverhaal waarvan een historische gebeurtenis de basis is voor een aantal fantastische gebeurtenissen waarin een held het opneemt tegen allerlei (bovennatuurlijke) figuren.
Met sciencefiction wordt het genre van toekomstverhalen bedoeld. Vaak spelen vooruitgang van de natuurwetenschap en de techniek (science) een belangrijke rol in dit soort verhalen (fiction). Er zijn positieve toekomstromans waarin een betere wereld geschilderd wordt, die utopistische romans worden genoemd. Daarentegen staan romans waarin een doemscenario voor de toekomst beschreven wordt.
Spanning is de toestand van de lezer of kijker die in onrustige afwachting is van wat er komen gaat. Spanning motiveert de lezer tot verder lezen; spanning maakt de lezer nieuwsgierig. Een schrijver moet ervoor zorgen dat lezers nieuwsgierig blijven, want anders wordt het boek halverwege terzijde gelegd. Hij moet zijn lezers daarom informatie geven, maar niet te veel; hij moet vragen opwerpen en antwoorden suggereren; hij moet raadsels opgeven en de uitkomst daarvan lang niet altijd verklappen. (perspectief, tijd, ruimte belangrijk)
Tijd---> chronologisch als de gebeurtenissen in het verhaal worden verteld in de volgorde zoals ze zich in werkelijkheid ook hadden afgespeeld. Niet chronologische verhalen zijn vaak spannender doordat ze bij de lezer meer vragen oproepen. Als je een samenvatting maakt van een verhaal en je zet de gebeurtenissen uit het verhaal in de volgorde zoals die in werkelijkheid zouden hebben plaatsgevonden, geef je een fabel. Als je in je samenvatting de gebeurtenissen zet in de volgorde zoals de in het boek beschreven worden, dan geef je het sujet van het verhaal.
--> flashback: wanneer een personage terugblikt naar een gebeurtenis in het verleden. Daardoor krijg je als lezer meer informatie over een personage en kun je de motieven voor zijn daden beter doorzien.
--> flashforward: een (kleine) vooruitwijzing naar een mogelijke gebeurtenis in de toekomst van het verhaal. Er wordt niets onthuld, maar er wordt gezinspeeld op een mogelijke afloop.
--> tijdverdichting: wanneer een schrijver bepaalde (onbelangrijke) stukken in een roman kort in enkele woorden of regels samenvat.
--> tijdsprong: bijzondere vorm van tijdverdichting. Met een regel wit geeft de auteur aan dat er een hoeveelheid tijd is gepasseerd. Als er in een roman veel tijdsprongen gemaakt worden noem je zo'n roman discontinu.
--> tijdvertraging: Als een auteur een gebeurtenis in zijn boek langer laat duren dan deze in werkelijkheid aan tijd gekost zou hebben. Spanning opvoeren. Een moment beter beschrijven (ontploffing).
--> vertelde tijd: de tijd waarover de gebeurtenissen zich uitstrekken wordt aangeduid met de term vertelde tijd. De lengte van de vertelde tijd kun je uitdrukken in minuten, uren, dagen, weken, maanden of jaren.
--> verteltijd: de tijd die een auteur nodig heeft om zijn verhaal onder woorden te brengen. De lengte kun je uitdrukken in hoeveelheid woorden, zinnen, pagina's, hoofdstukken, alinea's.
Een trilogie is een literair werk dat uit drie delen bestaat. Meestal spelen in de verschillende delen dezelfde personages een hoofdrol. Vaak ook dezelfde thema's.
Utopie is een boek over betere, toekomstige wereld. Deze term is ontleend aan het boek Utopia dat Sir Thomas More in 1516 schreef. Omgekeerde utopie: distopie.
REACTIES
1 seconde geleden