Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3: Ethiek

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 721 woorden
  • 15 september 2015
  • 49 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
49 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Ethiek = wetenschap die zich bezig houdt met goed en kwaad. Jij moet leren wat goed of fout is en daar een mening bij hebben met argumenten voor.

Normen => wet, regels
Waarden => die zaken die je belangrijk vind in je leven (1 woord):

  • Vriendschap
  • Eerlijkheid
  • Vrijheid

2.2 Optiek = invalshoek waar mee je naar de werkelijkheid kijkt. Dat doe je vanuit verschillende invalshoeken à perspectief.

Verschillende optieken:

  • Wettelijke optiek
  • Medische optiek
  • Historische optiek
  • Ethische optiek

2.3 Ethische optiek

Bij ethische optiek gaat het om 3 kernbegrippen:

  1. Goed
    = menswaardig zijn à communicatie
  2. Behoren
    = doen à 2 manieren:
    1. Normatief = zo wil ik dat de samenleving eruit hoort te zien (waarde(n))

2.Empirische = feitelijk, hoe het eruitziet

  1. Handelen
    = niet alleen denken, (je moet je verstand gebruiken)
    doen à praktijk gericht

Visie = standpunt, mening

2.4 Verantwoordelijkheid
Het begrip verantwoordelijkheid heeft meerdere betekenissen:

  • Rekenschap geven over je gedrag à achteraf leg je je gedrag (spijt)
  • Rechten en plichten à b.v. taak
  • Deugdzaam mens à karakter trek à menswaardig wilt zijn, goed mens wilt zijn

Wie is verantwoordelijk?
(Actoren)
= jij (individueel)
= groep

Voorwaarden =

  1. Vrij zijn
  2. Kennis hebben over / als je op de hoogte bent van iets
  3. Vaardigheden hebben om invloed uit te oefenen

 

 

  1. Ethiek als wetenschap
  • Instrumentele waarde à geen waarde op zich, maar helpt de intrinsieke waarde, geen doel op zich.
  • Intrinsieke waarden à hoogste waarde, daar gaat ’t om, doel op zich

Waarde / principe in je leven

Fundament nu in je leven: bijvoorbeeld à vrijheid, vriendschap, gezondheid, out of the box denken

Moraal = geheel van normen en waarden die we zelf, bedrijf (school) … in de samenleving hebben.

Ethiek als wetenschap = het kritisch nadenken over de moraal

  1.  

Ethische absolutisme = universeel geldende waarden en normen

Ethisch relativisme = hierbij is de moraal afhankelijk van een aantal factoren à

  1. Plaats
  2. Omstandigheden
  3. Sociale groep (vriendengroep, rijke + arme mensen)
  4. Tijd

4,2 Gevolgenethiek
Ethische visies
= opvattingen over hoe wij ons behoren te gedragen. Gevolgenethiek = je kijkt bij het zoeken van een ethische oplossing naar de gevolgen. Het gaat hierbij niet om de bedoeling, maar om het objectieve gevolg van de daad. Resultaat à centraal.

  • Hedonisme = een ethische visie die er vanuit gaat dat die beslissing of handeling ethisch juist is die in zijn gevolgen het meest genot oplevert.
  • Eudemonisme = borduurt verder op een aantal inzichten van het hedonisme. Belangrijks verschil à het woord ‘lust’ wordt vervangen door het woord ‘geluk’
  • Utilisme = een ethische theorie die er van uit gaat dat die handeling of beslissing ethisch juist is die in zijn gevolgen het meeste nut oplevert.

4.3 beginselethiek
Beginselethiek
=een bepaald beginsel wordt als uitgangspunt genomen voor de ethische beoordeling. Bij de benadering of oplossing van een ethisch probleem dient steeds recht gedaan te worden aan een bepaald beginsel. 

  • Kant: benadrukt dat we de kwaliteit van ons ethisch handelen niet moeten beoordelen naar het resultaat van de handeling of de handeling zelf.
  • Echt ethisch handelen kan volgens Kant alleen maar op basis van de menselijke vrijheid. à De mens kan keuzes maken: kiezen tussen het goede en het kwade.
  • Een handeling is pas echt ethisch goed als zij geschiedt uit plichtsbesef. à je instelling behoort te zijn om bewust het juiste te doen. je kunt hierbij onderscheid maken tussen:
  1. handelen uit ‘plicht’ à de mens handelt om het goede te doen, ook al gaat dit ten koste van ons eigen belang.
  2. handelen uit ‘neiging’ à de mens handelt uit eigen belang.
  • Kant hanteert 1 centraal beginsel: waardigheid van de menselijke persoon à je mag de ander nooit uitsluiten als middel gebruiken, maar ook steeds als doel in zichzelf. Als je ooit twijfelt wat je moet doen, denk dan: ‘’wat gij niet wilt wat u geschiedt, doe dat ook de ander niet.’’

4.4 deugdenethiek
Deugdenethiek
= de gezindheid van degene die handelt staat centraal. De bedoelingen en de motieven behoren goed te zijn.
Deugden = kwaliteiten die een mens tot een goed mens maken.

4.5 christelijke ethiek
christelijke ethiek bestaat niet. (verschillende opvattingen)
Hoe komen we wel aan waarden?

  • Normen (waarden) rechtstreeks uit de bijbel
  • Is niet meer van deze tijd, komt uit hele andere periode
  • Boek is geschreven door MANNEN
  • Kan voor nu geen maatstaf meer zijn
  • Perspectief komt uit de bijbel
  • Belangrijke gedachte
  • Denkrichtingen komen uit de bijbel
  • Levensbeschouwelijke kaders komen uit de bijbel
  • Je laat je inspireren door de bijbel

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.