Samenvatting + woordjes Latijn les 18

7.4

Samenvatting door een scholier
3e klas vwo | 489 woorden
11 juni 2013
9 keer beoordeeld

7.4

9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE

Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.

Meer informatie

Woorden tekst 18A

Deleo (delere)

Vernietigen, verwoesten

Villa

Landhuis

Regio, regionis (vrl)

Streek, gebied

Premo, pressi (premere)

1. Drukken

2. In moeilijkheden brengen, in het nauw brengen

Rapio, rapui (rapere)

Grijpen, roven, meesleuren

Exeo, exii (exire)

Uitgaan, weggaan

Quattor

Vier

Equus

Paard

Qui, quae, quod

Wie/wat, die/dat

Hinc

Hiervandaan, van hier

Woorden tekst 18B

Solus, solius

Alleen, (als) enige

Decet

Het past

Invado, invasi (invadere)

Binnenvallen, aanvallen

Notus, nota, notum

Bekend

Unus, unius

Één, (als) enige, alleen

Restituo, restitui (restituere)

Herstellen

Navis, navis (vrl)

Schip

Summus, summa, summum

Grootste, hoogste

Totus, totius

(ge)hele

Grammatica

De naamval van het betrekkelijke voornaamwoord wordt bepaald door zijn functie in de betrekkelijke bijzin. Verder komt het antecedent altijd overeen in geslacht en getal met het betrekkelijke voornaamwoord, SOMS in naamval.

Een aantal Latijnse bijvoeglijk naamwoorden wordt verbogen als bonus/pulcher met uitzondering van Genitivus ev. die op –ius uitgaat en de dativus ev. die op –i uitgaat.

Achtergronden

Legerhervorming:

Er kwamen veel boeren van het platteland naar de stad toe er vervielen tot de arme clientes. Daardoor hadden ze geen geld meer voor een wapenuitrusting en konden ze ook niet meevechten in het leger, aangezien iedereen zijn eigen uitrusting moest betalen. Daardoor kreeg Marius een idee: de bezitslozen konden op vrijwillige basis in het leger dienen. Wapens en voeding kregen ze van de staat. Bovendien zouden deze soldaten na hun diensttijd als een soort pensioen een stuk land toegewezen krijgen. Op deze manier ontstonden beroepslegioenen. Er ontstond een patrones-cliens relatie.

De ludi circenses waren de Romeinse Spelen die vroeger werden gehouden. Een deel daarvan waren de gladiatoren gevechten. Die vonden plaats in het amphitheatrum. Het is de voorloper van ons voetbalstadion. Het midden was de arena, bedekt met zand.

Als een gladiator bijna doodging moest het publiek bepalen of hij dood moest of niet, wilden ze dat wel deden ze een vuist of een duim naar beneden, wilden ze dat niet, zwaaiden ze met hun zakdoek. Bij de venationes werden wilde beesten vrij gelaten.

Ook had je de wagenrennen, daar moest je in een wagen achter vier paarden zo snel mogelijk een paar rondjes (circus) afleggen. De kunst was om zo dicht mogelijk bij de keerpalen om de bocht te rijden (metae). Er waren vier teams, rood, groen, wit en blauw.

Ook waren er nog de ludi scaenici. Dat was voor het vermaak (komedies, tragedies). Ze werden ter ere van Dionyssos opgevoerd. Dit was minder populair dan de Spelen.

Mannelijk

Qui

Cuius

Cui

Quem

Quo

Qui

Quorum

Quibus

Quos

Quibus