Kunstgeschiedenis Examen

Kunstgeschiedenis

Kunststijlen van oud naar nieuw

1050-720 v. Chr.: Griekse kunst

• Onpersoonlijke beelden, idealisatie

Archaische periode

Klassieke periode

Hellenistische periode

Begin, eenvoudig

Denkbare cultuuruiting (bijv. filosofie)

Beelden meer beweging

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400 v. Chr. – 400: Romeinse kunst

• Afgeleid van de Griekse kunst

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Fresco’s: muurschildering op natte kalklaag

Echte mensen

Realisme

Praktisch, niet persé mooi

Boogconstructie

Mozaïken

Ruimtelijke weergave

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

--> 5e eeuw: vroeg christelijke kunst

Schilderijen

beelden

architectuur

Religieuze onderwerpen

• Onpersoonlijk

Half losstaande beelden

Basilica: romeinse zuilenhal

kerken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

900 – 1150: romaanse kunst

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Fresco’s

Religieus

Platte kleurvlakken

Christus door 4 wezens van Apocalips omringd

Rondbogen

Zware muren& kleine vensters

Basilicaal grondplan

Tongewelven (halve cilinder)

Grote diversiteit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1100 – 1400: Gotiek

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Natuur portretten, eigentijd modellen

Blauw: hemels wit: maagdelijkheid rood: liefde

Miniatuurschilderkunst

Ruimtelijke weergave, realistisch

olieverf

S bocht houding

Half losstaande beelden

Kruisribgewelven

Spitbogen, luchtbogen

Hoogbouw (bouwen naar hemel)

Skeletbouw

Veel ramen en licht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1800-1840 romantiek

Heimwee naar het niet hier, waar het mooi en leuk is, inspiratiebron: natuur

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Lichtval & kleur (vooral primaire)

Historische, exotische en natuur

Ruimte vaagß weinig contour& lijnen

Clair-obscure: donker/licht effecten

Licht-donker werking

Glad afgewerkt

Dynamiek en heftige emoties

Terug naar stijlen uit verleden

Neostijlen

Functie van gebouw weerspiegeld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1840-1880 Realisme

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Realiteit van armen en rijken

Realiteit van het werkende leven

Donker tinten

Verftube uitgevonden à buiten

Beeldhouwkunst uit dagelijks leven

Niet polijsten à sterke licht/schaduw-werking

Trein, bruggen, torens

Gietijzer, staal, glas

Bouwskelet bedekt met baksteen

Functioneel, ruimtelijk, licht

 

 

 

 

 

 

  

 

 

1870-1905 Impressionisme

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Zuivere kleuren, alledaags

Hoe zij de kleur zagenßstemming bepaald moment afleggen

Fotografie belangrijke uitvinding

Forse toetsen, gamma kleuren, warm koud

Stemming en emoties

Levensecht, dynamisch, licht schaduw

Klei en daarover brons ß sporen klei nog duidelijk zichtbaar

-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1884-1905: Pointillisme en post-impressionisme

• Kleurgebruik:
  • Stippen met zuivere primaire kleuren naast elkaar ß lijkt ook of er secundaire zijn
  • Gestileerde kleuren (vereenvoudigd)
  • Egale kleurvlakken
• Methode:
  • Vereenvoudigd, geordend, abstract, 2D
  • Verschillende richtingen toetsen à dynamisch effect, nadrukkelijke toetsen
  • Geen contourlijnen
  • ¾ van gezicht afgebeeld
  • Emoties
  • Forse penseel streken, olieverf

 

 

 

1885-1900 Symbolisme

Poëzie: mystieke overleveringen, dromen, visioenen

Schilderkunst:

• Egale kleurvlakken
• Sterke contouren
• Geen schaduw
• Decoratief
• Prentkunst (verschillende druktechnieken)
• Fel, contrast, warm-koud, licht-donker
• Overdreven voorstelling

 

 

 

1890-1910 Jugendstil (Arts en Crafts, Art nouveau)

Gesammtkunstwerk: schilder, beeldhouwkunst en architectuur in 1 gebouw door elkaar

Kenmerken:

• Zweepslag: onregelmatige gebogen lijn
• Symbolische betekenis: lelijke slechte uitgebannen, beeldende aspecten benadrukt
• Decoratief

Schilderkunst

Architectuur

Reclameplaten

Symboliek

Slaoliestijl: golvende lijnen

Planten, bloemen, vogels, mensfiguren

Vereenvoudigd, pastelkleurig

Vormen uit natuur, organische versieringen

Vereenvoudigd, pastelkleurig

Interieur

IJzer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

            

             

                 

 

1907-1914 Kubisme

Algemeen:

• Geometrische vormen
• Meerdere aanzichten en lichtbronnen
• Restvorm even belangrijk (ruimte om vorm heen)
• Spanning illusie en werkelijkheid
• Geometrische basisvormen (bijv. cirkel, vierkant)
• Holle en bolle vormen
• Maskerachtige gezichten

 

 

 

1909-1916 Futurisme

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Vormherhaling voor beweeglijkheid

Ellipsvormige fragmenten (eivormig)

Losse toetsen

Benadrukken verzadigde kleuren

Kleur en lichtbreking

Asymmetrisch compositie

Afgietsels

Vloeiende vormen

Geabstraheerd

3D

Zakelijkheid

Luchtbogen

Liften buiten gebouw à ruimte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1917-1931 De Stijl

Architectuur, schilderkunst en beeldhouwen moest een kunst worden en alles moest samen 1 zijn

Onpersoonlijk, geen signering

Iedereen snapt wat je bedoelt

Schilderijen

Beelden

Architectuur

Rechte lijnen, primaire, zwart, wit

Asymmetrisch (geeft spanning)

Overlappende vakken

Oneffen oppervlak

Blokken en balken

Basiskleuren

Basisvormen

basisrichtingen

Geometrische vormen

Glas: openheid

Plastic, glas, brons, ijzer, hout, metaal

    

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1900 - à: Functionalisme in de architectuur

Doel van gebruik, bepaald de vormgeving van gebouw

Dragende constructie: skeletbouw

Zuiverheid vorm en constructie

Weinig/geen versiering ß functie moet naar voren komen

 

 

1916-1923 Dadaïsme

Afzet tegen alle westerse beschaving, tegen 1e wereldoorlog

Ongebruikelijke materialen, technieken en kunstvormen die nog nooit gebruikt waren

Niet realistisch kleurgebruik

Compositie: druk, chaotisch