Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5: De Gouden Eeuw

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1131 woorden
  • 4 januari 2013
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De republiek als wereldmacht

Een belangrijke gebeurtenis voor republiek was de verovering van Antwerpen door Spaanse troepen. Veel protestanten vluchtten naar de Republiek om daar aan het werk te gaan (in de havens van Amsterdam). Dit zorgde voor bloei. Ook de geografische ligging was gunstig. Het lag centraal, dus alles was goed bevaarbaar. Na de 80 jarige oorlog had de republiek haar handen vrij om nieuwe routes te ontdekken.

In 1602 werd de VOC opgericht. De steden Amsterdam, Middelburg, Rotterdam, Hoorn, Delft en Enkhuizen gingen samen werken. Want één stad kon het niet veroorloven qua geld om de VOC op te richten. De VOC is de eerste multinational. De Staten Generaal velreenden de VOC een octrooi op het voeren van oorlog, soldaten in dienst nemen, forten en fabrieken bouwen en handel te drijven in het gebied ten oosten van Kaap de goede Hoop.

In 1621 werd de WIC opgericht. Deze kreeg een monopolie in het westen. De handel bestond uit tabak, suiker, goud en slaven. De WIC had ook een militaire doelstelling. Denk aan de zilvervloot van Piet Hein. Via de WIC werd in West-Afrika de Nederlandse Goudkust gesticht; het huidige Ghana. Vanuit daar werden slaven doorgevoerd naar Amerika.

Deshima was een klein kunstmatig eilandje in de haven van de Japanse stad Nagasaki. Het vormde een handelspost. Alle andere Europeanen werden verdreven door de keizer behalve Nederland, want die hadden geen probleem met het vervolgen van Katholieke Japanners.

Een stadhuis als paleis voor het volk

De welvaart nam in de gouden eeuw toe. Het stadhuis was te klein, dus er kwam een nieuwe in 1648 (na de vrede van Munster). Protestanten waren tegen dit, want die wilde een nieuwe kerktoren. Het stadhuis moest een prestigeobject worden, want Amsterdam is het centrum van de wereld. Ook moest het een monument zijn van vrede. De gedachte daarachter was dat vrede kon floreren in tijden van handel. Jacob van Campen  was de bouwmeester. Hij ontwierp ook het mauritshuis.  Het stadshuis was het achtste wereldwonder. Het was een samenspel van architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst.

Het stadhuis fungeerde als kluis, gevangenis. In 1655 werd het stadhuis ingewijd. In de timpaan staat wijsheid en rechtvaardigheid in de hoeken. Het interieur is rijkelijk versierd met Bijbelse figuren, mythologie, klassieke geschiedenis wat gekoppeld is aan de planeten en de elementen. Campen geloofde dat de wereld en het universum nauw met elkaar verbonden waren.

De Burgerzaal is het middelpunt van het gebouw en van de wereld. De bezoekers zouden zich in het heelal wanen met de wereld aan hun voeten (die daar gemozaïekt ligt). Atlas die de wereldbol draagt. Boven de toegang zie de olijftak die voor de vrede staat, de adelaar heerser in de lucht, houdt de kroon boven haar hoofd. Twee leeuwen, koningen der dieren, liggen aan de voeten en stralen kracht en heerschappij uit. Zij liggen bij de stedenmaagd aan haar voeten.

De Vierschaarzaal is ook een opvallende zaal. Hier werden doodvonnissen uitgesproken. Hier waren drie beeldhouwwerken die stonden voor barmhartigheid, wijsheid en rechtvaardigheid.

Paleizen en grachtenpanden

Jacob van Campen en Pieter Post waren de rijksbouwmeesters. Zij kregen opdrachten voor de oranjes. Een opdracht daarvan was het mauritshuis. Zij waren beïnvloed door de architect Palladio. Ze kozen voor een Nederlands classicistisch ontwerp.  Het huis was vierkant met harmonieuze proporties, met een symmetrie (binnen en buiten). De muren zijn van baksteen, versierd met zandstenen.

Amsterdam fungeerde als stapelmarkt. Het inwonersaantal steeg snel. In 1610 besloot het stadsbestuur tot uitbreiding van de stad om de groeiende elite onderdak te verschaffen langs de grachtengordel.  De economische kloof tussen arm en rijk werd steeds groter. Iedereen had een kostbaar interieur. De welvaart stimuleerde de productie van steeds verfijnder meubilair en huishoudelijke artikelen.

Amsterdam bestond voornamelijk uit huizen en niet uit imposante paleizen. De huizen waren geïnspireerd door de daar voorgebouwde huizen aan het Lange Voorhout in Den Haag. Het grachtenweb bepaald nog steeds de uiterlijke vorm van de hoofdstad. Veel rijke kooplieden hadden een buitenhuis aan de Vecht, want het stonk in Amsterdam in de zomer, want er was geen riolering.  Veel gebouwen waren versierd met trap-, hals-, klok- en andere siergevels.

Buitenlandse invloeden in dans en toneel

De stadhouders hadden nauwelijks iets gedaan aan de kunsten. Willem III was de machtigste stadhouder.  Hij had een grote hofhouding. Hij organiseerde muziekuitvoeringen zoals Lodewijk XIII ook deed. De titels van de Nederlandse Balletten uit deze periode laten over het kluchtige en realistische karakter ervan weinig te raden (Spanjaerd, twee gauwdieven, juffrenballet, naaklopersballet). Maar er waren ook deftige, allegorische en klassieke balleten.

In Nederland kwam de franse en italiaanse opera in opkomst. Maar het was te ijdel voor de Hollanders, veel show, pracht en praal. De gegoede burgerij hield er alleen van omdat het in de mode was.  Er kwamen blijspelacteurs uit Engeland en daardoor werd de tegenstelling tussen blijspel/komedie en treurspel/tragedie groter. Bij tragedie waren de regels strenger (eisen van Aristoteles). Jan Vos deed die niet en maakte kassuccessen, waarbij alles kon en mocht. Rederijkers keken neer op de blijspelacteurs want zei kenden de klassieke regels niet.

Kluchten en blijspelen van Bredero.

G.A. Bredero werd geboren in Amsterdam. Hij schreef veel stukken over de stad. Dit deed hij in de Amsterdamse volkstaal. Zijn stukken gingen over allerdaagse dingen. Hij schreef Griane, de klucht van de koe, moortje en de Spaanschen Brabander.

De Spaanschen Brabander is een komische zedenspiegel. Jerolimo Rodrigo (doet alsof die prins is) is een spaanse Brabander die het leven in Antwerpen beschrijft. Hij ontmoet Robbeknol, een bedelaar, die geen werk heeft. Jerolimo neemt hem in dienst, maar Jerolimo heeft zelf geen cent. Robbeknol deelt de buit van het bedelen met Jerolimo. Bedelen wordt verboden. Jerolimo slaat op de vlucht voor schuldeisers. Bredero wilde laten zien dat mensen zichzelf alles wijsmaken. Het motto van bredero is ‘al sietmen de luy men kentse niet’ er dik bovenop.

Delfts Blauw

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Delfts Blauw

Delfts blauw ontstond in de 17e eeuw.  Het kwam al voor in Spanje en Italië. Vlaamse pottenbakkers gingen het namaken. Na de val van Antwerpen kwamen zij naar Nederland. De werkplaatsen waren makkelijk te vinden omdat vele bierbrouwerijen failliet waren gegaan.

Nederland maakte kennis met het porselein uit China. Alleen rijke konden het permitteren. Pottenbakkers gingen het porselein imiteren. Porselein is niet verkrijgbaar in Nederland. Het Delfste aardewerk was rood, wat verwerkt werd met een wit tinglazuur. Door mergel werd het aardewerk dunner en faience genoemd. Vervolgens werd het aardewerk beschilderd en opnieuw gebakken.

De producten in delfsblauw werden steeds beter in de zeventiende eeuw. De producten werden een ware rage. Bijbelse scènes waren in trek. Het porselein werd geëxporteerd naar Spanje en Portugal en het lukt pas in de 18e eeuw om echt porselein te produceren. In 1708 kwam de eerste porseleinfabriek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.