Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Rome

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2037 woorden
  • 21 september 2003
  • 45 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
45 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Blz 176 - Koningstijd = 753-509 v. Chr. - 1e Koning = Romulus à de legendarische stichterà Startpunt Rome = 753 v.Chr - 2e koning = Numaà heeft veel gedaan op het gebied van het ebstuur en de religie van de nieuwe stad - Laatste 3 koningen waren Etrusken - In de 6e eeuw behoorde Roe tot het Etruskische machtsgebiedà Etrusken waren de machtigste volk in Italiëà Onder Etruskische overheersing groeide Rome uit tot een echte stad - Vele archeologische vondsten , met name fresco’s, keramiek, bronzen kunstvoorwerpen en goudens sieraden getuigen van een hoogontwikkelde cultuur. Blz 177 - 1e fase van de republiek: ca. 500-270 v Chr. à tegen 500 slaagden de Romeinen erin de laatste koning, een wrede tiran, te verdrijven en zich van het Etruskische juk te bevrijden. - Belangrijkste functie van de koning werd overgenomen door 2 consuls + de grootse politieke macht kwam in handen van ‘’de Raad van Ouden’’ = hoofden van aanzienlijke families. - In de jonge Romeinse republiek waren er 2 standen: de Patriciërs en de Plebejers. - Patriciërs : hadden grondbezit, bestuur en rechtspraak - Plebejers : hadden nauwelijks rechtspraak - à zorgde voor tweestrijd want er was ongelijkheid - Rijke plebejers eisten invloed in het bestuur van de staat en arme pPlebejers wilden einde van armoede die in veel gevallen tot schuldslavernij leidde. - In loop van tijd werd er bij sommige eisen toegegeven zoals: ü In 494 v Chr. werd om het volk te beschermen het instituut van volkstribunen ingesteld: speciale functionarissen die het recht van veto hadden over maatregelen van de consuls en andere magistraten. ü In 450 v Chr. à bestaande gewoonterecht vastgelegd in ‘’wetten van de twaalf tafelen’’: hiermee werd de willekeur van patricische rechters gestopt. ü In 367 v Chr.à 1 van beide consuls moest plebejer zijn ü In 287 v Chr.à Lex Hortensia= einde aan de standenstrijd: besluiten van de vergadering van de plebejers kregen kracht van wet en werden bindend voor het hele volk . - Senaat had echte m8 in handen, eigenlijk was het een adviesorgaan, maar had enorme gezagà het waren immers hoofden van aanzienlijke families - Patroni: senatoren - Clientes: het volk - Clientes kregen materiele steun van patroni maar waren in ruil daarvoor verplicht om op ‘m te stemmen - Nieuwe bestuurlijke elite: de nobiles = aanzienlijken, de consuls hoorden hierbij (uit oude patricische en plebejische families) Blz 178
Ambten: § Quaestoren: beheer van de staatsfinanciën § Aedilen: politie en brandweer, toezicht op de markt en korenvoorziening, organisatie van spelen § Praetoren: rechtspraak; bestuur van provincies (als propraetoren) § Consuls: opperbevel over het leger; openbare orde; algemeen bestuur; bestuur van provincies (als proconsuls) § Censoren: volkstelling en indeling van vermogenklassen; aanvulling van de senaat tot 300 leden; aanbesteding van openbare bouwprojecten * Volkstribunen: burgers beschermen en hun belangen behartigen; zij bezaten vetorecht over voorstellen van andere magistraten. - In 386 v Chr. Werd Rome verwoest door een inval van Gallische stammen - Ook Etrusken deden pogingen de Romeinse kracht te breken - Rond 270 waren er nog 2 grootmachten over het westelijk Middellandse- Zeegebied: Rome en Carthago, de rijke en machtige handelsstad aan de kust van Noord-Afrika. Blz 179 - Rome en Carthago hebben 3 oorlogen tegen elkaar gevoerdà Punische oorlogen: 264- 241, 218-201, 149 – 146 - Carthagers (Puniërs) verloren de 1e oorlog. Ze moesten Sicilië aan Rome geven - Rome kreeg Scandinavië en Corsica ook in handen - Carthagers veroverden grote delen van Spanje: zilvermijnen leverden veel rijkdom en bevolking - Drijvende kr8 was de leider uit de 1e Punische Oorlog: Hamicar Barcas; later zette zijn zoon Hannibal het werk voort. - In 218à 2e Punische Oorlog: gevaarlijkste oorlog die de Romeinen ooit hebben gevoerd, Carthagers en hun leider Hannibal waren eerst aan de winnende kant maar Rome veroverde Spanje - De zeeën rond Italië waren in handen van Rome, zo kon Hannibal (dus de carthagers) zich niet meer goed bevoorraden. - Toen Carthago verloor moest ze buitengewesten geven, haar oorlogsvloot aan de Romeinen geven en een grote schatting betalen. - Rome was nu baas Over het geheel Middellandse-Zeegebied - 2e Punische Oorlog gevaarlijkste oorlog van Rome ooit. Blz 180 - Oorzaak 3e Punische Oorlog: angst voor Carthago - 3e Punische Oorlog: belegering van Carthago, leider brak het verzet, stad werd verwoestà 50.00 overlevenden werden als slaven verkocht en het grondgebied werd een provincie van het Romeinse Rijk - 215: militaire confrontatie tussen Rome en de Hellenistische wereld àMacedonische koning ging coalitie aan met Hannibal. - Resultaat van 4 oorlogen was dat heel Macedonië en Griekenland bij het Romeinse rijk waren ingelijfdà door dit kwamen de Romeinen steeds meer in aanraking met het Griekse cultuur. Blz 181 - Crisis en burgeroorlog: 133-131 v Chr. - Voor de oorlog met Hannibal bestond de Romeinse maatschappij voornamelijk uit zelfstandige boeren die voor eigen gebruik produceerden en slechts weinig op de markt brachten. Na de oorlog was dit dramatisch veranderdà veel boeren dood, anderen landerijen verwoest door Hannibal; zij zochten toevlucht binnen de muren van Rome. De verlaten boerderijen kwamen in de handen van rijke senatoren en equites= ridders - Zo werden de kleine boeren verdrongen toto grootgrondbezitters: bewerkten hun land met slaven die door de buitenlandse oorlogen steeds meer werden. - Hervormingen: gebroeders Tiberius en Gaiusà optreden in 133-121: zij wilden het grootgrondbezit beperken en het vrijkomende land verdelen onder de bezitloze proletariërs. Grote deel van senatoren waren hier niet mee eens > deze rijken voelden zich bedreigd in hun materiele bezit, en ook aantasting van de macht van de senaat ten gunste volksvergadering. Beide broeders werden door hun tegenstanders vermoord. - In de politiek 2 stromen tegenover elkaar: de populares en de optimates - De populares: traden in de voetsporen van de gebroeders Gracchen. Omdat zij in de senaat een minderheid vormden, wendden zij zich met hun voorstellen rechtstreeks tot de volksvergadering - De optimates werkten via de senaatà senaat en volksvergadering regelmatig in conflict - De popularis Marius nam tegen betaling proletariërs op in de legioen, de loyaliteit van de soldaten ging op de 1e plaats naar de generaals en niet naar de senaat. - In 49: een nieuwe burgeroorlog, machtsstrijd tussen Caesar en Pompeius. Senaat koos voor Pompeius en Caesar behoorde tot de populares.à Strijd eindigde met de nederlaag en dood van Pompeius: zware slag voor republiek. Senaat wilde republiek en Caesar wilde een alleenheerser worden. In 44 v Chr. werd Caesar door een groep senatoren vermoord. Blz 182 - Moord op Caesar leidde niet tot het gewenste resultaat (herstel van de Republiek en de m8 van de senaat): Volk van Rome en Italië stond achter Caesar. Leidende figuren in de Caesar-partij waren: Marcus Antonius(consul en naaste medewerker) en de achterneef van Caesar C. Octavianus. Samen met generaal Lepidus vormden zij in 43 een 3manschap. - 3manschap kreeg volmachten, tegenstander werden gedood om wraak en geld - In 42 werd Caesar door een speciale wet tot god verhevene - Antonius en Octavianus versloegen de moordenaars van Caesar en zetten Lepidus buitenspel à ze besloten tot een verdeling te komen van het werkterrein - Afstand tussen Antonius en Octavianus werd steeds groter: Antonius trouwde met de Egyptische koningin Cleopatra terwijl hij getrouwd was met de zus van Octavianus. - Antonius liet zich in 32 scheiden van Octavia, dit was de breuk en leidde tot een oorlogà in 31 werden Antonius en Cleopatra verslagen, beiden zelfmoord gepleegd - Octavianus was alleenherser, einde Republiek
Blz 183 - Augustus 1e keizer van het Romeinse Rijk (27 v. Chr-14 na Chr) - Augustus(Octavianus) had de steun van zijn leger nodig om zijn positie te kunnen behoudenàbracht een programma van vrede en herstel - In 27 voor Chr. kreeg Octavianus van de senaat de titel Augustus (verhevene): zijn bevoegdheden werden nu meer officieel vastgelegd en door de senaat bekrachtigd. - Belangrijkste functies in de handen van Augustus en de mensen die zijn beleid steunden - Augustus streefde naar rust en voorspoed in de provincies en vrede aan de grenzen - Augustus stierf in 14 na Chr. : alleenheerschappij was stevig gegrondvest - Augustus verrees een groot aantal tempels+ kunst en cultuur beleefden een ongekende bloei+ architectuur en beeldhouwkunst kwam duidelijk naar voren(beiden vervulden een belangrijke functie in de propaganda van de m8hebbers) Opvolgers van Augustus 1. Augustus had geen zoon: stiefzoon Tiberius nam zijn plaats in ( 14-37)à hij was een bekwaam bestuurder, wel gespannen verhoudingen met de senaat. 2. Tiberius werd opgevolgd door zijn achterneef Caligula (37-41)à hij zag zichzelf als een god. Niemand was zijn leven zekerà hij werd tenslotte gedood door een groep samenzweerders. 3. Caligula werd opgevolgd door zijn oom Claudius (41-54)à hij was niet 100% en daarom niet met belangrijke functies belast. Wel besteedde hij veel aand8 aan de organisatie en het bestuur van de provincies. Hij had ook slechte verhouding met de senaat. Senatoren vonden dat hij te veel onder invloed stond van zijn persoonlijke adviseurs(vrijgelaten slaven). Hij liet zijn vrouw veroordelen op dringend advies van 1 van zijn adviseurs. Zij had een verhouding met een jonge aristocraat en werd ervan verd8 om samen met hem de keizer te vermoorden en zelf de m8 te grijpenà Claudius trouwde met zijn nicht Agrippina, die al een zoon had: Nero. Agrippina overtuige Claudius ervan zijn stiefzoon te adopteren, na dit gedaan te hebben heeft Agrippina Claudius vergiftigd. 4. Nero(54-68) 16 jaar toen hij keizer werd. 1e 5 jaar werd zijn bewind uitgeoefend door zijn adviseurs. Agrippina wilde ook veel invloed uitoefenen, hoer waren Nero en zijn adviseurs het niet mee eens. Kloof tussen moeder en Nero werd dieper en hij liet haar in 59 vermoorden. In 64 werd Rome getroffen door een enorme brand, groot deel van de stad verwoest à nero liet daar een heel groot paleis met tuinen aanleggen dus meeste mensen d8en dat hij die brand had gestoken.nero steeds meer gehaat vanwege zijn tirannieke optreden. In 68 kwamen legers in opstand. Ook keizerlijke garde keerde zich tegen Nero. Zij wilden dat de gouverneur Galba de nieuwe keizer zou worden
Vierkeizerjaar 68-69
5. Galba(69-69): m8 van keizer afhankelijk van legers. Galba aan de m8 door steun van de keizerlijke garde , de Praetorianen.à m8strijd waarin legioenen en de provincies een rol in speelden. Succes voor Otho, die de praetorianen voor zich wist te winnen en liet Galba doden.à legioenen in Germanie hadden Vitellius tot keizer uitgeroepen. Otho verslagen en pleegde zelfmoord. Nog geen rust: troepen in oosten besloten dat hun generaal keizer moest worden: Vespasianus
6. Flavische dynastie:69-98
7. Vespasianus(69-79)à voerde sober en doelmatig beleid. Toen hij stierf: rust in het rijk en financiën waren op orde, hij liet ook Colosseum bouwenà hij werd opgevolgd door zijn zonen Titus (79-81) en Domitianus(81-96). Domitianus had dictatoriale neigingen: hij liet geen ruimte voor de senaat, veel processen wegens majesteitsschennis en bijbehorende terdoodveroordelingen.à hij werd vermoord door samenzweerders o.l van zijn vrouw en 2 officieren van de keizerlijke garde. Als opvolger wees de senaat de bejaarde senator Nerva In de 2e eeuw opvolging via adoptieà Adoptiekeizers
8. Nerva(96-98): hij adopteerde een ervaren militair als zoon: iemand die de praetorianen in bedwang kon houden: Trajanus(98-117)à energiek bestuurder en Romeinse rijk was het grootst onder zijn bewind

9. Trajanus’ opvolgers waren: ü Hadrianus (117-138) ü Antonius Pius(138-161) ü Marcus Aurelius (161-180) - Marcus Aurelius brak adoptieopvolging en wees zijn zoon Commodus (180-192) als zijn opvolgerà Commodus was een zeer slechte keizer en werd in 192 vermoord. Moeilijke periode breekt aan voor het Romeinse rijk De late keizertijd - Machtsstrijd na de moord op Commodus werd gewonnen door Septimius Severus. Severi slaagde erin om rust in het rijk te behouden ondanks de toenemende druk op de grenzen.à na t uitsterven van de dynastie in 235 ging het mis: aan alle grenzen oorlog, economie ging achteruit en er was geen erkende machthebber. - Diocletianus(284-305) slaagde erin de m8 stevig in handen te krijgenà jok voerde bestuurlijke en economische hervormingen: Romeinse Rijk gesplitst in westelijk en oostelijk deel. 4e en 5e eeuw - Deling van Diocletianus hield geen stand. In het 4e eeuw riepen de troepen Constantinus tot keizer uit; na 2 overwinningen op zijn rivalen veroverde hij alleenheerschappij over het gehele rijk.à hij werd Constatijn de Grote (306-337): werd vooral bekend om zijn bekering tot het christendom. In 380 werd het christendom zelfs staatsgodsdienst; alle andere religie werden verboden
Volgende anderhalf eeuw: Oost en West raken gescheiden + meer aanhang christendom. Omstreeks 400 definitieve splitsing van het rijk. Romeinen konden de Germanen niet meer tegenhouden. West-Romeinse keizers beheersten nog Italie en omliggende eilanden. In 476 laatste Romeinse keizer afgezet. West-Romeinse rijk werd een einde door de Germaanse generaal die zich tot koning verhief. Oost- Romeinse Rijk in 1453 door Turken ingenomen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.