Blz 176
- Koningstijd = 753-509 v. Chr. - 1e Koning = Romulus à de legendarische stichterà Startpunt Rome = 753 v.Chr - 2e koning = Numaà heeft veel gedaan op het gebied van het ebstuur en de religie van de nieuwe stad - Laatste 3 koningen waren Etrusken - In de 6e eeuw behoorde Roe tot het Etruskische machtsgebiedà Etrusken waren de machtigste volk in Italiëà Onder Etruskische overheersing groeide Rome uit tot een echte stad - Vele archeologische vondsten , met name fresco’s, keramiek, bronzen kunstvoorwerpen en goudens sieraden getuigen van een hoogontwikkelde cultuur.
Blz 177
- 1e fase van de republiek: ca. 500-270 v Chr. à tegen 500 slaagden de Romeinen erin de laatste koning, een wrede tiran, te verdrijven en zich van het Etruskische juk te bevrijden. - Belangrijkste functie van de koning werd overgenomen door 2 consuls + de grootse politieke macht kwam in handen van ‘’de Raad van Ouden’’ = hoofden van aanzienlijke families.
- In de jonge Romeinse republiek waren er 2 standen: de Patriciërs en de Plebejers. - Patriciërs : hadden grondbezit, bestuur en rechtspraak - Plebejers : hadden nauwelijks rechtspraak - à zorgde voor tweestrijd want er was ongelijkheid - Rijke plebejers eisten invloed in het bestuur van de staat en arme pPlebejers wilden einde van armoede die in veel gevallen tot schuldslavernij leidde. - In loop van tijd werd er bij sommige eisen toegegeven zoals: ü In 494 v Chr. werd om het volk te beschermen het instituut van volkstribunen ingesteld: speciale functionarissen die het recht van veto hadden over maatregelen van de consuls en andere magistraten. ü In 450 v Chr. à bestaande gewoonterecht vastgelegd in ‘’wetten van de twaalf tafelen’’: hiermee werd de willekeur van patricische rechters gestopt. ü In 367 v Chr.à 1 van beide consuls moest plebejer zijn ü In 287 v Chr.à Lex Hortensia= einde aan de standenstrijd: besluiten van de vergadering van de plebejers kregen kracht van wet en werden bindend voor het hele volk . - Senaat had echte m8 in handen, eigenlijk was het een adviesorgaan, maar had enorme gezagà het waren immers hoofden van aanzienlijke families - Patroni: senatoren - Clientes: het volk - Clientes kregen materiele steun van patroni maar waren in ruil daarvoor verplicht om op ‘m te stemmen - Nieuwe bestuurlijke elite: de nobiles = aanzienlijken, de consuls hoorden hierbij (uit oude patricische en plebejische families) Blz 178
Ambten:
§ Quaestoren: beheer van de staatsfinanciën § Aedilen: politie en brandweer, toezicht op de markt en korenvoorziening, organisatie van spelen § Praetoren: rechtspraak; bestuur van provincies (als propraetoren) § Consuls: opperbevel over het leger; openbare orde; algemeen bestuur; bestuur van provincies (als proconsuls) § Censoren: volkstelling en indeling van vermogenklassen; aanvulling van de senaat tot 300 leden; aanbesteding van openbare bouwprojecten
* Volkstribunen: burgers beschermen en hun belangen behartigen; zij bezaten vetorecht over voorstellen van andere magistraten.
- In 386 v Chr. Werd Rome verwoest door een inval van Gallische stammen - Ook Etrusken deden pogingen de Romeinse kracht te breken - Rond 270 waren er nog 2 grootmachten over het westelijk Middellandse- Zeegebied: Rome en Carthago, de rijke en machtige handelsstad aan de kust van Noord-Afrika.
Blz 179
- Rome en Carthago hebben 3 oorlogen tegen elkaar gevoerdà Punische oorlogen: 264- 241, 218-201, 149 – 146 - Carthagers (Puniërs) verloren de 1e oorlog. Ze moesten Sicilië aan Rome geven - Rome kreeg Scandinavië en Corsica ook in handen - Carthagers veroverden grote delen van Spanje: zilvermijnen leverden veel rijkdom en bevolking - Drijvende kr8 was de leider uit de 1e Punische Oorlog: Hamicar Barcas; later zette zijn zoon Hannibal het werk voort.
- In 218à 2e Punische Oorlog: gevaarlijkste oorlog die de Romeinen ooit hebben gevoerd, Carthagers en hun leider Hannibal waren eerst aan de winnende kant maar Rome veroverde Spanje - De zeeën rond Italië waren in handen van Rome, zo kon Hannibal (dus de carthagers) zich niet meer goed bevoorraden. - Toen Carthago verloor moest ze buitengewesten geven, haar oorlogsvloot aan de Romeinen geven en een grote schatting betalen. - Rome was nu baas Over het geheel Middellandse-Zeegebied - 2e Punische Oorlog gevaarlijkste oorlog van Rome ooit.
Blz 180
- Oorzaak 3e Punische Oorlog: angst voor Carthago - 3e Punische Oorlog: belegering van Carthago, leider brak het verzet, stad werd verwoestà 50.00 overlevenden werden als slaven verkocht en het grondgebied werd een provincie van het Romeinse Rijk
- 215: militaire confrontatie tussen Rome en de Hellenistische wereld àMacedonische koning ging coalitie aan met Hannibal. - Resultaat van 4 oorlogen was dat heel Macedonië en Griekenland bij het Romeinse rijk waren ingelijfdà door dit kwamen de Romeinen steeds meer in aanraking met het Griekse cultuur.
Blz 181
- Crisis en burgeroorlog: 133-131 v Chr. - Voor de oorlog met Hannibal bestond de Romeinse maatschappij voornamelijk uit zelfstandige boeren die voor eigen gebruik produceerden en slechts weinig op de markt brachten. Na de oorlog was dit dramatisch veranderdà veel boeren dood, anderen landerijen verwoest door Hannibal; zij zochten toevlucht binnen de muren van Rome. De verlaten boerderijen kwamen in de handen van rijke senatoren en equites= ridders - Zo werden de kleine boeren verdrongen toto grootgrondbezitters: bewerkten hun land met slaven die door de buitenlandse oorlogen steeds meer werden.
- Hervormingen: gebroeders Tiberius en Gaiusà optreden in 133-121: zij wilden het grootgrondbezit beperken en het vrijkomende land verdelen onder de bezitloze proletariërs. Grote deel van senatoren waren hier niet mee eens > deze rijken voelden zich bedreigd in hun materiele bezit, en ook aantasting van de macht van de senaat ten gunste volksvergadering. Beide broeders werden door hun tegenstanders vermoord. - In de politiek 2 stromen tegenover elkaar: de populares en de optimates - De populares: traden in de voetsporen van de gebroeders Gracchen. Omdat zij in de senaat een minderheid vormden, wendden zij zich met hun voorstellen rechtstreeks tot de volksvergadering - De optimates werkten via de senaatà senaat en volksvergadering regelmatig in conflict - De popularis Marius nam tegen betaling proletariërs op in de legioen, de loyaliteit van de soldaten ging op de 1e plaats naar de generaals en niet naar de senaat.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden