Paleis op de dam

In 1648 werd begonnen met de bouw van het stadhuis. Hij werd om 3 redenen gebouwd: Ze hadden een groter stadhuis nodig, hij moest aanzien opleveren en de oude was verouderd. Bovendien moest hij rijkdom en aanzien uitstralen. Dit probeerden ze te bereiken door het groots te laten zijn en op oude voorbeelden terug te laten grijpen. Amsterdam werd bestuurd met als voorbeeld het oude Rome. Dit was omdat ze dachten dat het grote welvaart zou brengen. |Verschillende ontwerpers hadden ontwerpen gemaakt maar gekozen werd voor Van Campen. Hij werd uitgekozen omdat hij het mooiste ontwerp had en omdat hij uit een Amsterdamse Patriciërs familie kwam. Tijdgenoten stonden verbaasd over het paleis. Functie van een Griekse tempel: plek voor godenbeelden. In de tempel mochten maar weinig mensen komen, daarom stond het altaar buiten. Een tempel bestond uit: · Cella met portaal ( ruimte voor de beelden) · Zuilengalerij ( peristylium) · Afsluiting galerij met architraaf. Er waren drie orden in de Griekse bouwkunst: · Dorisch, 600 V. Chr. · Ionisch 570 V. Chr. · Corinthisch 420 V. Chr. In het doorlopend fries kunnen triglyphen en meteopen voorkomen. Triglyph is soort zuiltjes patroon en in een meteoop stonden vaak afbeeldingen. Acropolis. Het acropolis werd gebouwd in 450 V. Chr. . Het had de volgende functies: · Woonhuis voor de godenbeelden · Herinneren aan de Griekse overwinning op de perzen · Grootheid van Athene uitstralen. Acropolis bestaat uit: 1. Nike-tempeltje, gewijd aan Athena-nike, overwinning

2. propylaeen, voorpoorten
3. Erechtheien. Gewijd aan Athena-parthenos. Parthenon, meteopen met afbeeldignen van de strijd tussen de grieken en perzen
Erechtheion, ruimtes voor poseidon en Athena, Zes zuilen in de vorm van vrouwen. De tempels werden gebouwd ter ere aan de goden die Athene welgezind waren. Kennen: Zuil en orde, zuilengalerij, doorlopend fries, meteoop, triglief, tympanon, architraaf. De griekse beeldhouwkunst ( deze was zeer goed, verhaal pygmalion, hij werd verliefd op zijn eigen gemaakte beeld en Venus blies dit beeld leven in). 3 periodes: · Archaische 650-490 V. Christus · Klassieke 490-323 V. Christus · Hellenischtische 323-27 V. Christus. Archaische. Beelden van jongen naakte mannen ( kouroi) De eerste kouros beelden, techniek van de egyptenaren, vast schema houding en proportisch, hierdoor erg schematisch. De grieken namen dit over en voegden iets toe. Volgens hun moest het beeld eigen schoonheid bezitten. Dit probeerden ze te bereiken door Symmetrie en gestileerde vormen. Kenmerken kouroi beelden: 1. Naakt rechtopstaande mannen, kijkt recht voor zicht uit. 2. 1 been staat iets voor het andere
3. gewicht rust op beide benen
4. armen hangen naast het lichaam, vuisten gebald
5. krullende haren weergegeven als kralen
6. Expressieloze glimlach, ook wel: Archaische glimlach Klassieke periode. Problemen kouros beelden waren: stijve pose, haren en de uitdrukking van het gelaat. Overgang naar het brons, hiermee waren de beelden makkelijker te maken. Dit werd gedaan met de cire perdu methode: Kleilaag, waslaag en dan weer een kleilaag, De was stroomde er tussenweg en er werd brons in gegoten. Daarna werd de kleilaag weggehakt en het beeld was klaar. Tot de 4e eeuw voor Christus werden vrouwen niet naakt afgebeeld, hierna sommige godinnen wel. De beelden waren vaak gekleurd. De kenmerken van de beelden in de Klassieke periode waren: 1. kortgeknipte haren
2. natuurlijke pose

3. gewicht op 1 been
4. meer expressie
5. contraposta
Deze beelden waren nog steeds een geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid. Hellenistische periode. Geen idealisering van de werkelijkheid meer, maar natuurgetrouwe, realistische beelden. Hierdoor ook beelden van oude mannen en dronken vrouwen bijvoorbeeld. Receptie is het omgaan met de culturele erfenis van de klassieke oudhied. Er zijn 5 manieren om dat te doen: 1. Decoratieve en status ( elementen) 2. Estetisch ( mooi, tot in de details) 3. Morele boodschap
4. Macht uitstralen
5. Flirten met de oudheid. De goden
Namen Taak Te herkennen aan: Aphrodite/venus Liefde Duif, cupido, gans
Apollo/apollo Licht, zon, voorspelkunst, geneeskunst, muziek Pijl en boog, lier, raaf en laurierkrans
Ares/mars Oorlog Wapenuitrusting
Artemis/diare Jacht, kuisheid Pijl en boog, maantje op het haar, opgeschorte kleding, hinde
Pallas Athene/minerva Wijsheid, kennis, techniek, krijgskunst Uil, wapenuitrusting, schild met medusa kop
Bachus/dionysus Wijn, vruchtbaarheid Pantervel en wijnrank
Hades/pluto Ondewerld, dodenrijk Tweetand, hoorn des overvloeds
Hephaistus/vulcanus Smid Hamer

Hera/huno Huwelijk Pauw
Hermes/mercurius Beschermer van dieven, handel en reizigers. Begeleider van schimmen. Bode van Zeus/jupiter Muts en schoenen met vleugels. Staf met slang
Hestia/vesta Vuur, haard en huis
Poseidon/neptunus Zee Drietand en vis
Zeus/jupiter Oppergod, hemel lucht Bliksem adelaar
Demeter/ceres Landbouw korenaren
Het stadhuis van Amsterdam moest Majesteus zijn. Het diende de nieuwe verworvenheden, de rijkdom, het aanzien en de macht te weerspiegelen.