Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 6, Filosofie, religie, levensbeschouwing

Beoordeling 3.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1510 woorden
  • 27 juni 2003
  • 58 keer beoordeeld
Cijfer 3.5
58 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Schijn en Werkelijkheid
Plato (427-347) – Grot, de Idee
Wat is de ware werkelijkheid? Thales van Milete (600v) – oerstof Water
Pythagoras (530v) – getallen als basis
Heraclitus (540v) – Beweging. Panta rei (alles stroomt)- Vuur
Parmenides- Zijnde is eeuwig, onvergangkelijk, overanderlijk, onbeweeglijk, ondeelbaar
Zeno (leerling Parmenides)- Schildpad en Achilles
Dilemma: Beweeglijk of onbeweeglijk? Empedocles(480-423)-Water, aarde, lucht, vuur. Liefde en haat vermengen. Democritus(460-370)-Atomen. Sofisten – alles is relatief (arete, het goed functioneren als burger) Socrates (496v) – Algemene definities
Plato(leerling socrates)-de iedeenwereld

Aristoteles(384-322)-Potentieel zijn. Immanent (overal in aanwezig). Normen en Waarden
Ter introductie: het geluk van de wijze
Seneca (5v-65n) De Constantia Sapientis (over de standvastigheid van de wijze) Als je niets hoeft te hebben, ben je altijd gelukkig. Ethiek
Seneca – Stoa (300v) Hoe moeten wij ons gedragen om gelukkig en moreel verantwoord leven te leiden? Solidariteit met de groep
Virtus (de moed die je inzet voor de staat) Homerus en het aristocratisch heldenideaal
Deugd: krijgshaftigheid
De Atheense tragedie en de tragische held
Hybris – overmoed
Over de aard van normen en waarden: de sofisten en Socrates
De sofisten: alles is relatief. De mens is de maat van alle dingen. (Protagoras) Physis – nature
Nomos – menselijke afspraak en gewoonte
Het recht van de sterkste
Socrates: het goede kennen is het goede doen
Socratisch determinisme
Ten dood veroordeeld
Plato en de idee van het goede
Leerling socrates. Middeleeuwen, 4 kardinale deugden: Foritudo (dapperheid) temperantia (matigheid) prudentia (verstand) iustitia (rechtvaardigheid) Christelijke deugden: Fides, spes, caritas (geloof, hoop, liefde) Aristoteles en het gulden midden
Leerling plato (384-322) Elk ding zijn eigen doel, dus eigen ‘goede’. Het geluk (eudaimonia) is het algemene goede. Door te denken. Op zoek naar nieuwe zekerheden: epicureeers en stoicijnen. Alexander de Grote (336-323). Het epicurisme

Geluk is onverstoorbare evredenheid. Mensen bevrijden van angsten. Alles bestaat uit atomen, daarnaast is nix. De Stoa
Stoa Poikile, zuilengang in Athene
Ratio (rede) zorgde voor alles. Wijsheid is het hoogste goed. Apatheia (het vrij zijn van emoties) à Seneca en Marcus Aurelius
De Romeinen en de Griekse filosofie
Ciceroe, de eclecticus (106-43v) Lucretius, de epicureeer
Seneca, de stoicijn (5v-65n) Marcus Aureluis, de keizer-filosoof (121-180) Stoa
Mensen en goden
Overal goden
De Griekse godsdienst
Homerus, Odyssee – Goden zijn overal aanwezig
Achilles
Hemel (Ouranos) Aarde (Gaia) Oceaan (Okeanos
Polytheistisch (veel goden) Antropomorf (menselijke vorm) Homerus en Hesiodus (8e eeuw v.) – Goden geordend
Zeus = oppergod
De Romeinse godsdienst
Goden waren krachten. Saturnus – van het zaaien
Terra mater – borg zaad in aarde
Mars – liet zaad kiemen
Ceres – groei
Jupiter – licht

Robigo – bescherming tegen ziektes
Consus – opslaan graan in schuren
Lares en Penates – beschermden huis en familie à ook antropomorf door overname van Grieken
Do ut des – principe (goede handelingen en offers, gunsten terug) Keizercultus
Nieuwe godsdiensten uit het oosten
Isis, Osiris, Mithras (niet zo zakelijk) Christendom (1e eeuw) – wilde geen keizer eren
378 Christendom staatsgodsdienst
De goden ter discussie: het filosofiesch denken over godsdienst. Ter introductie: het belangrijkste onderwerp. Cicero (45v), De natura deorum (over de aard der goden). De zienswijzen van verschillende wijsgerige richtingen. Niet zijn goden er? Maar in hoeverre boemoeien de goden zich met de mensen? De Griekse natuurfilosofen
Thales, 1e filosoof (600v), oerstof water. Xenophanes(6e eeuw v) – één god
Anaxagoras – verbannen omdat de zon geen god zou zijn

De sofisten en Socrates
Protagoras, Gorgias – Sceptisch over bestaan goden
Daimonion (innerlijke stem die Socrates door t leven leidde) Plato
Timaeus – is het niet waard om over goden te spreken
Demiourgos (goddelijke Handwerksman), maakte de wereld aan hand van ideenwereld. Aristoteles
Voor hem was alle bweging en verandering in de kosmos een overgang van potentieel zijn naar actueel zijn, van mogelijkheid naar werkelijkheid. De eerste oorzaak is een onbewogen beweger. Parmenides’ zijnde, goede idee van Plato – onbewogen, oververanderlijk, onvergankelijk, een, volmaakt, onlichamelijk. Geestelijk (Nous = Geest). Maakt vaste cirkelbeweging (sterren). Het Hellenisme: epicureeers en stoicijnen
Epicureeers
Geluk en gemoedrust van aanhangers waarborgen. Goden zijn atomen, boemoeien zich niet met mensen. Stoicijnen
Alles in de kosmos bestuurd door een god (Ratio = verstand). Menselijke ratio, vonkje goddelijkheid. Pantheisme (de god is immanet, in alles aanwezig) Alles werkt volgens de ratio en is dus goed
Overal goden? Alleen intelectuele laag kon was wel eens atheist. Atheisme
Diagoras. De Griekse en Romeinse goden: functies, attributen en stamboom. Zeus / Juppiter: oppergod, koning van mens en god, beschermer van recht en orde, ook god van de lucht en het weer een had dus ook de macht over de wind, de regen en de donder, met adelaar als lievelingsdier. Vaak afgebeeld met een bliksemschicht in zijn hand
Hera / Juno: zus en vrouw van Zeus / Juppiter. Godin van het huwelijk. Vaak afgebeeld met een staf. De pauw was aan haar gewijd

Poseidon / Neptunus: broer van Zeus/ Juppiter, god van de zee. Door de Grieken ook beschouwd als de god van de aardbevingen. Vaak afgebeeld met zijn drietand. Het paard was aan hem gewijd
Hades / Pluto: hadeskap, hoorn des overvloeds, heerser van de onderwereld of Hades woont daar met Persephone of Proserpina, de dochter van Demeter / Ceres
Demeter / Ceres: godin van de landbouw, de oogst en het graan. Korenaar is dan ook haar teken
Aphrodite / Venus: godin van de liefde en de schoonheid, de duif was aan haar gewijd. Venus was de moeder van Aeneas
Eros / Cupido / Amor: god van de liefde, zoon van Aphrodite / Venus
Ares/ Mars: God van de oorlog door Grieken bijna niet vereerd, maar door Romeinen wel omdat hij als de vader van Romelus en Remus geldt. Vaak afgebeeld in volle wapenuitrusting
Pallas Athena / Minerva: veel functies: godin van de kunstenaars, handwerklieden, wijsheid en kennis. In oorlogstijd ook godin van de oorlog. Uil was haar dier
Apollo / Apollo: veelzijdigste god: god van de geneeskunde, de voorstellingskunst, de muziek en het licht
Artemis / Diana: tweelingzus van Apollo. Godin van de natuur en de jacht. Hephaestus / Vulcanus: smid van de goden, beschermer van het smidsevuur
Hermes/ Mercurius: boodschapper van de goden en god van de handel en de dieven herkenbaar aan zijn staf en vleugelschoenen
Dionysus / Bacchus: god van de wijn
Hestia/ Vesta: godin van de huiselijke haard. Leven en dood. Voor de rechters van de onderwereld: het slot van Plato’s Gorgias

Onrecht doen is erger dan onrecht lijden. Dood = scheiding lichaam en ziel. Rechter in het dodenrijk (de Tartarus) De mythologie: misdaad en straf
Homerus – schimmen in dodenrijk, hebben nix. Elysische velden – eeuwige gelukzaligheid
Tantalus, eeuwige dorst en honger. Sisyphus, rotsblok tegen berg. Plato – dood is scheiding lichaam en ziel. De filosofie: lichaam en ziel. Orfisme – reincarnatie
Doel: bevrijd worden van verdere incarnatie en eeuwig in een hiernamaals vertoeven. Bepaalde regels en rituelen
ook bij Pythagoras à De weg van de filosoof, zo lang denken totdat je bijna goddelijk bent. Het lichamelijke loslaten. Epicurus en Democritus – Ziel ook atomen. Bij dood valt het gewoon uiteen. Burger en staat
Athene: de leerschool van de democratie
431 Peloponnesische Oorlog (Sparta en Athene) Thucydides, grafrede Pericles – lofzang Athene
Directe democratie: Volksvergadering (alleen mannen) Monarchi, oligarchie of democratie: wat is de beste staatsvorm? Oligarchen (een kleine groep machthebbers) Herodotus – monarchie
De gemengde constitutie
Herodotus: Monarchie – wrede dictatuur
Democratie – willekeur van bandeloze volksvergadering
Oligarchie – onderlinge strijd
Zo ook Plato en Aristoteles. Cicero (106-43) – De republica – mengconstitutie
Aristocratie – de senaat

Democratie – volksvergadering
Conculs – monarchie/ oligarchie
De ideale staat
Plato: de filosofen aan de macht. Delen van de ziel Standen in de staat Specifieke deugden Algemene deugd
Begeerten Boeren en handwerkslieden Zelfbeheersing Rechtvaardigheid.Zorgt voor juiste verhouding
Temperament Wachters Dapperheid
Verstand Bestuurders wijsheid
Aristoteles: de mens is een sociaal wezen (zoon politikon) Ieder op zichzelf. Maar wel ingrijpen staat bij te veel (kinderen). Opvoeding door de staat (ook Plato). Mentaliteit burgers van belang. Polis (vrije stadstaat) dus niet. Maximum van mensen in stad. Afstand en betrokkenheid
Keizertijd (Hellenisme). Epicurus
Leef in het verborgene (afzijdig van politiek), dat is bedreiging gemoedsrust. De Stoa
Oikeiosis (verwant), mens heeft instinct te zorgen voor anderen. Christenen in het Romeinse rijk

Christenen geen keizerverering
313 Constantijn Christerijk
378 Christendom staatsgodsdienst
Mannen en vrouwen
Introductie
Vriendschap van nature
Polis (de staat). Een gecompliceerd onderwerp
Aristoteles: Man en vrouw in vriendschap, nut en genot. Taken verdeeld vanwege capaciteiten. Het klassieke Griekenland
Een mannenmaatschappij
Capaciteit man: leiding geven (aan vrouw) Respect. Xenophon (430-354) – vrouw zorgt voor binnen. Politiek Rechtspraak Economie – vrouw nix te zeggen
Prive-sfeer – wel
Voortbrengen en verzorgen kinderen + huishouden
Sophrosyne (ingetogen gedrag, zonder op te vallen) Een dubbele moraal
Hetaere (vriendin) luxe prostituee (courtisane) Overspel met vrije atheense vrouw = strafbaar. Pederastie (knapenliefde) De Hellenistische tijd: vrouwen in het openbare leven

Vrouwen – weldaden
De Romeinse wereld
De Romeinse matrona
Patria potestas, macht van het gezinshoofd (pater familias) Deugden: liefde man, kinderen, innemend voorkomen, Domum servavit, lanam fecit (ze paste op het huis en ze maakte wol
Matrona- diners, theater, winkelen en vriendinnen. (wel rijk) Matronae in actie
195 tegen Lex Oppia (vrouwen mogen nie meer bezitten dan bep. Hoeveelh) 42 – vrouwen kosten leveren burgeroorlog
Lofrede op een Romeinse vrouw
Deugden: moedig, zelfverzekerd. Keizerinnen
Invloed op man. Conclusie:constanten en variaties
Vrouw=binnen
Sexueel-dubbel moraal. Meesters en slaven
Patronus – cliens
Libertus – vrijgelaten slaaf
Filosofen over slavernij
Plato+Aristoteles – vanzelfsprekend
Stoa – mensen gelijke in geest
Seneca – mensen gelijk
Lactantius (christelijk)- iedereen is gewoon gelijk en moet zo ook worden behandeld

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.