Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 3078 woorden
  • 4 november 2006
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 7
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Receptie is het hergebruik van de klassieken. De simpelste manier is al het lezen van een tekst. Je krijgt hierdoor een bepaald beeld van de Oudheid en een gevoel. Als iemand zijn reactie op die klassieke tekst omzet tot een product (tekening, gedicht of dans) dan spreken we van creatieve receptie. Onder receptie verstaan we dus alle manieren waarop men in latere tijd met het klassieke culturele erfgoed omgaan. Receptie in de schilderkunst
Het verhaal van Paris is sinds de Renaissance zeer geliefd bij schilders. Renaissance (1400-1525) Omstreeks 1400 kwam er in Italië een vernieuwde belangstelling voor de klassieke kunst uit de Oudheid. Deze periode wordt de Renaissance genoemd, wedergeboorte van de klassieke Oudheid. Tot 1400 was de kerk erg belangrijk voor de mensen, ook de kunst stond in het teken van het geloof. Er werden alleen christelijke onderwerpen gekozen en de schilders zelf bleven anoniem. Onderlinge verhoudingen werden verwaarloosd, een heilige werd groter afgebeeld dan de mensen om hem heen. In de Renaissance nam de invloed van de kerk af, nu kwam de mens zelf centraal te staan. Deze kunststroming begon in Italië omdat daar nog veel resten uit de klassieke oudheid te zien waren. Schilders uit het noorden van Europa trokken over de Alpen en keken naar de schilderkunsten uit Italië. Terug in eigen land werden de ideeën doorgegeven. De Italiaanse schilders hadden hierin dus een voorbeeldfunctie. Twee belangrijke schilders waren Rafael en Michelangelo. Marcantonio Raimondi, gravure naar Rafael

In dit schilderij staan de drie godinnen: rechts is Minerva (helm) die haar kleren aantrekt omdat Paris voor Venus heeft gekozen. Venus krijgt de gouden appel van Paris. Venus is herkenbaar aan het cupidootje. Achter haar zie je Juno (pauw). Venus wordt bekroond met een laurierkrans door Niké. Op dit schilderij zie je veel kenmerken van de Renaissance: - lichamen zijn met de juiste proporties en de juiste anatomie afgebeeld - de figuren zijn duidelijk in de ruimte geplaatst, de voorstelling van de figuren passen binnen het schilderij. Het is het juiste perspectief. Dit schilderij komt uit de late Renaissance, er zijn al kenmerken van het Maniërisme. Lucas Cranach de oude
In de tijd van Rafael was de Renaissance op haar hoogtepunt. In het noorden van Europa kwam het hoogtepunt het later. Uit die schilderij blijkt dat het niet voor iedereen makkelijk was de idealen van de Renaissancekunstenaar vorm te geven. Het meeste opvallende is dat de schilder er niet in is geslaagd de naakte godinnen als het schoonheidsideaal van de tijd realistisch weer te geven. De achtergrond is niet zorgvuldig uitgewerkt en heeft niet veel diepte. Het klopt ook niet dat Paris hier een ridderpak draagt. Maniërisme (1525-1600) Rust en harmonie waren hierin minder belangrijk. Er werden nieuwe uitdagingen gezocht, ze wilden de natuur niet langer als hun voorbeeld. Ze schilderden langgerekte lichamen met merkwaardige poses en vulden de schilderijen op. Het perspectief was vaak onverwacht. Jacob Wittelwael
Wittewael is een late maniërist. Op zijn schilderij over het Parisoordeel is het heel druk. Talloze goden en dieren bevolken het schilderij. Paris en Venus zijn het belangrijkste. Kenmerken Maniërisme: - voorgrond is niet vrij - veel diepte
Wittelwael heeft hier geschilderd dat Paris de appel aan Venus overhandigt, de andere twee godinnen staan er bij als versiering en ze tonen geen emotie. Ze zijn zich er nauwelijks van bewust wat er gebeurd. Barok (1600-1720) Barok betekend grillig gevormde parel. De schilder wil hierin een dramatisch hoogtepunt weergeven en de reacties van de personen daarop. De personen hebben sterke gevoelens en heftige gebaren. De schilder wil emoties opwekken bij zijn kijker. Er wordt gebruik gemaakt van licht/donker effecten, diepe volle kleuren en veel beweging. Barokschilders schilderen realistisch, naar de natuur. Ze willen de werkelijkheid zo echt mogelijk afbeelden. In de barokperiode werken schilder, beeldhouwer en architect vaak samen. De barok stijl is veel minder druk dan het maniërisme. Er wordt ook gebruik gemaakt van een aparte lichtinval; claire obscure. Schilders uit die tijd zijn Rembrandt en Caravachio. Het werken met licht en donker geeft een dramatisch effect. Barok compositie gaat via diagonalen. Peter Paul Rubens
Deze schilder is een echte barok schilder. In dit schilderij valt de blik van de kijker meteen op Juno, die vanaf de rug te zien is. In het midden staat Venus en helemaal links staat Minerva. Op dit schilderij is het moment afgebeeld dat Paris nog moet gaan kiezen aan wie hij de appel gaat geven. In dit schilderij zijn de effecten van licht en donker niet zo sterk aanwezig. Deze voorstelling is wel realistisch, de vrouwenfiguren zijn natuurgetrouw weer gegeven. Hermes trekt hier ook de aandacht naar zich toe door de rode mantel. De pauw bij Juno is typisch mythologisch. De pauw kijkt boos naar de hond (een hond staat voor trouw, dit keer aan Paris) om hem onder druk te zetten om Juno te kiezen. In de lucht is de furie Alecto te zien. Zij is een teken van onheil. Voordat de keuze van Paris was gemaakt, was er al een oorlog in aantocht. Rococo (1720-1760) Het grillige in de barok nam nog steeds toe, rococo is eigenlijk een late barok periode. De onderwerpen werden luchtiger en speelser. Je kon er goed bij wegdromen in een zoete fantasiewereld. Er werden vooral lichte kleuren gebruikt. Een belangrijk kenmerk zijn de wokkelvormen.. Francois Boucher
De personages vormen hierin een sierlijke bloemenslinger die omhoog wervelt (wokkel/spiraal). De kleuren zijn onder nog donker en naar boven wordt het steeds lichter. Onderaan zit Paris met de appel, maar in dit schilderij zijn de godinnen belangrijker. Neoclassicisme (1750-1825) Hierin keren schilders terug naar de vormentaal en onderwerpkeuze van de Renaissance. Dat kwam doordat rond die tijd de stad Pompeï werd opgegraven. Alle opgravingen rondom de Romeinen kwamen in het nieuws en kunstenaars reisden weer richting Italië. Schilders lieten zich weer door de Klassieke Oudheid inspireren. Deze schilders waren niet geïnteresserd in weergeven van emoties (barok) maar in de waardigheid dat een schilderij moest uitstralen. Zachte kleuren en geen scherpe lijnen moest rust veroorzaken. Er werd weinig diepte aangegeven. Er was geen plaats voor warmte, gevoel, expressie en kleur. Deze schilderijen waren koel en afstandelijk. Anton Raphael Mengs
Op dit schilderij geeft Paris de appel aan Venus, de andere godinnen reageren daar bijna niet op. Er zit helemaal geen diepte in, ondanks de diagonaal. De figuren zijn statisch weergegeven. De attributen zijn wel weergegeven maar vallen bijna niet op. Het hele schilderij verkeert in rust. Symbolisme (vanaf 1880) Hierin was niet het nauwkeurig weergeven van de werkelijkheid het doel, maar de suggestie en het oproepen van de sfeer. Thema’s voor deze schilderkunst werden gevonden in oude verhalen, sagen en legenden. Alles wat bizar, fantastisch, mysterieus en occult was trok de kunstenaar aan. Volgens deze schilder kon alleen kleur en lijnen al een betekenis hebben. Er werden in elkaar overvloeiende kleuren gebruik en diffuse contouren. Een schilderij moest een idee weergeven, niet de werkelijkheid. Het schilderij moest een decoratieve functie hebben. Franse kunstenaars zoals Morceau en Redon speelden een belangrijke rol. Max Klinger
De lijst van dit schilderij is de blikvanger van het schilderij. Het Parisoordeel loopt door in de lijst. Er zitten geen mythologische verwijzingen meer in. Je kunt de godinnen niet goed herkennen. Het Paris oordeel is hier teruggebracht naar een schoonheidswedstrijd. Franz von Stuck
Dit schilderij hoort eigenlijk in de 20e eeuw, maar qua sfeer en stijl in de 19e eeuw. Paris komt op dit schilderij niet eens voor. De godinnen vullen het hele schilderij en je wordt gedwongen er naar te kijken. Er zit geen beweging in, alleen de plooien van de sluiers. Er is ook geen diepte. Je herkent in Juno en Venus de contra poste. Hier is het ook weer een schoonheidswedstrijd. Twintigste eeuw Expressionimse (1905-1930) Hierin worden de emoties van de schilder uitgedrukt, hierin kan een enorme vertekening van vormen en kleuren uit de werkelijkheid voorkomen. Ernst Ludwig Kirchner

Het speelt zich hier niet in de natuur af. Het is niet natuurgetrouw. Er vindt heel veel afsnijding plaats. In dit schilderij zit geen beweging door het ontbreken van achtergrond en diepte. Er ontbreekt ook emotie. Het geheel maakt een sombere, slordige en morsige indruk. Nazi-kunst
Kunst moest in het nazi-Duitsland een geïdealiseerd beeld van de werkelijkheid geven. Ze moesten doelstellingen van het nationaal-socialisme promoten en getuigen van protiottisme. Alles werd gebruikt om Hilter te verheerlijken
Ivo Saliger
Hier zie je Paris in een moderne korte broek. Het hele tafereel speelt zich ook nog eens af in de Oostenrijkse Alpen. De vrouwen zijn afgebeeld als het schoonheidsideaal van nazi-Duitsland. Wij zien Paris op de rug en als we zijn blik volgen komen we bij de godin Venus aan. Dit Parisoordeel heeft de dieptewerking van de achtergrond van de Renaissance, de scherpe licht-donkereffechten, de diagonale lijnen van de barok. De zachte pasteltinten en de koele uistraling van het neoclassicisme. Er werden elementen uit verschillende stromingen gekozen. Post-modernisme
Hierin wordt niet rechtstreeks op de klassieke Oudheid gereageert, maar via andere schilder die dat al eerder hebben gedaan. Zij gaven de oudheid weer door middel van citaten, vaak op een ironische manier. Luciano Fabro
Hij heeft het Parisoordeel teruggebracht tot symbolen: drie bolle, ronde, vormen staatn om een vierde die iets boven hen uitsteekt. De ronde vormen zijn glad, de kegelvorm ruw en oneffen. Receptie van de klassieken in architectuur en beeldhouwkunst
Overal om ons heen zien we in de architectuur ‘klassieke vormen’. Voor de receptie van de klassieke bouwkunst zijn vooral perioden van de Renaissance en het maniërisme (1400-1600), het neoclassicisme (1750-1840) en het postmodernisme ( na 1980). De Renaissance architecten vonden inspiratie in de Romeinse bouwkunst terwijl
de neo-classicistische en postmoderne architecten juist in de Griekse bouwkunst inspiratie vonden. 1. Decoratie en status (geeft aanzien) Hollands classicisme
Ook na de Oudheid werden klassieke vormen, zoals zuilen, tympanen, koepels en bogen nog gebruikt. Ze waren dan ter versiering. Hierdoor kreeg een gebouw meer allure, alleen kenners van de klassieke Oudheid konden zulke decoraties herkennen. Gebouwen met zulke versieringen hadden dus een waarde van status. Door het toepassen van klassieke vormentaal liet men zien dat dat modern was. In de 17e eeuw kwam een toepassing van klassieke elementen pas op gang, Nederland bloeide op (na vrede van Munster over 80-jarige oorlog). Doordat deze opbloei zich vooral in Holland voordeed, spreken we van Hollands Classicisme. Classicisme betekent dat het om een directe of indirecte navolging van de Griekse of Romeinse Oudheid gaat. Voorbeelden: - Mauritshuis (Jacob van Kampen en Peter Post) - Paleis op de Dam (Jacob van Kampen) Mauritshuis
Dit werd gebouwd voor de neef van stadhouder Frederik Hendrik. Het heeft een heldere en symmetrische opbouw. De gevel wordt verticaal versierd door 6 pilasters. Dat zijn vierkante, platte, niet-vrijstaande zuilen. Ze hebben een Ionisch kapiteel. Er staan twee gedraaide halfzuiltjes naast de deur. De driehoekige tympaan vormt de afsluiting van de deur en ramen op de eerste verdieping. Ook guirlandes (gestileerde bloemenslingers) zien we tussen de ramen van de begane grond en 1e verdieping. Bovenaan zit een echte Ionische fries en kroonlijst. Het Mauritshuis is geen imitatie van een Grieks of Romeins gebouw, maar het is fantasievol vormgegeven met gebruik van klassieke elementen. Empirestijl

Niet alleen gebouwen werden versierd. Het interieur van regeringsgebouwen en paleizen werd ook ingericht in een stijl met klassieke elementen. Dit was de empirestijl en die verspreidde zich snel over Europa. In Nederland heeft het Paleis op de Dam een mooie collectie empire meubelen te danken aan Napoleon, die daar kort woonde. 2. Esthetisch voorbeeld (ze vonden het mooi) In de tijd van het neo-classicisme was men zo onder de indruk van de Griekse architectuur dat men niet alleen de klassieke vormen ter versiering overnam, maar ook hele gebouwen in Griekse stijl na-gebouwd. In heel Europa verschenen kerken, musea, paleizen en regeringsgebouwen in de vorm van klassieke gebouwen. Voor het bewaren van kunstcollecties uit de Oudheid was een klassiek gebouw natuurlijk de passende vorm. In het museum in München kom je via nagebouwde Propylaeen op een groot plein waar aan weerszijden twee belangrijke musea staan die klassieke kunst herbergen. In de Glyptotheek heeft Leo von Klenze elementen uit de Oudheid verenigt. Deze neoclassicistische gebouwen hadden vaak iets koels en doods, maar ze waren wel indrukwekkend. Een bekend neo-classicistisch gebouw in Nederland is het Provinciehuis in Haarlem. Beeldende kunst: Canova
De Duitse geleerde Winckelmann speelde een belangrijke rol bij de hernieuwende belangstelling voor de Griekse beeldhouwkunst. Hij roemt de edele eenvoud en stille grootsheid van de Griekse beelden en heeft hiermee een grote invloed op beeldhouwers en schilders. Vooral de Italiaanse beeldhouwer Canova kreeg grote bekendheid. Hij volgde de oudheid na in marmerwitte beelden. 3. Morele boodschap (ze waren het eens met de manier van besturen van de Romeinen) Verbonden met revolutie en vrijheid
Diezelfde klassieke vormen kon door neoclassicistische architecten worden gebruikt om morele boodschappen uit te drukken. Toen Nederland bevrijd was van de Spaanse overheersing (1648) spiegelde het Amsterdamse stadsbestuur zich graag aan macht en de deugden van het republikeinse Rome. Dat gebeurde later ook in Amerika, een ook de leiders van de Franse Revolutie. De ideeën die deze nieuwe republieken aan de klassieke Oudheid ontleenden moest ook te zien zijn in de gebouwen. Nederland: Classicistisch-barokke Paleis op de Dam
In Frankrijk en Amerika kwamen nog meer neoclassicistische gebouwen. Voorbeelden Amerika: Jefferson liet in zijn geboorteplaats Virginia op de campus van de universiteit een bibliotheek bouwen, identitiek aan het Panteon in Rome. Het herinneringsmonument aan hem werd ook op de klassieke bouwkunst geïnspireerd Hier is Griekse en Romeinse architectuur gecombineerd. Grieks: entree en de zuilengalerij
Romeins: koepel (entree lijkt overigens wel op die van het Panteon) Beeldende kunst: Quellinus in het Paleis op de Dam
Dit is een goed voorbeeld uit Nederland van het moralische gebruik van de klassieke Oudheid. Op dit reliëf is het vonnis van de eerste Romeinse consul Brutuste zien. Hij liet zijn beide zonen onthoofden voor hun deelname aan een samenzwering tegen de Republiek. Links zie je de eerste zoon van Brutus die al is vermoord, de twee zoon zit te wachten op de genadeslag. De vader van Brutus dringt bij de beul aan om niet te aarzelen. Op de achtergrond zie je Jupiter met bliksemschichten in zijn hand, symbool van gerechtigheid en straf. Door de plaats en de voorstellingen leggen deze reliëfs een verband tussen de rechtspraak van Amsterdam en die van het verleden. 4. Macht en legitimatie van de macht
Omstreeks 1800 werd de klassieke architectuur in Amerika en Frankrijk gebruikt om te getuigen van de idealen van een nieuwe, democratische samenleving. De architectuur uit de klassieke oudheid werd ook gebruikt om door middel van indrukwekkende gebouwen macht uit te stralen en een imperialistische gedachte uit te dragen. Napoleon liet zich tot keizer kronen en verloochelde zo de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. De neoclassicistische architecten werkten eerst om de idealen van de Franse revolutie uit te dragen, nu werkten zijn in dienst van Napoleon. Ze gebruikte klassieke vormen, om de macht en roem van Napoleon uit te drukken. Een voorbeeld is de Arc de Triomphe. Ook beeldhouwers en schilders werden ingezet als hofschilders. De Italiaanse beelhouwer Canova beeldde Napoleon uit als een Griekse held. Ook zijn familie werd goed neergezet. In Frankrijk is nog steeds een behoefte om je als belangrijk persoon met een groots bouwwerk te verbinden. Pompidou (Centre Pompidou) – museum voor moderne kunst
Mitterand wilde met zijn Grand Traveaux Parijs weer tot een stand van verbeelding, ideeën en jeugd maken. Hij veranderde de entree van het Louvre in een pyramide. Een immense Romeinse boog in moderne vormgeving diende als afsluiting van de nieuwe futurische voorstad van Parijs. Architectuur ten tijde van Mussolini
Net zoals Napoleon gebruikte Mussolini de architectuur en ideeën uit de Oudheid om zijn roem en macht uit te drukken. Hij manipuleerde de mythe van macht en grootheid om de Italianen zelfvertrouwen te geven en nationalistische gevoelens bij hen op te roepen. Hij was een goede spreker. Hij hield de Italianen voor dat zij de erfgenamen waren van het grote Romeinse Rijk en liet hen geloven in een wederopstanding (met hem aan de leiding). Hij geloofde zo in zichzelf dat hij dat jaar uitriep tot Anno primo: het eerste jaar van de nieuwe jaartelling. Het Foro Mussolini werd een groot project. Hier moest de sport en het trainen van het lichaam verheerlijkt worden, dat was een onderdeel van de idealogie. Iedereen moesten een jeugdige, gezonde en sportive uitstraling hebben. Een ander groot project was de aanleg van een geheel nieuwe stad aan de buitenkant van Rome (E.U.R.) Huizen en gebouwen hadden daar een heel eigen stijl. De inspiratie daarvan werd wel gevonden in gebouwen uit de Romeinse tijd. De boogvorm werd vaak gebruikt, maar weinig versieringen. Er staan grote gebouwen, daar voelt de mens zich heel nietig en klein tegenover. Het kon ook trots zijn dat het uitmaakte van zo’n groot rijk. Architectuur in het Derde Rijk
Om het volk een ideaalbeeld van het rijk te geven heeft Hitler gebruik gemaakt van kunstenaars. De moderne schilders maakten volgens hen kreupelen, idioten, afschuwekkende vrouwen en mannen. Daarom verbood hij deze ‘entartete Kunst’ en stimuleerde de ontwikkeling van een eigen Duitse kunst. Hij bouwde het Haus der Kunst (gesloten ruimte). Dit moest het volk verheffen. Hitler was weg van de Griekse cultuur. Hun levensopvatting was ‘fris en gezond’. Beeldhouwers moesten dit nieuwe ras tot uiting brengen. Albert Speer ontwierp grootse, imponerende gebouwen in Dorisch-Griekse stijl en enorme pleinen waar mensen naar toespraken van Hitler konden luisteren. Hij maakte gebruik van grote gesloten gebouwen, kale symmetrische vlakk, strakke lijnen, bogen en koepels. 5. Flirten met de oudheid

Postmoderne architectuur
In het laatste gedeelte van de 20e eeuw werd de klassieke oudheid weer populair. Moderne gebouwen werden versierd met klassieke elementen. Vaak gebeurde dat op een speelse, humoristische manier. In Parijs werd een appartementencomplex gebouwd in de ronde vorm van een Klassiek theater. Er worden zuilen gebruikt en de centrale ingang bestaat uit twee losstaande zuilen met een tympaan. De klassieke verhoudingen en vormen en functie zijn hier volledig uit het oorspronkelijke verband gerukt. De enorme vergroting van de zuil en het kapiteel geven een surrealistisch effect. Het classicisme heeft in dit gebouw zijn elitaire toepassing verloren. We kunnen zeggen dat het contact met de klassieke Oudheid in de architectuur van de twintigste eeuw zich kenmerkt door verrassing, vervreemding en speelsheid. Postmoderne beeldhouwkunst
De neoclassicistische kunstenaar Canova heeft de klassieke Venus vol respect tot voorbeeld gehad, en hij imiteerde de vormentaal. Dali en Paolini hebben ook de vormen overgenomen maar wel met een knipoog.

REACTIES

M.

M.

Beste samenvatting hier op de site van hoofdstuk 5. Helaas al een beetje oud (inmiddels 9 jaar later) maar het stuk wat ik van hoofdstuk 5 moet leren bevat precies jouw samenvatting. Er zijn namelijk nog acht pagina's toegevoegd over Orpheus, maar dat hoefde ik niet te leren. Bedankt! :)

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.