Informatica Module 4

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 390 woorden
  • 24 april 2013
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
28 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

ICT Module 4

Programeertalen:

- Machinecode: binar; bits (10100110) eerste generatie; lagere programmeertaal

- Assembleercode (assembly): makkelijker te onthouden codes; lagere progr. taal

 - Derde generatie talen: procedurele talen; compiler nodig; hogere programmeertaal; bv. PASCAL, C COBOL, FORTRAN

 - Vierde generatie talen: probleemgericht; nog verder van de processor af

 - Objectgeoriënteerde talen: procedurele taal

    - objecten: bv auto

    - klassen: bv voertuigen

    - methoden: bv activeer airbag

    - inkapseling: het insluiten van alle zaken die het object nodig heeft te functioneren

    - overerving: klassen kunnen attributen en methoden van andere klassen overnemen

 PSD’s maken:

- Sequentie: opeenvolging (algoritme: het stapsgewijs afhandelen van een sequentie)

Pak ei

Breek ei in pan

Gas aan

2 min laten bakken

ei op bord leggen

einde

 - Iteratie: herhaling

Zolang voorwaarde

Herhaal actie

Herhaal actie

Totdat voorwaarde

- Selectie: keuze

               <

ja

20

          nee

2,-

5,-

(de tabel lukt niet in word) 

Imperatief programmeren:

- If Then Else: soort selectie maar stapsgewijs.

If leeftijd <20

Then 2,-

Else 5,-

-Lus: iteratie maar stapsgewijs

Getal = 0

Zolang getal= < 3

            Getal: Getal+1

Einde-zolang

- Booleaanse expressies:

       -x xor y: 1van de 2 true

       -x or y: 1 van de 2 of allebei true

       -x and y: allebei true

 - Variabelen:

- Geheel getal: integer

     - komma getal: float

     - karakter: character

     - string: stuk tekst

- Arrays: rij van dezelfde soort variabelen

- Functies: een klein subprogrammaatje

    -de naam: moet uniek zijn

    -de parameters: krijgt de waarde pas bij het aanroepen van de functie

    -het returntype: het waarde-type dat de functie oplevert na het uitvoeren

    -de body: de code die wordt uitgevoerd als de functie wordt aangeroepen

 -Void: heeft geen returntype; bv een lamp

-Syntax: de grammatica van de programmeertaal

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.