2.1: Welvaart en crisis in de Verenigde Staten
Welvaart in de jaren 1920
In 1928 werd President Hoover gekozen in Amerika. Hij zei dat de armoede binnenkort zou verdwijnen. Voor WO1 was de VS het rijkste land ter wereld, in het interbellum. In de roaring twenties bloeide het industrieel kapitalisme. Er werd een lopende band gebruikt. De lonen gingen omhoog en prijzen omlaag. In Amerika kregen ze stopcontacten, zodat ze de nieuwe producten konden gebruiken. Zo ontstond in de VS de consumptiemaatschappij. In 1929 had 60% van de Amerikanen een auto, wat in Europa niet zo was. De wegen werden ook aangepast naar de auto's.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Interbellum=periode tussen de twee wereldoorlogen
Lopende band= productiesysteem waarbij werknemers werken aan voorbijkomende producten
Consumptiemaatschappij=samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Crisis in de Jaren 1930
Aandelen van bedrijven werden meer waard. Met hun geld kochten ze aandelen op de beurs. Op 24 oktober 1929 gingen de aandelenkoersen ineens snel omlaag. Deze beurskrach veroorzaakte een economische crisis (depressie). In juli 1932 werden de aandelen minder waard. 'Zwarte Zondag' 24 oktober 1929 was een keerpunt in de geschiedenis, de grote depressie. Heel veel mensen gingen failliet. In juli 1932 was het nationaal inkomen in de VS gehalveerd. Daklozen werden hoovervilles genoemd, vernoemd naar Hoover. Door de handelscontacten in de wereldeconomie werd de crisis over Europa verspreid. De directe oorzaak was de beurskrach in New York City, maar de indirecte oorzaak was de overproductie in de VS. Landbouwoverschotten ontstonden doordat boeren in 1920 hun productie met machines sterk vergroot had. Hetzelfde was in de auto-industrie. Kopen op krediet was normaal geworden. Toen het crisis werd konden veel mensen de rente niet meer betalen.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Beurs=gebouw waar in aandelen wordt gehandeld
Beurskrach=sterke en snelle daling van de aandelenkoersen op de beurs
Economische crisis (depressie)=lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid.
Keerpunt=belangrijke snelle verandering
Krediet=lening
Hoovervilles=sloppenwijken gebouwd door daklozen.
----------------------------------------------------------------------------------------------De overheid krijgt in
Hoover geloofde dat de crisis vanzelf voorbij zou gaan, dus greep hij niet in. Hij zei:'Prosperity is just around the corner'. (welvaart ligt om de hoek) De prijzen daalde, maar werknemers gingen minder verdienen. Doordat de uitspraken van Hoover niet waarkwamen verloor hij de verkiezingen van 1932. Franklin Delano Roosevelt werd gekozen. Hij koos voor een nieuwe aanpak: de New Deal. Hij ging juist bezig met de economie. Miljoenen mensen kregen werk. Boeren kregen subsidie, en de overheid kocht dingen voor meer geld dan de echte prijs. Ze gingen meer toezicht houden. Langzaam ging het beter. In 1938 waren er nog 9 miljoen werklozen. De crisis eindigde door de WO2.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Subsidie=financiële steun van de overheid.
----------------------------------------------------------------------------------------------Kenmerkend aspect: de economische wereldcrisis. --> De crisis begon in oktober 1929, toen de Wall Street in elkaar stortte. (Wall Street=Amerikaanse beurs)
----------------------------------------------------------------------------------------------
2.2 : Fascisme en communisme
Opkomst van Mussolini
Italië in de eerste wereldoorlog aan de geallieerde zijde, leverde te weinig gebiedsuitbreiding op. Ontevreden veteranen vormden nationalistische knokploegen voor meer gebieden. Mussolini was leider van fascisten, afgeleid van fasces, takkenbundels waarmee lijfwachten in het Romeinse rijk mensen sloegen. Na de oorlog heerste er chaos, Italianen vreesden een communistische revolutie zoals in Rusland. Mussolini vormde de Nationale Fascistische partij. Zijn ideologie was ook totalitair: volgens het fascisme moest de overheid volledig heersen. Mussolini wou Middellandse Zee beheersen. Hij verheerlijkte het leger, keerde zich tegen de democratie en vond dat het land geleid moest worden door één krachtige leider; de duce.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Veteranen=oud-soldaat
Totalitair=als de overheid volledig heerst over de samenleving
Fascisme=antidemocratische, gewelddadige, extreem nationalistische en totalitaire politieke beweging.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Dictatuur in Italië
In 1922 dreigde Mussolini met geweld voor macht, koning was bang en benoemde hem tot premier. Politici stemden daarmee in met de gedachte dat ze hem wel onder controle konden houden. Jaren later schakelde hij met terreur tegenstanders uit en verbood hun partijen. Italië werd een eenpartijstaat, onder leiding van Mussolini. De overheid probeerde het denken en doen van de bevolking te beheersen, echtparen moesten bijv. veel kinderen krijgen. Fascisme werd de staatsideologie, ideeën werden systematisch opgedwongen. Bij dit indoctrineren hoort dat Mussolini continu werd verheerlijkt als leider, iedereen moest meedoen aan persoonsverheerlijking. Als je dat niet deed werden 'vijanden van het volk' bestraft.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Indoctrineren=systematisch opdringen van ideeën.
Persoonsverheerlijking=uitbundig prijzen van een persoon
----------------------------------------------------------------------------------------------
De Sovjeteconomie
Lenin overleed in 1924, nieuwe dictator werd Georgiër Josef Stalin. Na burgeroorlog hadden kleine bedrijven wat meer vrijheid; particuliere winkels waren weer toegestaan, boeren hoefden niet al hun oogst in te leveren, honger verdween en er ontstond wat welvaart. Stalin vond het niet snel genoeg gaan dus in 1928 liet hij een vijfjarenplan schrijven; daarin bepaalde de overheid precies wat er moest worden geproduceerd, later volgden er nog meer plannen. Het doel van deze planeconomie was om van de Sovjet-Unie snel een sterke industriële mogendheid te maken. Het was een succes, hij maakte ook een eind aan de zelfstandige boeren, ze moesten hun land inleveren en zich aansluiten bij de collectivisatie. Er braken opstanden uit vanaf de boeren. Stalin greep hard in, gaf de schuld aan de rijke boeren, die werden laten 'koelakken' genoemd. Koelak betekent uit het Russisch uitbuiter. Communisten gingen genadeloos op jacht naar zelfstandige boeren uit bevel van hun dictator. Om verzet te breken werden in Oekraïne grote gebieden uitgehongerd.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden