Geschiedenis Kenmerkende aspecten H4
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
Een agrarisch-urbane samenleving is een maatschappijvorm waarin de meeste mensen werkzaam zijn in de landbouw, maar waar ook steden zijn waar mensen ambachtslied of handelaar zijn.
Vanaf de 11e eeuw leefde handel op, grotendeels door de toename van opbrengsten uit de handel, wat weer drie oorzaken had. Het drieslagstelsel werd uitgevonden, men deed aan ontginning, wat tot een grote toename van het aantal akkers leidde en ten slotte werden er betere instrumenten gebruikt om het land te bewerken. Door die toenemende hoeveelheid voedsel kon de handel toenemen en ontstonden er markten op strategische plaatsen. Ook was er een opleving van langeafstandshandel te zien door jaarmarkten. Omdat er handel mogelijk was, kon men ook handelaar of ambachtslied worden in plaats van boer.
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Edelen leenden steden steeds meer rechten uit in ruil voor geld, waardoor ze zelfstandiger werden. Steden hadden door hun rijkdom en vrijheid een grote aantrekkingskracht op de bewoners van het platte land. De macht kwam in handen van de elite en rijke handelaren.
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
In de late middeleeuwen waren mensen heel gelovig en had de kerk dus grote invloed op de samenleving. Tot in de 14e eeuw beweerde de paus dat vorsten ondergeschikt waren aan hem. Vanaf 1075 voerde de paus de Investituurstrijd met de Duitse keizer over de benoeming van bisschoppen. De paus won uiteindelijk, maar kon zijn wil niet opleggen aan álle vorsten.
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe.
Vanaf de 11e eeuw leidde de bemoeienis van Europa tot expansie van christelijk grondgebied buiten Europa. Er waren drie vormen van expansie:
- In de 10e eeuw leefden christenen en moslims bijna probleemloos met elkaar samen, maar toen het islamitische rijk uit elkaar viel konden christenen langzaam de moslims verdrijven.
- In de 11e eeuw werden er kruistochten gedaan.
- Door de bevolkingsgroei was er gebrek aan land en was er trek naar dunbevolkte gebieden.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
De Franse en Engelse koningen vergrootten hun macht. Met een eigen leger, ambtenaren en landelijke rechtspraak begonnen ze de vorming van een centraal bestuurde staat. Op deze manier vergrootten ook de Bourgondische hertogen de politieke eenheid in de Nederlanden. Het Duitse Rijk bleef versnipperd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden